Wat komt er van dit schrift terecht
€ 27,50
En ik kreeg een vreselijke haat voor alles wat ‘mens’ heette.
Benno, januari 1941
Benno ter Berg.
15 jaar.
Geboren en getogen in Assen.
Hbs-leerling.
Natuurliefhebber.
Zoon, broer, neef, vriend.
En Joods.
Leef mee met een Joodse Asser tiener in de bijzondere jaren 1939 tot 1942. Verbaas je over de manier hoe hij de oorlog beschrijft en wat dat met hem en zijn omgeving doet. Benno begint neutraal met een opsomming van de oorlogshandelingen, maar beetje bij beetje wordt zijn verhaal persoonlijker als de anti-Joodse maatregelen toenemen.
Als Benno schrijft dat hij niet meer naar de hbs in Assen mag, zet hij daar vijf uitroeptekens bij. Het is helemaal gedaan met de min of meer neutrale beschouwingen als eerst zijn vader en daarna hijzelf naar een werkkamp moet. De beschrijving van zijn vaders vertrek is hartverscheurend, zelfs als de lezer nog niet doorheeft dat vader en zoon elkaar nooit meer zullen zien. Ondanks alles probeert Benno positief en optimistisch te blijven. Hij is al tevreden als hij de oorlog overleeft.
Voordat Benno in augustus 1942 naar werkkamp Ruinen vertrekt, geeft hij zijn schriften met herinneringen in bewaring bij zijn vriend en klasgenoot Marten van der Meulen. Hij komt ze nooit meer ophalen, want al voor oktober 1942 is hij in Auschwitz vermoord.
Pas na vijftig jaar verbreekt Marten van der Meulen de verzegeling van Benno’s schriften en begint erin te lezen. Nu worden ze bewaard in het Drents Archief. Dit boek geeft een volledig overzicht van Benno en zijn belevenissen: een complete, letterlijke weergave van alles wat Benno heeft geschreven, een moderne en prettig leesbare ‘hertaling’ en enkele teksten die de herinneringen van Benno in historisch perspectief plaatsen.
Wat komt er van dit schrift terecht? is het vijfde deel in de Nieuwe Asser Historische Reeks.
Gerelateerde boeken
-
Voorjaarstradities in Drenthe
Het zonlicht glijdt over een kaal landschap. De dagen worden langzaam langer, de zon warmer en de natuur weer groen: de winter maakt plaats voor de lente. Een periode die sinds oudsher wordt geassocieerd met vruchtbaarheid, wedergeboorte en een nieuw begin. Een periode die rijk is aan gebruiken en tradities om dit te vieren.
Drenthe heeft een groot aantal tradities voor het toejuichen en verwelkomen van de lente. Sommige daarvan kennen we nu nog, zoals het Paasvuur, anderen zijn in vergetelheid geraakt; wie weet tegenwoordig bijvoorbeeld nog wat een Pinksterbroed is of kan nog een hupholt fluitje maken?
In Voorjaarstradities in Drenthe maak je kennis met oude en nieuwe gebruiken in de periode van Sint-Pieter (22 februari) tot en met Pinksteren. Het boek geeft een gevarieerd beeld van hoe men vroeger en nu het voorjaar beleeft, op een informatieve en toegankelijke manier, rijk aangevuld met beeldmateriaal. Het laat zien hoe tradities zijn veranderd, verdwenen en nieuwe zijn ontstaan.
Ook is er ruim aandacht voor de Drentse taal. Er wordt ingezoomd op Drentse woorden die specifiek zijn voor deze periode en de informatieve onderwerpen worden afgewisseld met Drentstalige gedichten en verhalen. Ook geschikt voor lezers die de Drentse taal niet bijzonder machtig zijn.
-
Spitten voor de vijand
Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.
Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.
Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.
Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.
-
De blui van ‘t leeven is maor zo kört van tied
De Drentse schrijver, dichter en taalonderzoeker Jan Naarding (1903-1963) heeft veel bijgedragen aan de Drentse taal. Zijn streven was de Drentse taal, en dus ook het Nedersaksisch, levend te houden. Hij maakte snel carrière; begon als onderwijzer en leraar en na zijn promotie aan de Rijksuniversiteit Groningen in 1947 werd hij wetenschappelijk medewerker aan deze universiteit. Zijn hoofdwerk, het samenstellen van een Drens woordenboek, heeft hij door zijn vroegtijdig overlijden niet kunnen afronden. Naarding groeide uit tot een belangrijke cultuurdrager die de Drentse taal, geschiedenis en volkskunde nationaal en internationaal op de kaart zette. Zijn naam en invloed waren na 1945 niet weg te denken uit het literaire leven van Drenthe. Hij was alomtegenwoordig in boeken, openbare optredens, organisaties, symposia en commissies.
