Klooster Trimunt
€ 35,00
Klooster Trimunt – De arme dochter van Aduard is een meeslepend boek dat de verborgen geschiedenis van het middeleeuwse cisterciënzer nonnenklooster ‘In Tribus Montibus’ in het Groningse dorpje Trimunt onthult. Dit boek brengt de lezer terug naar de middeleeuwen, waar het klooster een belangrijke rol speelde in zowel contemplatieve als economische activiteiten. Hoewel weinig fysieke overblijfselen bewaard zijn gebleven, bieden kaarten en geschreven bronnen inzicht in het kloosterleven, de economische activiteiten en de relaties met andere kloosters en instellingen. De invloed van het geslacht Van Ewsum op de regio werpt een licht op de machtsdynamiek van die tijd.
Dit diepgaande onderzoek is gebaseerd op archiefonderzoek, literatuur, vergelijkende kloosterbezoeken en taalanalyse, waarbij het Middel Nederduits en de standaardisatie ervan voor communicatie binnen de Hanze worden belicht. Het boek is gestructureerd in informatieve hoofdstukken die de geschiedenis van het klooster, zijn economische en sociale betrokkenheid, en zijn uiteindelijke ondergang belichten. Praktische bijlagen, waaronder lijsten van personen en functies, literatuur- en bronnenlijsten, registers en een handige woordenlijst, maken dit boek tot een waardevolle en toegankelijke bron van kennis.
Klooster Trimunt – De arme dochter van Aduard onthult een vergeten hoofdstuk uit de middeleeuwse samenleving en biedt een intrigerende inkijk in het leven en de activiteiten van het klooster. Het klooster zelf mag dan verdwenen zijn, maar de herinnering aan zijn bestaan leeft voort in straatnamen, een camping en een prachtig bosgebied. Auteur Gunter Brandorff nodigt u uit om de rijke geschiedenis van dit kleine nonnenklooster en het landschap waarin het floreerde te herbeleven.
Gerelateerde boeken
-
Het leven van boeren die Hunebedden bouwden
Tussen 5.000 en 10.000 jaar geleden vond de Neolithische landbouwrevolutie plaats en werd de jager-verzamelaar meer en meer een boer die van een nomadisch bestaan overging naar een vaste nederzetting. Het zijn ‘vluchtige gestaltes’ waar we weinig van weten.
Zo’n ‘vluchtige gestalte’ is voor auteur Hein Klompmaker de groep boeren die meer dan 5.000 jaar geleden besloten hunebedden te bouwen. De vraag of je deze groep boeren als het ware ‘tot leven zou kunnen wekken’ heeft hem niet meer losgelaten. Hoe leefden deze mensen en waarin verschilt onze tijd wezenlijk van die van de hunebedbouwers? In dit boek gaat Klompmaker als een moderne detective op zoek naar het leven van de boeren die hunebedden bouwden.
De ontdekking van het Neolithicum wordt in de huidige tijd vooral beschreven als een ‘grand narratif’, waarbij grote lijnen en lange processen de boventoon voeren. Mede door de dominante plaats van archeologie in dit verhaal zijn het gedrag en de normen en waarden van de hunebedbouwende boeren vrijwel buiten beschouwing gebleven. Juist de cultureel-mentale ontwikkeling van de landbouwtransitie verdient nadere bestudering, onderzoek en belangstelling. Deze collectieve biografie voert niet alleen mensen van vlees en bloed op in het historische verhaal, maar laat ook monumenten, voorwerpen en landschappen als quasi-personages optreden en verbindt deze met het leven van alledag. Dat levert niet alleen een wetenschappelijk verantwoorde visie op, maar toont het Neolithicum in al zijn verscheidenheid en diversiteit als een vergane cultuur van mensen, dieren, monumenten en landschappen. Van mensen die, net als wij, een verleden hadden, keuzes maakten in het hier en nu en nadachten over de toekomst. De multidisciplinaire aanpak die Hein Klompmaker in dit boek hanteert, biedt een verrassend nieuwe kijk op het wereldbeeld van de boeren, die hunebedden bouwden.
