De Jorwerter Dweilstikken

Douwe de Bildt

 15,00

    Dit boek is niet via onze winkelmand te bestellen. U kunt het bestellen door hieronder uw gegevens in te vullen. Wij nemen contact met u op!

    Dit boek befettet in seleksje fan de humoristyske, ûntroerende en soms sterke ferhalen dy’t mei fjoer ferteld wurde – kear op kear – oan de stamtafel fan it kafee yn Jorwert. It is in earbetoan oan it doarp mei syn kleurrike ynwenners: ambachtslju, boeren, middenstanners, dûmnys en notarissen.

    En it is benammen ek in earbetoan oan de fertelkultuer.

    Douwe Klaas de Bildt (1952, Boalsert) tekene fan 2007 ôf dy kroechferhalen op ûnder de titel ‘Dweilstikken’ foar de Jorwerter doarpskrante De Hiele Toer. Dweilstikken is de bynamme foar Jorwerters.

    Gerelateerde boeken

    • De blui van 't leeven is maor zo kört van tied

      De blui van ‘t leeven is maor zo kört van tied

      Leven en werk van Jan Naarding (1903-1963)
      Henk Nijkeuter
       49,90

      De blui van ‘t leeven is maor zo kört van tied

      De Drentse schrijver, dichter en taalonderzoeker Jan Naarding (1903-1963) heeft veel bijgedragen aan de Drentse taal. Zijn streven was de Drentse taal, en dus ook het Nedersaksisch, levend te houden. Hij maakte snel carrière; begon als onderwijzer en leraar en na zijn promotie aan de Rijksuniversiteit Groningen in 1947 werd hij wetenschappelijk medewerker aan deze universiteit. Zijn hoofdwerk, het samenstellen van een Drens woordenboek, heeft hij door zijn vroegtijdig overlijden niet kunnen afronden. Naarding groeide uit tot een belangrijke cultuurdrager die de Drentse taal, geschiedenis en volkskunde nationaal en internationaal op de kaart zette. Zijn naam en invloed waren na 1945 niet weg te denken uit het literaire leven van Drenthe. Hij was alomtegenwoordig in boeken, openbare optredens, organisaties, symposia en commissies.

      Toen in december 1987, als eerbetoon aan deze voorvechter van de Drentse taal, voor het project voor streektaal en culturele educatie de naam Jan Naardinginstituut werd gekozen, kwam er protest vanwege Naardings houding tijdens de oorlog. Ook werden er bressen geslagen in zijn wetenschappelijke verdiensten. Verder onderzoek bracht naar voren dat Naarding niet ‘fout’ was geweest, maar wel een vergaande vorm van Drenthomanie had gemanifesteerd. Zo werd hij uiteindelijk Drenthes omstreden heilige.

      Literatuurhistoricus dr. Henk Nijkeuter (1956) deed onderzoek naar leven werk van Jan Naarding. Het eerste deel van deze studie is een biografie waarin Naarding midden in zijn tijd geplaatst wordt, in de samenleving en in de beweging waarvan hij deel uit maakte. Nijkeuter beschrijft de wordingsgang van Naarding, schetst de ware drijfveren van Naardings publicatiedrift en licht de achtergronden van de vergruising van deze taalemancipator toe. Uniek in dit boek is ook dat in het tweede deel voor het eerst alle in tijdschriften en boeken gepubliceerde gedichten van Naarding bijeengebracht zijn. Daartoe behoort ook een Drentse vertaling van het Middelnederlandse Reinaert-verhaal. Nijkeuter analyseert en verklaart in dit boek Naardings poëzie; hij vertaalde bovendien diens gedichten in de standaardtaal, zodat ook het archaïsche Drents van Naarding nu voor een breed toegankelijk is.

       49,90
    • Made in Fryslân

      Made in Fryslân

      Honderd jaar design 1924-2024
      Bert Looper
       17,90

      Made in Fryslân

      In Made in Fryslân vertelt Bert Looper het boeiende verhaal van design in Fryslân in de afgelopen honderd jaar. Het is een verhaal van voortdurende innovatie in traditie. De klassieke rotanstoel uit Noordwolde veranderde in handen van Gerard van den Berg in de spannende ‘stoel van het jaar 1985’. De eeuwenoude keramiek van Tichelaar Makkum werd opzienbarend design door de creativiteit van Studio Job en Hella Jongerius. Christien Meindertsma maakte furore op de ‘Salone’ van Milaan met haar interpretatie van het Hindelooper meubel. En Claudy Jongstra laat in haar viltkleden zien wat ecologisch activisme en design kunnen betekenen voor de maatschappij van de eenentwintigste eeuw. Kortom, de vruchtbare combinatie van traditie en ambacht, kunst en vernieuwing vormt de rode draad in het verhaal van Fryslân als een verrassende broedplaats van design.

      Bert Looper is historicus en publiceert boeken en artikelen over geschiedenis, kunst en design.

       17,90
    • Geschiedenis van Drenthe

      Geschiedenis van Drenthe

      Een archeologisch perspectief
      Wijnand van der Sanden
       39,50

      Geschiedenis van Drenthe

      Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
      De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

      Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

      Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

       39,50
    • Kloostermoppen

      Kloostermoppen

      Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
      Edward Houting, Hans Vrijer
       35,00

      Kloostermoppen

      In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

      In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

       35,00