Friezen op zee
€ 39,90
Tijdens de zeventiende en achttiende eeuw komt de Friese koopvaardij tot een ongekende bloeiperiode die vrijwel overal in Friesland welvaart brengt. Deze Friese Gouden eeuw is onlosmakelijk verbonden met de Gouden Eeuw van Amsterdam. Het zijn vooral de Friezen die via de Oostzee de Amsterdammers voorzien van graan en van het hout dat nodig is om de stad op te bouwen. Dit ontwikkelt zich met name vanuit de doopsgezinde netwerken. Friezen op zee vertelt hoe tienduizenden schepen vanuit Friesland door de Sont op weg gaan naar de Oostzee, hoe boerenzoons schepen bouwen en Waddeneilanders de walvisvaart opbouwen, hoe marktplaatsen uitgroeien tot internationale havens, hoe men vanuit veengebieden turf naar Amsterdam verscheept en ten slotte hoe de koopvaardij ten onder gaat.
De wetenschappelijke belangstelling van Emeritus-hoogleraar Jan Auke Walburg gaat uit naar de omstandigheden waaronder gemeenschappen tot bloei en ontwikkeling komen. Hij maakte een diepgaande studie naar de ontwikkeling van een 25-tal Friese steden en dorpen die vooral dankzij de scheepvaart tot welvaart kwamen. Hij is voorzitter van de Wurkgroep Maritime Skiednis van de Keninklijke Fryske Akademie.
Gerelateerde boeken
-
Sprekende stenen
Levensverhalen van 263 nazi-slachtoffers
In de Schilderswijk in Groningen zijn 263 mensen omgekomen door naziterreur: Joden, verzetsstrijders, studenten en anderen die voor nazi’s moesten werken of dat juist weigerden. Voor bijna al deze mensen is een Stolperstein voor hun voormalig woonhuis gelegd. Sprekende stenen vertelt de verhalen bij deze stenen. Er zijn nabestaanden overal in de wereld opgespoord en verhalen opgetekend die nog niet eerder zijn vastgelegd. Over mensen met dromen en idealen: uitvinders van puddingpoeder of splintervrije brillenglazen, vluchtelingen die zich in leven houden met een kraam op de markt, een parketmedewerker die vermomd als zuster Jo per ambulance verzetsdaden pleegt, een meisje dat opeens niet meer naar school mag.
Verhalen die duidelijk maken hoe mensen in moeilijke omstandigheden veerkrachtig blijven: de behangwinkelier die verduisteringspapier gaat verkopen, mensen die hun baan of bedrijf kwijtraken en vervolgens een pension beginnen, de buurman van de foute hoofdcommissaris van politie die onderduikers helpt.
De Tweede wereldoorlog wordt daarmee heel concreet binnen de grenzen van een wijk: vluchtelingenproblematiek, collaboratie en verzet, het doorgaan van het dagelijks leven, Arbeitseinsatz, Jodenvervolging, onderduiken, een vergissingsbombardement, zware gevechten bij de bevrijding. Dat geeft het boek een extra dimensie.
Sprekende stenen roept ook de vraag op: Wat had ik gedaan? Had ik onderdak durven bieden, verzet durven plegen? -
Mensenjacht
Het optreden van de Sicherheitspolizei in Drenthe tijdens de Tweede Wereldoorlog€ 39,90 -
Rijk, maar niet in geld
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
-