Hein Klompmaker is historicus en publicist. Hij wilde aanvankelijk journalist worden maar besloot later zich te richten op geschiedenis. Na de havo volgde hij een lerarenopleiding en studeerde vervolgens geschiedenis aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Klompmaker was van 1988 tot 2018 directeur van het Hunebedcentrum in Borger.
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe treedt omstreeks 800 de geschiedenis binnen als in een officieel stuk de naam ‘Threant’ (Drenthe) wordt gebruikt. Gedurende de volgende 700 jaar is Drenthe het speelveld van onder andere de bisschop van Utrecht, de kasteelheer van Coevorden, horige boeren en een enkele handelaar.
Karel V van Habsburg maakt in 1536 Drenthe een onderdeel van de Lage Landen of de Nederlanden en als zodanig raakt het betrokken bij de Opstand tegen Spanje. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die hieruit voortvloeit, telt Drenthe nauwelijks mee.
Pas rond 1800 wordt Drenthe een provincie. De vervening komt vol op gang en kanalen met allerlei vertakkingen doorsnijden het gewest. Verharde wegen, ‘ijzeren’ spoor- en tramwegen leggen Drenthe op een heel andere manier open. Ontginningen en bosaanplant toveren een ander landschap tevoorschijn.
Het gaat goed met Drenthe, maar de twintigste eeuw brengt grote veranderingen. Steenkool maakt turf overbodig, twee Wereldoorlogen en verschillende crises sturen de boel grondig in de war. Na 1945 krabbelt Drenthe weer op neemt onder andere het toerisme een hoge vlucht.Geschiedenis van Drenthe – Een nieuw perspectief geeft een overzicht van de meeste recente kennis en inzichten over de Drentse historie en is onmisbaar voor inwoners van Drenthe die meer willen weten over de geschiedenis van hun provincie. Daarnaast geeft het iedereen die geïnteresseerd is in de historie van Nederland een bijzonder beeld van de geschiedenis van de mooiste provincie van Nederland. Het boek is op een aantrekkelijke en toegankelijke manier geschreven en rijk geïllustreerd met foto- en kaartmateriaal.
Dr. Michiel Gerding studeerde geschiedenis in Utrecht en was meer dan 30 jaar provinciaal historicus van Drenthe. Hij is auteur van diverse boeken en werkte mee aan populaire boekenreeksen, tijdschriften en historische projecten in de provincie Drenthe. De eindredactie van het boek is verzorgd door dr. Jan van der Meer.
-
Sprekende stenen
Levensverhalen van 263 nazi-slachtoffers
In de Schilderswijk in Groningen zijn 263 mensen omgekomen door naziterreur: Joden, verzetsstrijders, studenten en anderen die voor nazi’s moesten werken of dat juist weigerden. Voor bijna al deze mensen is een Stolperstein voor hun voormalig woonhuis gelegd. Sprekende stenen vertelt de verhalen bij deze stenen. Er zijn nabestaanden overal in de wereld opgespoord en verhalen opgetekend die nog niet eerder zijn vastgelegd. Over mensen met dromen en idealen: uitvinders van puddingpoeder of splintervrije brillenglazen, vluchtelingen die zich in leven houden met een kraam op de markt, een parketmedewerker die vermomd als zuster Jo per ambulance verzetsdaden pleegt, een meisje dat opeens niet meer naar school mag.
Verhalen die duidelijk maken hoe mensen in moeilijke omstandigheden veerkrachtig blijven: de behangwinkelier die verduisteringspapier gaat verkopen, mensen die hun baan of bedrijf kwijtraken en vervolgens een pension beginnen, de buurman van de foute hoofdcommissaris van politie die onderduikers helpt.
De Tweede wereldoorlog wordt daarmee heel concreet binnen de grenzen van een wijk: vluchtelingenproblematiek, collaboratie en verzet, het doorgaan van het dagelijks leven, Arbeitseinsatz, Jodenvervolging, onderduiken, een vergissingsbombardement, zware gevechten bij de bevrijding. Dat geeft het boek een extra dimensie.
Sprekende stenen roept ook de vraag op: Wat had ik gedaan? Had ik onderdak durven bieden, verzet durven plegen? -