Fauna en flora van de Kempen
€ 17,50
Met deze sterk visuele veldgids in de hand start de ontdekkingstocht in het prachtige landschap van de Kempen. Het gaat om het grensoverschrijdende gebied tussen Antwerpen, Eindhoven en Maastricht. Ontdek meer dan 700 bijzondere planten en dieren als de Kempense heidelibel, de boomvalk, de ijsvogelvlinder en de dophei. De achtergrondinformatie, de prachtige biotoopplaten en de waarnemingstips maken dat ontdekken nog gemakkelijker. Met deze gids kan de wandelaar, fietser en iedere natuurliefhebber op stap in dit uitgestrekte natuurgebied op de grens van Nederland en Belgie. De natuurgids Fauna en Flora van de Kempen is het tweede deel in de reeks schitterende veldgidsen voor belangrijke natuurgebieden in de Benelux. Uniek voor deze veldgidsen is dat ze een natuurgebied exhaustief belicht: zowel planten, zwammen, vogels, insecten, zoogdieren enz. komen aan bod. De gidsen zijn geïllustreerd met prachtige diarama’s van de leefgebieden en honderden levensechte illustraties van de soorten door de bekende Catalaanse natuurillustrator
Toni Llobet aangevuld met deskundige tekst door veldecoloog Hans Baeté onder de wetenschappelijke leiding van Prof. Bart Muys.
Gerelateerde boeken
-
Eetbare bomen en struiken
Lekkers uit de natuur
In het bos, in je eigen tuin of in het park – overal groeien bomen en struiken die je lokken met hun heerlijke vruchten. En ook met hun knoppen, bloemen, bladeren en zelfs hun boomsap kan je je menu verrijken.Zeker determineren
Meer dan 350 foto’s en kleurenillustraties tonen alle belangrijke kenmerken en helpen je de verschillende boom-en struiksoorten betrouwbaar te determineren.
Correct verzamelen
Waar mag ik verzamelen? Welke onderdelen zijn eetbaar? En hoe kom ik bij die zoete vruchten bovenin? De mand is snel gevuld dankzij enkele eenvoudige tips en trucs.
Bewerken en bereiden
Soep of salade, smoothie of likeur, drogen, karameliseren of inleggen- talrijke recepten laten zien hoe de lekkernijen uit de natuur kunnen worden verwerkt.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
Van landschap naar tuin
Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.
Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.