De kanoet
€ 24,90
De veranderende wereld door de ogen van een trekvogel
De kanoet is een reislustige vogel. In Nederland overwintert de kanoet in de Waddenzee en de Delta, of hij tankt daar bij, op weg van Siberië naar West- Afrika en terug. Door die reislust is de kanoet ook een goede verhalenverteller. Zoals de kanaries in de kolenmijn, wijst de kanoet ons genadeloos op de aantasting van het milieu. De vogel blijkt zelfs een soort thermometer: door van generatie op generatie een beetje te krimpen, maar wel met een relatief steeds langere snavel, laat de kanoet zien dat ook het klimaat langzaam aan het veranderen is.
Al deze verhalen zijn opgetekend uit de mond van de mensen, zoals Theunis Piersma, die de vogel al vele jaren onderzoeken, en geillustreerd met schitterende foto’s van een fotograaf die deze vogels al zijn hele leven op de hielen zit.
Rob Buiter (Heemstede, 1966) is freelance wetenschapsjournalist. Hij is verslaggever voor Trouw en Vroege Vogels en hoofdredacteur van het oudste natuurtijdschrift van Nederland, De Levende Natuur.
Met foto’s van Jan van de Kam
Klik hier voor de bibliografie die bij het boek hoort.
Video’s die gerelateerd zijn aan dit boek:
Met kleine WATLAS-zendertjes die van seconde tot seconde en tot op enkele meters nauwkeurig de plek in de Waddenzee registreren binnen een uitgestrekt web van antennes, is te zien hoe kanoeten met het opkomende en uitgaande tij meebewegen. Deze wadvogels met het formaat van een forse merel zoeken hun voedsel op de grens van nat en droog. Bij vloed rusten ze rond het onbewoonde Waddeneilandje Griend en wachten tot het water weer gaat zakken, zodat ze op de droogvallende platen weer naar schelpdieren zoals kokkels en nonnetjes kunnen zoeken. Ga naar de website van WATLAS om live mee te kijken met de gezenderde steltlopers. Dit onderzoek wordt beschreven in het boek.
Gerelateerde boeken
-
Fauna en Flora van de Vlaamse kust
De historische Vlaamse kust maakt deel uit van de Noordwest-Europese kustvlakte die zich uitstrekt van Noord-Frankrijk tot Denemarken. Deze gids behandelt een lang en smal gebied van ongeveer 120 kilometer lang en minder dan 5 kilometer breed. De grensoverschrijdende (Nederland, België en Frankrijk) regio herbergt een grote variatie aan leefgebieden voor fauna en flora: zandstranden, slikken, schorren, stuivende duinen, mosduinen, duinpannen, duingraslanden, duinstruwelen en duinbossen. Ook oudere, ontkalkte duingebieden met soorten die kenmerkend zijn voor zure, droge zandgronden kunnen we er aantreffen. Leefgebieden van rotskusten worden hier vervangen door golfbrekers, staketsels en andere door de mens aangebrachte structuren.
Fauna en Flora van de Vlaamse kust is het vierde deel in de reeks schitterende veldgidsen over belangrijke natuurgebieden in de Benelux. Ze zijn geïllustreerd met prachtige diarama’s van de leefgebieden en honderden levensechte illustraties van de soorten door de bekende Catalaanse natuurillustrator Toni Llobet. De teksten zijn van de vooraanstaande veldecoloog Hans Baeté, en dit alles onder wetenschappelijke leiding van professor Bart Muys.
-
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-