Eigenheid
€ 24,90
Hoe ontstaan regionale culturen? Zijn ze de moeite waard om te behouden? Op zoek naar antwoorden op deze vragen, neemt de Friese politicus Sietske Poepjes ons mee op een persoonlijke en historisch getinte rondreis die begint in Sneek en die – via Joods Antwerpen, The Middle of Nowhere, Groningen en Boedapest – daar ook weer eindigt.
De Friese cultuur blijkt overeenkomsten te hebben met die van andere regionale minderheidsgroepen. Dat komt door een gedeelde achtergrond van onderdrukking en agressie. Toch heeft ieder volk ook een eigen karakter en een zelfstandige blik op eigenheid. En juist dat maakt ze zo waardevol.
Sietske Poepjes (Harlingen, 1979) is een jurist en CDA-politicus. Ze studeerde Staats- en Bestuursrecht en Rechtstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte daarna als beleidsmedewerker ruimtelijke ordening en als juridisch controller bij de gemeente Lemsterland. Daarna was zij juridisch adviseur bij de Stichting Duurzame Garnalenvisserij en lid van de Provinciale Staten van Fryslân. Sinds 2011 is zij lid van de Gedeputeerde Staten van Fyslân. Ze bekleedde diverse portefeuilles en heeft sinds 2019 de portefeuilles Klimaat, Energie, Cultuur, Onderwijs en taal. Daarnaast was zij tot de zomer van 2023 loco-commissaris van de Koning.
Gerelateerde boeken
-
Rottumeroorlog
Op een kleine stukje natuurgebied met een oppervlakte van 2.5 km2 verwachtte men eind jaren 30 van de vorige eeuw weinig dreiging van de op handen zijnde oorlog. Maar omdat Rottumeroog vlak bij het Duitse eiland Borkum ligt, was al in april 1939 de Nederlandse marine gestationeerd op het eiland en voegden in september 1939 een aantal mannen van de infanterie zich bij deze groep. Op 10 mei 1940 was dan toch zover: vanuit het eiland Borkum werd Rottumeroog met een aantal bewapende boten ingelijfd door de Duitse bezetters. Zonder geweld werd het eiland overgegeven en de 30 Nederlandse militairen zonder problemen krijgsgevangen gemaakt en via Borkum naar een kamp in Wilhelmshaven, en later Lückenwalde overgebracht.
Er werd door de Duitsers een zware luchtafweerbatterij gebouwd, ondersteund door zoeklichten en een luisterapparaat. Voor de ongeveer 100 Duitse soldaten werden barakken gebouwd op het eiland. De verveling was dodelijk en de barakken werden bedreigd door overstromingen. Na enkele maanden verhuisde men het geheel naar Schiermonnikoog en werden er verder naar het oosten toe andere stellingen gebouwd. Door de continue afkalving van het eiland moesten keer op keer de stellingen steeds verder naar het oosten verhuisd worden. Bovendien spoelden op het eiland regelmatig oorlogsslachtoffers aan en kwamen er veel vliegtuigen in de omgeving terecht.
Waarom werd er door de Duitsers zoveel moeite gedaan om de verdediging op Rottumeroog in stand te houden en hoe zag die verdediging er precies uit? Hoe was het dagelijkse leven van de soldaten en hoe werd er omgegaan met de aangespoelde lijken en welke vliegtuigen crashten er? Hoe verging het met de eilandvoogd Toxopeus en zijn familie? Door intensief onderzoek en gebruik te maken van uniek bronnenmateriaal wist auteur Ties Groenewold de geheimen van Rottumeroog te ontrafelen.
Het rijk geïllustreerde boek belicht de geschiedenis van Rottumeroog van zowel de Nederlandse als Duitse zijde, zowel militair als civiel. Het boek is voorzien van uniek beeldmateriaal o.a. afkomstig uit persoonlijke fotoalbums van de Duitse soldaten en is daarnaast voorzien van uniek kaartmateriaal. Het verhaal wordt geschreven vanuit betrouwbare bronnen, zoals Duitse oorlogsrapporten en het journaal van de toenmalige eilandvoogd Jan Toxopeus en is interessant voor een breed publiek.
