Fryslân yn de Gouden Iuw
€ 49,90
Hoe seach Fryslân der yn de Gouden Iuw út? Wat hat tusken 1585 en 1685 it ûnderskiedende west fan Fryslân binnen de Republyk? Fryslân ûnderskiede him fan de oare gewesten troch in eigen steedhâlder, in bloeiende akademy en troch in taal.
Lju út de boargerij koenen foar it earst in foarnaam plak fine yn de maatskippij en waarden sa diel fan de regintemacht. In nije, ûnôfhinklike steatsfoarm koe opboud wurde. Mar om 1620-1630 hinne waard yn reginterûnten eigenbelang boppe publyk belang steld en de ekonomyske efterútgong fan 1650 ôf makke dat doe in iuwen duorjende statyske stannemaatskippij ûntstie.
De Gouden Iuw wie foar Fryslân in bloeiperioade dy’t noait mear neifolging krige.
Philippus Breuker (1939) hat meiwurker fan de Fryske Akademy west en heechlearaar oan de universiteiten fan Leiden en Amsterdam. Hy publisearret oer skiednis, letterkunde en lânskip fan Fryslân.
Gerelateerde boeken
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-
-
Werelderfgoedgids Frederiksoord – Wilhelminaoord
Wie zonder voorkennis over de ontstaansgeschiedenis van de Koloniën van Weldadigheid door de Oranjelaan in Wilhelminaoord loopt, of de Hospitaallaan in Veenhuizen, krijgt gemakkelijk de indruk dat hij of zij zich bevindt op een landgoed of op het terrein van een grote zorginstelling. Onder de hoge beuken en eiken en rond de gebouwen heerst een bijzondere sfeer. Het groen werkt rustgevend. Tegelijkertijd geeft de strakke rechtlijnige structuur van de wegen en de ordelijkheid van de gebouwen in het gelid dwingend richting. Dit was onderdeel van de bewuste disciplinering van de armen en de sociaal kwetsbare groepen die hier leefden. Want dat was het doel van de Koloniën van Weldadigheid: uit het hele land werden hier in de 19e eeuw mensen en families in armoede – denk aan landlopers, bedelaars, maar ook wezen – naartoe gestuurd om het land te bewerken, naar school te gaan en discipline aan te leren. Er zijn zeven Koloniën, waarvan twee in het huidige België en vijf in het noorden van Nederland.
Veenhuizen en Frederiksoord-Wilhelminaoord in Nederland en Wortel in Vlaanderen zijn UNESCO Werelderfgoed. Jaarlijks bezoeken veel mensen de omgeving om daar te genieten van het unieke landschap of heel gericht kennis te maken met de historie van de Koloniën, en het landschap met bomenlanen en monumentale gebouwen.
Voor deze bezoekers zijn nu twee gidsen gemaakt die als bron van informatie dienen over zowel het landschap als de historie, en die ook een aantal wandel- en fietsroutes bevatten die men kan volgen om de hoogtepunten van het UNESCO werelderfgoed te zien. De gidsen zijn rijk geïllustreerd met kaarten, foto’s, verklarende illustraties, en historisch beeldmateriaal.
-
Tegenkultuur Special Edition
Special Edition – inclusief orginele Hitweek
Mensen, dit is een unieke krant. Er gaat iets gebeuren. Let op. Nu gaan we spijkers met koppen slaan!!!! Peter J. Muller, medeoprichter Hitweek.
In Tegenkultuur worden publicaties van de Nederlandse underground in de jaren 1964-1976 getoond en beschreven. Het boek plaatst de underground in de sociale context van de jaren zestig. Hitweek en Aloha, de belangrijkste Nederlandse undergroundbladen komen uitgebreid aan bod. Tegenkultuur laat zien welke Nederlandse undergroundbladen er naast Hitweek en Aloha waren, geeft een korte typering en toont vooral hoe ze eruitzien.
De jaren zestig en zeventig waren een tijd van ongekende welvaart, waarin de opgroeiende jeugd voor het eerst de ruimte kon nemen om haar stem te laten horen over maatschappelijke problemen en oplossingen. De undergroundbeweging werd ook wel ‘alternatieve cultuur’ of, in het idioom van de jaren 60, ‘tegenkultuur’ genoemd.
Ik vond dat het hoog tijd was dat de jonge generatie eindelijk een stem kreeg. Willem de Ridder, medeoprichter Hitweek.
De massamedia deden verslag van zaken vanuit de bestaande normen en waarden, waarin de undergroundbeweging zich niet herkende. De undergroundpers vulde dit gat door te rapporteren over die dingen die de underground bezighield, door hun kijk op tal van zaken te verwoorden en door het benadrukken en vormgeven van een nieuwe levensstijl.
Alle undergroundpublicaties werden gemaakt door de jeugd en hadden de jeugd als doelgroep. Of het nu politiek of cultureel was, de inhoud van de undergroundkranten was een directe weerspiegeling van de hoop, dromen en activiteiten van de redacteuren, schrijvers en vormgevers die zichzelf zagen als actieve deelnemers en als chroniqueurs van de beweging.
Tegenkultuur bevat een schat aan beeldmateriaal, waardoor het samen met de historische context een representatief naslagwerk vormt van de Nederlandse undergroundpers in de jaren 1964-1976. Het boek is interessant voor een brede groep lezers: voor de lezer die deze tijd actief heeft meegemaakt of er meer over wil weten maar ook voor de lezer die geïnteresseerd is in grafische vormgeving, ‘small press’ of undergroundmuziek.
Over de auteurs
Peter Sijnke (1951) is historicus. Hij was werkzaam in het archiefwezen en publiceerde veel op het terrein van de lokale en regionale geschiedenis. Over popmuziek schreef hij zeven boeken, waarvan drie met betrekking tot het Holland Pop Festival in Kralingen (1970) samen met Marcel Koopman. Peter schrijft regelmatig in Platenblad.Jan Pen (1955) was tot zijn pensionering in 2019 eigenaar van een bureau voor zakelijk advies op het gebied van biotechnologie. Hij heeft sinds het begin van de jaren negentig, een collectie opgebouwd van posters, tijdschriften en pamfletten van bewegingen als Provo, Kabouter, Underground en Punk. Jan heeft een internetboekhandel JP Antiquarian Books op het gebied van zijn collectie.