Een vlucht distelvlinders
€ 17,90
De distelvlinder is de vlinder aller vlinders. Hij weegt anderhalve gram, heeft hersenen ter grootte van een speldenknop en vliegt elk najaar ruim 4000 kilometer van Europa naar de tropische Afrikaanse savanne. Waarom? Hoe weet hij de weg? Ontdekkingen van onderzoekers en kunstenaars door de eeuwen heen geven ons een inkijkje in het fascinerende leven van deze wereldreiziger.
Gerelateerde boeken
-
De wereld in het klein
Wat eilanden ons vertellen over de relatie tussen mens en natuur€ 22,90E-book: € 17,99 -
Fisk
De bokking better besjoen, in reuzesnoek út ’e Fryske Wâlden, in fabel fol ûntefreden maitsen, in oade oan ’e dôber. It binne in pear foarbylden dy’t op lichtfuottige wize yn Fisk oan ’e oarder komme. Alles yn Fisk hat te krijen mei natuer, fisk, fiskjen, wetter en Fryslân.
Nei harren earste projekt – Stabij, in boek oer in hûn – is Fisk it twadde boek fan byldzjend keunstner Tjibbe Hooghiemstra en skriuwer-ferteller Douwe Kootstra. Douwe libbe him út yn ’e ferhalen. Tjibbe makke der tekeningen by. De miks fan bylden en koarte teksten makket Fisk ta in hearlik lês- en sjochboek.
-
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?