Het wonder van 2018. Terugblik op Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa
Het was het grootste culturele project uit de Friese geschiedenis. Qua omvang, complexiteit en kosten: Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa (LF2018). Vanaf het lanceren van het idee in het najaar van 2006 tot de realisatie in 2018 was men twaalf jaar onderweg. Meerdere keren was het kantje boord of het project überhaupt doorgang kon vinden. Toch werd 2018 een feestjaar waarbij alle records zijn gebroken. Nooit eerder waren zoveel mensen tegelijkertijd in Leeuwarden – ook niet tijdens een Elfstedentocht – als in het weekeinde van de Reuzen van Royal de Luxe. Nooit eerder waren er zulke hoge bezoekerscijfers, bijvoorbeeld in het Fries Museum of bij theatervoorstellingen als De Stormruiter. Maar ook nooit eerder zal er zoveel zijn gepraat over een evenement, ervoor en erna. Voor dit boek zijn meer dan 120 betrokkenen geïnterviewd. Zij kijken terug op LF2018.
Geart de Vries (1956) werkte jarenlang als programmamaker en eindredacteur bij Omrop Fryslân. Vanaf 2009 tot aan 2021 was hij directeur van het Historisch Centrum Leeuwarden.
Gerelateerde boeken
-
200 jaar Friese landbouwmechanisatie
In de afgelopen twee eeuwen veranderde de wijze waarop in Friesland landbouw bedreven werd ingrijpend. Rond 1800 werkte de boer nog voornamelijk met de hand, geholpen door zijn paard. Een eeuw later nam de trekker de rol van het paard over en volgde op mechanisatiegebied de ene revolutionaire ontwikkeling na de andere. In Friesland begonnen in de jaren net voor en na de Tweede Wereldoorlog innovatieve dorpssmeden en uitvinders met de import, verkoop en bouw van landbouwwerktuigen. Een aantal van hen groeide uit tot succesvolle fabrikanten en handelaren en werden internationale spelers met een iconische status. Voorbeelden zijn de rood-gele landbouwwagens van Miedema, de blauwe hooischudder van Eureka, de maaibalk van Schukken en de gierpomp van Hermes. Friesland leverde ook wereldprimeurs, zoals de melkrobot uit Oentsjerk en de snarenbedpootmachine en looftrekker van uitvinder Abe Gerlsma.
In dit rijk geïllustreerde standaardwerk beschrijft Henk Dijkstra de historie van de landbouwmechanisatie in Friesland, met uitstapjes naar nationale en internationale ontwikkelingen. Aan het eind van het boek wordt uitgebreid de geschiedenis van de 15 belangrijkste Friese fabrikanten van landbouwmachines beschreven.
Henk Dijkstra (Gytsjerk, 1959) is directeur van het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden.
-
Zuivelfabrieken in Friesland
In Friesland zijn sinds het einde van de negentiende eeuw meer dan 160 zuivelfabrieken gebouwd. Ruim een derde van de dorpen en steden had zo’n fabriek. Net als de kerk werd de zuivelfabriek een sociaal referentiepunt, een plek die de mensen in en rondom dorp of stad verenigde in een gemeenschappelijke activiteit, namelijk het maken van boter en kaas.
Van al die oude zuivelfabrieken zijn nog slechts enkele in bedrijf, en meer dan honderd zijn er – soms gedeeltelijk – afgebroken. Zuivelfabrieken in Friesland geeft voor het eerst een compleet en rijk geïllustreerd overzicht van deze fabrieken en hun geschiedenis.
In Zuivelfabrieken in Friesland plaatst historicus Marijn Molema de komst en ontwikkeling van de Friese zuivelfabrieken in een bredere, maatschappelijke context. Architectuurkenner Peter Karstkarel behandelt in het tweede deel de zuivelfabrieken alfabetisch per plaats. Hij gaat daarbij in op ontstaan, geschiedenis en architectonische kenmerken van zowel de fabriek als de directeurswoning.
De basis voor dit standaardwerk is de collectie van Robert Visser, die al zo’n dertig jaar alles verzamelt wat ook maar enigszins te maken heeft met zuivelfabrieken en industriële processen die daarin plaatsvonden. Een unieke collectie die in dit boek is vastgelegd.