Fryslân yn de Gouden Iuw
€ 49,90
Hoe seach Fryslân der yn de Gouden Iuw út? Wat hat tusken 1585 en 1685 it ûnderskiedende west fan Fryslân binnen de Republyk? Fryslân ûnderskiede him fan de oare gewesten troch in eigen steedhâlder, in bloeiende akademy en troch in taal.
Lju út de boargerij koenen foar it earst in foarnaam plak fine yn de maatskippij en waarden sa diel fan de regintemacht. In nije, ûnôfhinklike steatsfoarm koe opboud wurde. Mar om 1620-1630 hinne waard yn reginterûnten eigenbelang boppe publyk belang steld en de ekonomyske efterútgong fan 1650 ôf makke dat doe in iuwen duorjende statyske stannemaatskippij ûntstie.
De Gouden Iuw wie foar Fryslân in bloeiperioade dy’t noait mear neifolging krige.
Philippus Breuker (1939) hat meiwurker fan de Fryske Akademy west en heechlearaar oan de universiteiten fan Leiden en Amsterdam. Hy publisearret oer skiednis, letterkunde en lânskip fan Fryslân.
Gerelateerde boeken
-
24 uur in het oude Athene
Welkom in het Athene van 416 v. Chr. De stad heeft op dat moment ongeveer 30.000 inwoners, met meer genieën per vierkante meter dan ooit in de geschiedenis van de mensheid. Terwijl de stad op de rand van de rampzalige oorlog zweeft die het einde van haar gouden tijdperk zal betekenen, brengen wij vierentwintig uur met gewone Atheners door. Aan het woord komen
onder andere een tempelbewaker, een slavin, een dokter en een priesteres. Hun verhalen scheppen een levendig beeld van hoe het was om in die tijd te leven. De kaderteksten met citaten uit de klassieke literatuur en aanvullende informatie schetsen een beeld van een tijd die nog altijd enorm tot de verbeelding spreekt.Philip Matsyzak studeerde geschiedenis en is docent aan het Madingley Hall, Cambridge. Hij heeft een groot aantal boeken
op zijn naam, waaronder het vorig jaar verschenen 24 uur in het oude Rome. -
Op reis met de NTM
In 1880 werd de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) opgericht. Doel van het bedrijf was in Nederland trambanen aan te leggen en te exploiteren, te beginnen met paardentrams, al snel gevolgd door de stoomtram.
Busliefhebber Melle van der Goot schetst in dit boek de geschiedenis van de NTM; de uitbreiding van het bedrijf in Noord-Nederland tot 1920 en de concurrentie van en overstap naar autobussen in de jaren dertig. Vervolgens beschrijft de auteur de woelige oorlogsjaren en de bloei van het bedrijf in het eerste decennium na de bevrijding, totdat de NTM in 1971 opging in de FRAM. Op reis met de NTM is rijk geïllustreerd met uniek beeldmateriaal uit privéverzamelingen en bedrijfsarchieven. -
Soldaat van Napoleon (1806-1815)
500.000 soldaten trekken in 1812 in het leger van Napoleon naar Rusland. Van hen zullen honderdduizenden nooit meer thuis komen. Joseph Abbeel overleeft de verschrikkingen van de veldtocht wel. Hij lijdt honger en dorst, plundert om aan eten te komen, ontsnapt ternauwernood aan kozakken, zit onder het ongedierte, raakt gewond in een veldslag, ziet Moskou branden – en dan moet de terugtocht nog beginnen! De dood is nooit ver weg – en soms verlangt Abbeel er zelfs naar! – maar op miraculeuze wijze ontglipt hij telkens dat lot. Wanneer hij op de terugweg Hamburg bereikt en denkt dat zijn ellende bijna voorbij is, wordt hij krijgsgevangen genomen. Dan begint een tocht naar de Wolga, nog achthonderd kilometer verder dan Moskou.
Na thuiskomst in Vlaanderen zet Abbeel zijn herinneringen op papier. Hij doet dat beeldend, met humor en oog voor detail, zodat de lezer zijn avonturen letterlijk meebeleeft. Geen andere soldaat van Napoleon schrijft zo’n belangwekkend ooggetuigenverslag van de Russische veldtocht.
Dr. Joost Welten is onderzoeker aan het instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Zijn dissertatie over de invoering van de dienstplicht onder Napoleon werd bekroond door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
-
Fokje Pasma (1865-1956)
De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.
Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.