De redenaar en zijn stijl
€ 22,90
Uitgedaagd door zijn vriend Brutus schrijft Cicero in 46 voor Christus een laatste boek over de kunst van het spreken. Nog eenmaal ontwerpt hij een portret van zijn ideale redenaar. Die is vindingrijk, spreekt samenhangend en fraai, en biedt een levendige voordracht. Zo kan hij het publiek raken, overtuigen en in vervoering brengen. Speciale aandacht gaat uit naar stijlmiddelen, zoals klankeffecten. Uniek in dit boek is Cicero’s gedetailleerde analyse van prozaritme: het gebruik van ritmische patronen om zinnen fraai af te ronden.
Cicero schreef de verhandeling als een vervolg op het eerder bij Noordboek verschenen Romeinse redenaars, eveneens ingeleid door Rogier van der Wal en vertaald door Vincent Hunink.
Marcus Tullius Cicero (106 v.Chr – 43 v.Chr.) was een Romeins redenaar, politicus, advocaat en filosoof. Zijn leven speelde zich af tijdens de overgang van de Romeinse Republiek naar het keizerrijk.
Gerelateerde boeken
-
-
Simon Stevin (1548-1620)
Volgens Stevin is een natuurverschijnsel een wonder zolang het niet wordt doorgrond. Zodra men het natuurverschijnsel door theoretische beschouwingen of uitgevoerde of bedachte experimenten kan verklaren, is het geen wonder. Deze aanpak is de start voor een nieuwe manier om wetenschap te bedrijven. Stevin leefde in een eeuw van omwentelingen: de boekdrukkunst, de scheiding van de Nederlanden, de humanistische inzichten van Vesalius, Mercator, Dodoens … In die context ontpopte Stevin zich als een multidisciplinaire wetenschapper die bewust publiceerde in de volkstaal, het Nederduyts, om vooral de middenklasse van zijn tijd te bereiken. Hij boog zich over wiskundige problemen, maar dacht ook na over logica, legerorganisatie, omgangsvormen … Stevin publiceerde rentetabellen en verdedigde de theorie van Copernicus. Hij introduceerde in onze taal woorden zoals onder meer evenaar, omtrek, middellijn, scheikunde, evenwijdige
lijnen … -
Het leven van boeren die Hunebedden bouwden
Tussen 5.000 en 10.000 jaar geleden vond de Neolithische landbouwrevolutie plaats en werd de jager-verzamelaar meer en meer een boer die van een nomadisch bestaan overging naar een vaste nederzetting. Het zijn ‘vluchtige gestaltes’ waar we weinig van weten.
Zo’n ‘vluchtige gestalte’ is voor auteur Hein Klompmaker de groep boeren die meer dan 5.000 jaar geleden besloten hunebedden te bouwen. De vraag of je deze groep boeren als het ware ‘tot leven zou kunnen wekken’ heeft hem niet meer losgelaten. Hoe leefden deze mensen en waarin verschilt onze tijd wezenlijk van die van de hunebedbouwers? In dit boek gaat Klompmaker als een moderne detective op zoek naar het leven van de boeren die hunebedden bouwden.
De ontdekking van het Neolithicum wordt in de huidige tijd vooral beschreven als een ‘grand narratif’, waarbij grote lijnen en lange processen de boventoon voeren. Mede door de dominante plaats van archeologie in dit verhaal zijn het gedrag en de normen en waarden van de hunebedbouwende boeren vrijwel buiten beschouwing gebleven. Juist de cultureel-mentale ontwikkeling van de landbouwtransitie verdient nadere bestudering, onderzoek en belangstelling. Deze collectieve biografie voert niet alleen mensen van vlees en bloed op in het historische verhaal, maar laat ook monumenten, voorwerpen en landschappen als quasi-personages optreden en verbindt deze met het leven van alledag. Dat levert niet alleen een wetenschappelijk verantwoorde visie op, maar toont het Neolithicum in al zijn verscheidenheid en diversiteit als een vergane cultuur van mensen, dieren, monumenten en landschappen. Van mensen die, net als wij, een verleden hadden, keuzes maakten in het hier en nu en nadachten over de toekomst. De multidisciplinaire aanpak die Hein Klompmaker in dit boek hanteert, biedt een verrassend nieuwe kijk op het wereldbeeld van de boeren, die hunebedden bouwden.
Hein Klompmaker is historicus en publicist. Hij wilde aanvankelijk journalist worden maar besloot later zich te richten op geschiedenis. Na de havo volgde hij een lerarenopleiding en studeerde vervolgens geschiedenis aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Klompmaker was van 1988 tot 2018 directeur van het Hunebedcentrum in Borger.