Vertellen is een kunst
€ 27,50
Er is vermoedelijk geen enkele andere historische figuur die zo vaak werd gebruikt, misbruikt, vertekend en voor ideologische karren werd gespannen als Karel de Grote († 814).
De vele middeleeuwse Karelverhalen bevestigen zijn bijzondere status. Karel ende Elegast bleef eeuwenlang bijzonder populair. De onbekende dichter laat de keizer, op bevel van God, ’s nachts anoniem door een donker bos trekken om te gaan stelen. Hij komt er zijn afvallige leenman Elegast tegen die een meesterdief blijkt te zijn…
Een keizer die uit stelen gaat?! Jan van Boendale en Jacob van Maerlant, twee andere grootheden uit de middeleeuwse literatuur, waren verontwaardigd over zoveel roddels over de grote Karel. De lezers en luisteraars van toen hadden lak aan deze bedenkingen en smulden van dit verhaal vol oeroude motieven, gebracht door een geniale verteller met een boodschap.
Professor Jozef Janssens, specialist middeleeuwse literatuur, reconstrueert in deze studie niet alleen de vele gezichten van de keizer, maar ook hoe middeleeuwse epische dichters te werk gingen in een creatief samenspel tussen verteller en publiek – de kunst van het vertellen.
Gerelateerde boeken
-
Mansholt
Sicco Mansholt (1908-1995) staat voor de ontwikkeling van Europa vanaf de beginjaren van de Europese Gemeenschap, voor socialisme, voor naoorlogse internationale politiek, voor rationale landbouw gericht op productieverhoging, maar ook, aan het eind van zijn carrière, voor milieubewustzijn en duurzaamheid.
Mansholt – Een biografie schetst een persoonlijk beeld van een charismatische, gedreven politicus; zijn jeugd, zijn achtergrond, de herkomst van zijn ideeën en de strijd om die te realiseren.
Johan van Merriënboer is historicus en jurist. Hij promoveerde in 2006 op zijn biografie van Sicco Mansholt, waarvoor hij gebruik heeft kunnen maken van veel correspondentie met politieke vrienden en ander privé-materiaal. Hij werkt als onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis.
-
-
As ik de toer mar sjoch …
75 ferhalen fan Boarnsters oer de leafde en har djipste fertriet, oer hoe it wie, op skoalle, hokker fiten se úthellen en hoe’t se karriêre makken. Mar ek wêr’t se sa’n spyt fan hiene. Oer it belib¬jen fan nei tsjerke gean en oer de wille fan it gondelbouwen. It entûsjasme foar de sport en de ynset om Aldeboarn op ’e kaart te hâlden. Oer de jierren dat der ja en amen sein wurde moast tsjin klanten om winkeltsjes oerein te hâlden. Oer de opgeande tiid fan de boeren, mar ek oer it famke dat yn ’e jarrekolk bedarre.
Dit boek lit langstme fiele nei it doarp. As je ien kear yn in lyts doarp wenje en of wenne ha, dan bliuwe jo ferbûn en dat giet nea wer oer! In boek, net allinne foar Boarnsters!