Mijn 1000 soortentuin
€ 24,90
In tuinen leven veel meer soorten dieren en planten dan je denkt. Luc Hoogenstein ging de uitdaging aan om binnen een jaar 1000 soorten in zijn tuin waar te nemen. Deze zoektocht overtrof zijn stoutste verwachting; maar liefst 1500 soorten trof hij aan in zijn heel gewone stadstuin! Hoe? Mijn 1000 soortentuin is een praktische handleiding, waarin Luc beschrijft wat je nodig hebt om zoveel soorten in je eigen tuin te vinden – van boeken en websites tot loepjes, mobiele telefoon en apps – en geeft hij tips-and-tricks om planten, vogels, libellen, vlinders en nachtvlinders, bodemdieren, korstmossen, mossen en zoogdieren te vinden of in je tuin te ‘lokken’. Dit alles doorspekt hij met humorvolle anekdotes.
Ga zelf aan de slag met de zoekkaart die in het boek is opgenomen en vind de eerste 100 soorten in jouw eigen tuin of op je balkon! Dan smaakt het vanzelf naar meer.
Luc Hoogenstein is een bekende bioloog en prijswinnend natuurfotograaf. Hij publiceert in binnen- en buitenland.
Lees hier het interview met de auteur in de NRC.
Beluister op Radio 1 (België), NPO Radio 2 Spijkers met koppen
Gerelateerde boeken
-
-
Georg Wilhelm Steller
Veel vogelaars kennen Steller van de vogelsoorten die naar hem genoemd zijn, waaronder Stellers eider en Stellers zeearend.
Maar wie was hij? Georg Wilhelm Steller was een Duitse geleerde in Russische dienst die in 1741 als eerste bioloog landde in Alaska, dat toen nog Russisch was. Op de thuisreis sloeg het noodlot toe. Verzwakt door scheurbuik leed de expeditie schipbreuk op een onbewoond eiland. Tijdens dit onvrijwillige verblijf beschreef Steller onder andere de reusachtige zeekoeien, waarmee hij wereldfaam verwierf. Helaas werden deze spoedig uitgeroeid. Uiteindelijk wisten de overlevende zeelieden Kamtsjatka te bereiken. Voor hij terug kon keren naar Sint-Petersburg stierf Steller, belasterd door tegenstanders en gemangeld door de Russische bureaucratie, in de eindeloze verten van Siberië. Geleerden als Pallas en Linnaeus maakten zijn ontdekkingen wereldkundig en streken de eer op voor zijn pionierswerk.
Deze uitgave bevat Stellers dagboek van de ontdekkingsreis naar Alaska, fragmenten uit zijn werk over zeezoogdieren, en passages uit zijn Beschrijving van Kamtsjatka.Mark Nieuwenhuis (1968) is docent Latijn en vertaler van Latijnse literatuur. Vogels kijken doet hij al zijn hele leven. Nu zijn boek over Steller is voltooid, gaat hij Stellers eider eindelijk eens opzoeken in zijn overwinteringsgebied.
-
Kleine orchideeëngids voor Nederland en omstreken
Dat er in Nederland wilde orchideeën voorkomen, is niet algemeen bekend. In De kleine orchideeëngids voor Nederland en omstreken beschrijft Hans Dekker op beknopte wijze alle voorkomende soorten die in ons land en buurgebieden voorkomen.
Omdat Nederland veel verschillende soorten landschappen kent is de orchideeënrijkdom voor een klein land als het onze groot. Hotspots voor orchideeën zijn bijvoorbeeld Zuid-Limburg met de prachtige kalkgraslanden en hellingbossen en de duinen zoals op onze Waddeneilanden. Maar eigenlijk komen in elk Nederlandse landschap wel orchideeën voor. Als je goed oplet tussen maart en september kun je ze vinden. De nieuwe orchideeëngids helpt daarbij. Zelfs als je een stukje over de grens gaat kun je de gids goed gebruiken.De nieuwe gids bevat talrijke gedetailleerde foto’s van orchideeën, waardoor het herkennen in het veld makkelijker wordt. Een bondige puntsgewijze omschrijving van de belangrijkste kenmerken completeert het boek. De gids is ideaal om mee te nemen op wandelingen om zo de orchideeën in hun natuurlijke omgeving te herkennen.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?