Ties Groenewold (1992) uit Middelstum, thans woonachtig in Delfzijl, is werkzaam als hovenier. De uren buiten werktijd worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Ties is eigenaar van het Oorlogsmuseum Middelstum waar hij allerhande zaken uit de oorlog tentoonstelt, vooral gericht op Noord-Nederland en Ostfriesland. Verder verricht hij onderzoek naar de oorlog in de provincie Groningen en de Eems-Dollard regio en publiceert hierover in tijdschriften van verschillende verenigingen. In 2019 verscheen zijn eerste boek Flugwache Warffum.
-
Nieuwe Drentse Volksalmanak 2022
De Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak, opvolger van de Drentsche Volksalmanak (1837-1851), verschijnt sinds 1883. In de loop van de jaren is de almanak uitgegroeid tot historisch en archeologisch jaarboek van Drenthe. Het is hét podium voor zowel professionele onderzoekers als amateurhistorici en -archeologen die de resultaten van hun onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze aan een breed publiek willen presenteren.
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 2022 staan de volgende bijdragen:
• Autochromen (kleurenfoto’s begin 20ste eeuw), Mark Goslinga
• Een grensconflict tussen Coevorden en Dalen, Fred Sieders
• Rechtsherstel van onroerend goed van Joden in Coevorden, Maarten Duijvendak
• Herinneringscentrum Westerbork deel 3, Dirk Mulder
• In Memoriam Johannes Diderik van der Waals (1925-2022), Wijnand van der Sanden
• Jagers in een waterberging ─ Een Ahrensburg-site in de Asser wijk Kloosterveen, Jan van Rijn, Jaap R. Beuker, Ronald Popken en Bernard Versloot
• Keutels in een berkenbroek ─ De vondst van uitwerpselen van een edelhert bij Kloosterveen, gemeente Assen, Bas van Geel, Jaap Beuker, Gert van Oortmerssen en Jan van Rijn
• Mens en moeras 4 ─ Enkele laatste aanvullingen, Wijnand van der Sanden
• Gedoopt of niet-gedoopt, dat is de kwestie ─ Kinderbegraafplaatsen uit de 11de eeuw onder de kerken van Vries en Norg, Pieter den Hengst
• Klooster Dickninge en het grondbezit in Noord-Nederland (incl. geofysisch onderzoek), IJsbrand Boonstra en Theo Spek,
• Coevorder kost – Een overzicht van archeobotanisch onderzoek in een Drentse vesting(stad) (13de-18de eeuw), Morvenna van Rijn en Welmoed Out
• Van Eelde tot Havelte – Een definitieve kaart van de Drentse vondsten van G.H. Voerman, Jan van RijnWie geïnteresseerd is in het lange en rijkgeschakeerde verleden van Drenthe – van vuistbijl tot veenkolonie – mag de Nieuwe Drentse Volksalmanak niet missen.
-
-
Spegel en sonde
As toskedoktersassistinte Doutsen (echtgenoate, mem en minneres) in nije baas krijt, giet der ynienen in soad mis. Om’t se it iene nei it oare ferjit, minsken net mear werkent en regelmjittich it paad bjuster is, rekket se yn panyk. Se driget de kontrôle oer har libben te ferliezen en lit it yn har omgean har eardere berop fan byldzjend keunstner wer op te krijen. As Anniek, har suster dy’t se tsientallen jierren net troffen hat, kontakt opnimt, komt alles yn in streamfersnelling en komme dingen oan it ljocht dy’t Doutsen har hiele libben ferswijd hat. Wat is der eins bard yn it ferline?
Op meinimmende wize fertelt Jetske Bilker dit oangripende, en bytiden humoristyske, ferhaal oer geheugen, de eangst foar alzheimer en famyljebannen.
Fan Jetske Bilker (1960) ferskynde earder de roman It libben fan in oar, dy’t nominearre waard foar de Gysbert Japicxpriis.