Beklemde zielen
€ 24,90
Grootvader Dirk Enno Wiersma was een Fries-Groningse boer die God buiten de deur zette. Zoon Enno Dirk vertrok naar Wenen, werd psychiatrieprofessor in Groningen en vroeg zich met Freud af: ‘Was will das Weib?’ Kleinzoon Dirk, criminoloog en ook psychiater, verkoos samen met zijn Belgische vrouw in Oegstgeest de dood om de ontluistering voor te zijn. Alle drie waren ze in de twintigste eeuw noodzakelijkerwijs kind van hun tijd.
Beklemde zielen gaat over hun geschiedenis in een wereld waarin alles anders werd, maar niets echt veranderde. Want wat zijn we inmiddels wijzer geworden over onszelf en de meer of minder geliefde naaste? En wat heeft dit familieverhaal eigenlijk te maken met zangeres Billie Eilish (of Taylor Swift) en de van Berlijn tot New York en Rotterdam opgevoerde Weense operette die zich afspeelde in ein Dorf in Holland genaamd Grijpskerk?
SIETSE VAN DER HOEK (1943) is journalist en schrijver van vele boeken, waaronder de novelle Elfstedentocht en de cultuurgeschiedenis Het platteland.
Gerelateerde boeken
-
Het Lam Gods
Het Lam Gods van Jan en Hubrecht van Eyck is een uitzonderlijk meesterwerk, een van de invloedrijkste schilderijen ooit gemaakt. Peter Schmidt schetst de historische achtergrond, het ontstaan en de lotgevallen van het altaarretabel. Hij leidt de lezer binnen in de complexe verhouding tussen beeld en interpretatie. De iconografische rijkdom van Het Lam Gods is niet gemakkelijk te doorgronden. De auteur gidst ons langs de vierentwintig panelen van het veelluik, waarbij de bijbel en de geschriften van de kerkvaders gebruikt worden als sleutels.
Peter Schmidt is titulair-kanunnik van de Sint-Baafskathedraal, doctor in de theologie en vermaard exegeet. Hij is lid van de European Academy of Sciences and Arts in Wenen.
-
Rijk, maar niet in geld
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
-
Boeren op de buitenplaats
De relatie tussen landbouw en buitenleven in het Amstellands Arcadië (1640-1840)€ 49,90Boeren op de buitenplaats
In de zeventiende en achttiende eeuw waren pachtboerderijen een vast onderdeel van de vele buitenplaatsen rond Amsterdam. Waarom was dat en welke rol speelden die boerderijen en de pachtboeren die er woonden in het buitenleven van de Amsterdamse elite? In Boeren op de buitenplaats wordt deze onbekende agrarische geschiedenis van de Hollandse buitenplaats voor het eerst tot in detail gereconstrueerd en verklaard.
Voor dit boek onderzocht Gerrit van Oosterom ruim honderdzestig buitenplaatsen uit het Amstelland, hun eigenaren, pachtboeren en landbezit. Naast de economische aspecten besteedt hij veel aandacht aan de manier waarop die boerderijen ruimtelijk werden ingepast op de buitenplaats. In zijn veel omvattende onderzoek beschrijft hij ook de sociale verhouding tussen boeren en pachtheren, de rol van vee binnen de buitenplaatscultuur en de ideologie achter deze unieke combinatie van nut en genoegen.
Gerrit van Oosterom is landschapsarchitect en landschapshistoricus. Hij is gefascineerd door fenomenen die zich in de marge van de buitenplaatscultuur manifesteren en onderzoekt buitenplaatslandschappen op regionale schaal.