De regel
€ 19,90
« Noem niets uw eigendom, maar laat alles voor u gemeenschappelijk bezit zijn.» Zo begint dit kleine en zeer invloedrijke geschrift van Aurelius Augustinus. Wie een leven in de geest van Augustinus wil leiden — en waarom zou je dat niet willen? — geeft het ego op, inclusief alle bezit. Dat doe je niet om je slaafs te onderwerpen — Augustinus heeft een hekel aan strenge, gesloten kloosters — maar om mentale ruimte te creëren waardoor je een oprecht gemeenschapsmens kunt worden.
De regel geldt als een van Augustinus’ meest toegankelijke en invloedrijke geschriften. Aan het einde van de dertiende eeuw leefde men ernaar in duizenden kloosters. De tekst circuleerde toen in meerdere varianten. Ook twee varianten voor vrouwenkloosters zijn hier, net als een brief over het kloosterleven, opgenomen in het oorspronkelijke Latijn en in een fraaie vertaling.
Augustinus (354–430) was een Noord-Afrikaans filosoof en theoloog. Als eerste in de geschiedenis schreef hij systematisch over de vrijheid van de wil, de kracht van het geheugen, en de (on)maakbaarheid van de samenleving. Hij was bisschop van Hippo en geldt als een van de belangrijkste kerkvaders.
Met voorwoord van Paul van Geest en vertaalt door Vincent Hunink
Gerelateerde boeken
-
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen
-
-
Heliand
De Heliand is een Oudsaksisch epos in stafrijm dat in 71 hoofdstukken over het leven van Jezus Christus vertelt, vanaf zijn geboorte tot en met zijn hemelvaart. De auteur heeft van de vier evangeliën een lopend verhaal gemaakt (een evangelieharmonie) en daarbij zijn eigen accenten gelegd door aanpassingen te maken en aanvullingen te geven. Daarmee ontstond een bijzonder kunstwerk. De Heliand volgt de inhoud van de vier evangeliën, maar de gebeurtenissen spelen zich af binnen de cultuur waarin de Saksen rond 800 leefden. Daarin was het paard een edel dier. De engelen verkondigen de geboorte van Jezus dan ook niet aan schaapherders, maar aan mannen die op de paarden passen. Ook wordt Jezus voorgesteld als een leenheer, die met zijn vazallen (de leerlingen) rondtrekt. Veel nadruk ligt dan ook op de grote trouw die de vazal aan zijn leenheer moet betonen.
Meer wezenlijk is evenwel de blijde boodschap die de auteur wil brengen. De Heliand (‘helende, genezende’) geneest mensen van de meest ernstige ziektes, maar tegelijk is Hij een verlosser: wie zijn woorden doet, zal na het verlaten van deze middelgaard opstijgen naar de hemelse weide.
De Heliand wordt internationaal beschouwd als een hoogstaand kunstwerk. Het verscheen in 1830 voor het eerst in druk. Er volgden veel uitgebreide wetenschappelijk studies van dit werk. Ook werd het vertaald in het Duits, Engels, Frans, Deens en het Nederlands. In 2012 volgden vertalingen in het Achterhoeks, Gronings, Twents en Münsterlands. In 2022 verschenen geannoteerde vertalingen in het Sallands en het Stellingwerfs.
Dit boek is de tweede, uitvoerig geannoteerde vertaling in het Nederlands die, net als de Sallandse en Stellingwerver vertalingen, zo dicht mogelijk bij de Oudsaksische grondtekst blijft. Ook dit werk bevat een uitgebreid deel waarin de Heliand in zijn context wordt besproken.