Toen in december 1987, als eerbetoon aan deze voorvechter van de Drentse taal, voor het project voor streektaal en culturele educatie de naam Jan Naardinginstituut werd gekozen, kwam er protest vanwege Naardings houding tijdens de oorlog. Ook werden er bressen geslagen in zijn wetenschappelijke verdiensten. Verder onderzoek bracht naar voren dat Naarding niet ‘fout’ was geweest, maar wel een vergaande vorm van Drenthomanie had gemanifesteerd. Zo werd hij uiteindelijk Drenthes omstreden heilige.
Literatuurhistoricus dr. Henk Nijkeuter (1956) deed onderzoek naar leven werk van Jan Naarding. Het eerste deel van deze studie is een biografie waarin Naarding midden in zijn tijd geplaatst wordt, in de samenleving en in de beweging waarvan hij deel uit maakte. Nijkeuter beschrijft de wordingsgang van Naarding, schetst de ware drijfveren van Naardings publicatiedrift en licht de achtergronden van de vergruising van deze taalemancipator toe. Uniek in dit boek is ook dat in het tweede deel voor het eerst alle in tijdschriften en boeken gepubliceerde gedichten van Naarding bijeengebracht zijn. Daartoe behoort ook een Drentse vertaling van het Middelnederlandse Reinaert-verhaal. Nijkeuter analyseert en verklaart in dit boek Naardings poëzie; hij vertaalde bovendien diens gedichten in de standaardtaal, zodat ook het archaïsche Drents van Naarding nu voor een breed toegankelijk is.
-
Nieuwe Drentse Volksalmanak 2022
De Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak, opvolger van de Drentsche Volksalmanak (1837-1851), verschijnt sinds 1883. In de loop van de jaren is de almanak uitgegroeid tot historisch en archeologisch jaarboek van Drenthe. Het is hét podium voor zowel professionele onderzoekers als amateurhistorici en -archeologen die de resultaten van hun onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze aan een breed publiek willen presenteren.
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 2022 staan de volgende bijdragen:
• Autochromen (kleurenfoto’s begin 20ste eeuw), Mark Goslinga
• Een grensconflict tussen Coevorden en Dalen, Fred Sieders
• Rechtsherstel van onroerend goed van Joden in Coevorden, Maarten Duijvendak
• Herinneringscentrum Westerbork deel 3, Dirk Mulder
• In Memoriam Johannes Diderik van der Waals (1925-2022), Wijnand van der Sanden
• Jagers in een waterberging ─ Een Ahrensburg-site in de Asser wijk Kloosterveen, Jan van Rijn, Jaap R. Beuker, Ronald Popken en Bernard Versloot
• Keutels in een berkenbroek ─ De vondst van uitwerpselen van een edelhert bij Kloosterveen, gemeente Assen, Bas van Geel, Jaap Beuker, Gert van Oortmerssen en Jan van Rijn
• Mens en moeras 4 ─ Enkele laatste aanvullingen, Wijnand van der Sanden
• Gedoopt of niet-gedoopt, dat is de kwestie ─ Kinderbegraafplaatsen uit de 11de eeuw onder de kerken van Vries en Norg, Pieter den Hengst
• Klooster Dickninge en het grondbezit in Noord-Nederland (incl. geofysisch onderzoek), IJsbrand Boonstra en Theo Spek,
• Coevorder kost – Een overzicht van archeobotanisch onderzoek in een Drentse vesting(stad) (13de-18de eeuw), Morvenna van Rijn en Welmoed Out
• Van Eelde tot Havelte – Een definitieve kaart van de Drentse vondsten van G.H. Voerman, Jan van RijnWie geïnteresseerd is in het lange en rijkgeschakeerde verleden van Drenthe – van vuistbijl tot veenkolonie – mag de Nieuwe Drentse Volksalmanak niet missen.