Friesland, mijn liefde
€ 22,90
‘Hier in Friesland houden we niet zo van centraal gezag. De weerstand tegen leiders van elke soort wortelt diep, ook bij mij. Wij gedijen beter in gespreid leiderschap, gehoorzamen liever een synode dan een paus, houden meer van onze elf steden dan van onze hoofdstad. Als er één kernbegrip de cultuur definieert, dan is het vrijheid.’
‘De zin van het leven is hier plaatsgebonden en daarom ook mijn aanbod aan jou, mijn liefde voor het leven. Ik wil voor je zorgen, zoveel ik kan, maar je moet wel hier komen. Het leven dat jij je voorstelt voor je kinderen, kan hier worden geleefd. Minder achterbank, minder curling en meer natuur, tuin en fiets.’
Een ode aan Friesland, een politiek manifest en een liefdesverklaring in één.
Gerelateerde boeken
-
Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe
In 1921 stond Zuidoost-Drenthe letterlijk en figuurlijk in brand. De dramatische gebeurtenissen van dat jaar, de aanloop en de onderliggende oorzaken worden in Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe 1860-1921 op indringende wijze beschreven.
Turfwinning was decennialang de belangrijkste bedrijfstak in Zuidoost-Drenthe. Toen in 1921 de turfwinning in het gebied instortte ontstond een sociale ramp: werkloosheid, armoede en honger. De veenarbeiders kwamen hiertegen massaal in opstand.
Deze crisis kwam echter niet uit de lucht vallen. Al vijftig jaar eerder waren er tekenen dat de turfwinning zijn langste tijd gehad had, doordat turf steeds meer door steenkool werd vervangen. De teruglopende rentabiliteit werd op de veenarbeiders afgewenteld, onder meer door het verlagen van hun lonen. In dezelfde periode kreeg het socialisme voet aan de grond en werden er vakbonden opgericht. Deze ontwikkelingen zetten de arbeidsverhoudingen verder op scherp. Juist in deze periode raakten in andere gebieden de turfvoorraden uitgeput en verschoof de turfwinning naar Zuidoost-Drenthe. Gesteund door hun vakbonden kwamen de veenarbeiders in opstand. Maar ook binnen de vakbewegingen was rivaliteit. Anders dan in de rest van Nederland speelde in Zuidoost-Drenthe binnen de vakbewegingen vooral de botsing tussen de revolutionaire socialisten en sociaaldemocraten. Het overgeleverde beeld van arme, ongeschoolde en opstandige veenarbeiders is sterk bepaald door deze laatste fase van de vervening.
Dit boek beschrijft de sociale en economische aspecten van de veenwinning, de opkomst en rivaliteit binnen de vakbewegingen en de aanloop naar de massale arbeidersopstand van 1921 in Zuidoost-Drenthe.
-
Schoffies in Salland
Vanaf 1894 duiken er in het Sallandse landschap plots grote aantallen jongens op.
Deze schoffies gaan hier niet vrijwillig heen: ze worden voor een heropvoeding naar Balkbrug gestuurd. In het rijksopvoedingsgesticht Veldzicht wordt geprobeerd om deze jongens een ambacht aan te leren, in de hoop dat zij daarna een goede plek in de maatschappij zullen vinden. Op haar hoogtepunt wonen hier zo’n 240 jongens.Maar wat is een rijksopvoedingsgesticht eigenlijk? En wat doen die jongens daar dan? Hoe is Veldzicht verbonden met het omringende landschap? En wat heeft de Kolonie van Weldadigheid de Ommerschans met dit alles te maken?
Jasmijn Vervloet neemt een duik in de geschiedenis van Veldzicht. Door de ogen van een schoffie vertelt zij het verhaal van het rijksopvoedingsgesticht en haar bewoners. Leer meer over de geschiedenis van de penitentiaire jeugdzorg, bewonder de vele foto’s die het boek rijk is of maak de architectuurhistorische rondwandeling. Kom mee naar Veldzicht!
-
opa en opoe plús in ut Leewaddes
In opa en opoe plús in ut leewaddes gaat Nijntje op visite bij opa en oma plús. ‘opa hew un autoped foor nijn’ en nijntje ‘breide un omslagdoek foor opoe plús’. Bij de thee eten ze ‘butterkoekjes, nóg lékkerder as gebak’.
De vertaling van opa en opoe plús in ut leewaddes is verzorgd door Anne Feddema.
-