Het halve dorp moest verhuizen

De Doleantie in Hijlaard
Kees Bevaart

 34,90

Let op! Verwacht rond 15-10-2025

Friesland ligt bezaaid met honderden terpdorpen, met elk een eigen kerk. Veehouders, ambachtslieden en arbeiders werkten er samen in een alledaagse werkverdeling en in (ogenschijnlijke) gemoedelijkheid. Zo ook in Hijlaard, iets ten zuidwesten van Leeuwarden.

Op kerkelijk gebied groeide echter in de loop van de negentiende eeuw een schisma dat achteraf gemakkelijk aanwijsbaar is, maar door de dorpelingen lange tijd niet als zodanig werd ervaren. Orthodoxe en vrijzinnige hervormden groeiden uit elkaar, waarbij in Hijlaard vooral twee veehouderfamilies tegenover elkaar stonden. Die tweestrijd kwam tot uiting in een breuk: de Doleantie van 1887. Een meerderheid van de bevolking brak met de Hervormde Kerk, verloor daardoor haar kerkelijke bezittingen en stichtte vervolgens een eigen kerk en kerkgebouw.

Ook elders in Nederland werden dorpsgemeenschappen gespleten door de Doleantie, maar in Hijlaard liet zich de strijd tot in bijzonderheden reconstrueren: geen enkele Hijlaarder kon ontkomen aan het maken van een keuze (tot en met ‘de dronkaard en de gek’). En toen de vrijzinnigen de strijd hadden gewonnen, volgde hun wraak – het halve dorp moest verhuizen.

Kees Bevaart studeerde Culturele antropologie en Theorie en methoden van de eigentijdse geschiedenis aan de Vrije Universiteit.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
352
Druk:
1
Datum verwacht:
15-10-2025
ISBN:
9789464714104

Gerelateerde boeken

  • Communistisch verzet in Drenthe

    Communistisch verzet in Drenthe

    1935 - 1945
    Wim Ensing
     22,00

    Communistisch verzet in Drenthe

    Vanaf 1935 blijkt er bij de verkiezingen een steeds grotere rol weggelegd voor de Communistische Partij Nederland (CPN). Na de bezetting door de Duitsers in mei 1940 werd de partij verboden maar het communistisch verzet stopte niet.

    Communistisch verzet in Drenthe geeft de Drentse communisten die uiteindelijk in Nederlandse en Duitse kampen terechtkwamen ‘een gezicht’. Hun lot was zeer verschillend, zoals blijkt uit de brieven en documenten die zijn overgebleven uit die tijd en verhalen van familieleden.

    Het boek beschrijft de periode voorafgaand aan de arrestaties vaneen groot aantal verzetsmensen, zoals Geert Wolter Zuidhof en Kasper Kaspers. Vervolgens worden de individuele lotgevallen van de Drentse communisten tijdens hun gevangenschap beschreven. Zo werd Geert Wolter Zuidhof in Warschau gedwongen om te helpen bij de bouw van het getto en onderging Kasper Kaspers in het ziekenhuis van kamp Buchenwald een levensreddende operatie, om uiteindelijk toch nog voor de voor de bevrijding te overlijden. Er is ook aandacht voor Piet Beuker, want hoewel hij nooit werd opgepakt, hoort zijn verhaal van onderduiking en verzet zeker thuis in dit boek.

    Met dit boek wordt eer betoond aan een groep verzetsmensen waarvan de meerderheid de hoogste prijs betaalde. Degenen die terugkeerden waren allen in meer of mindere mate getraumatiseerd. Na hun thuiskomst werden ze aanvankelijk nog wel gewaardeerd, maar al heel snel werden communisten gewantrouwd en weggezet als gevaarlijk voor de stabiliteit van de samenleving.

    Over de auteur
    Wim Ensing (Peize 1959) studeerde geschiedenis aan de RUG en werkte 20 jaar als leraar geschiedenis. In 2014 verscheen van zijn hand Het drama van Justina Abelina, een boek over de dood van een adellijke dame in de eerste helft van de achttiende eeuw. Dit boek is bewerkt tot een historische talkshow waarmee meer dan 25 keer is opgetreden door de provincie Drenthe. De laatste jaren is de auteur actief als vrijwilliger bij het Drents Archief.

     22,00
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • De ijdelheid van de kanunnik

    Joris van der Paele en Jan van Eyck
    Hendrik Callewier
     29,90