Kloostermoppen

Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
Edward Houting, Hans Vrijer

 35,00

In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
308
Druk:
1
Uitgiftedatum:
18-05-2018
Gewicht:
1339 gram
Afmeting:
227x227x27 mm
ISBN:
9789056154530

Gerelateerde boeken

  • Pake en zijn vee

    Pake en zijn vee

    Een reis naar Zuid-Afrika in 1911
    Froukje Santing
     24,90
  • Lege plekken

    Lege plekken

    Groningen en zijn Joodse stadjers in en na de oorlog
    Stefan van der Poel
     25,00

    Lege plekken

    Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.

    In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.

    Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.

     25,00
  • Asega, is het dingtijd?

    Asega, is het dingtijd?

    De hoogtepunten van de Oudfriese tekstoverlevering
    Oebele Vries
     49,90

    Asega, is het dingtijd?

    De hoogtepunten uit de Oud-Friese tekstoverlevering. Standaardwerk. Met inleiding en toelichtingen van dr. O. Vries van de Rijksuniversiteit Groningen.

     49,90
  • Het huisgeld en de penningen

    Het huisgeld en de penningen

    Van de Maatschappij van Weldadigheid en de Rijksgestichten 1821-1871
    Wiebe Nijlunsing
     29,95

    Het huisgeld en de penningen

    In 1818 wordt onder de bezielende leiding van Johannes van den Bosch de Maatschappij van Weldadigheid opgericht. In Drenthe sticht hij verschillende koloniën, waar arme landgenoten de kans wordt geboden om door landarbeid een beter bestaan op te bouwen. De kolonisten worden er verplicht om in de koloniewinkels met eigen papieren en metalen huismunten te betalen. Inmiddels zijn de Koloniën van Weldadigheid Unesco Werelderfgoed.

    Op meeslepende wijze vertelt Wiebe Nijlunsing hoe het stelsel van huismunten ontstaat en functioneert, waarbij hij de gebruikte munten beschrijft én verschillende situaties waarin deze gebruikt zijn. Daarmee geeft het boek een geheel nieuwe inkijk in de wijze van bestuur en in het dagelijks reilen en zeilen in de koloniën. Een beredeneerde catalogus geeft een helder overzicht van alle op dit moment bekende huismunten.

    Dit boek wordt uitgegeven onder auspiciën van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde. www.koninklijkgenootschap.nl

     29,95