Mijn grauwe ganzen
€ 27,90
Rebel en krachtpatser: iedereen kent de Grauwe gans. In enkele decennia is hij uitgegroeid van een zeldzame tot een massaal voorkomende vogel in Nederland. Hij is geliefd en verguisd, en regelmatig onderwerp van verhitte debatten tussen natuurbeschermers en boeren. Wat maakt deze vogel bijzonder? Elke grauwe gans heeft zijn eigen karakter. Deze slimme herbivoren herkennen elkaar aan de roep en hun kenmerkende gezichten. Ze kunnen met rugwind meer dan 100 kilometer per uur vliegen en herkennen niet alleen een zeearend van twee kilometer afstand, maar ook wat hij in zijn snavel draagt.
Berend Voslamber deed veertig jaar onderzoek naar grauwe ganzen en kent deze vogel als geen ander. Hij beschrijft het leven van de grauwe gans van ei tot volwassen dier. Aan de hand van opmerkelijke individuen toont hij aan hoe succesvol of juist niet de grauwe gans als broedvogel is, hij beschrijft de gevolgen van veranderende biotopen en laat zien dat het tellen en het ringen van de vogels diepgaande kennis oplevert. Naast de vogels komen ook de ontwikkelingen in zijn onderzoek en de mensen die de auteur tijdens zijn werk ontmoette aan bod.
Berend Voslamber is in Nederland dé grauwe ganzen deskundige. Hij werkte ruim twintig jaar als bioloog bij Sovon – Vogelonderzoek Nederland.
Gerelateerde boeken
-
Mijn -Mieren- Hoop
Kijk naar de bosmieren! Achilles Cools heeft een hoge mierenterp in zijn tuin en probeert binnen te dringen in dat superorganisme: een mierenvolk dat functioneert als één brein met een collectief bewustzijn. Op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten en indrukwekkende voorbeelden introduceert hij de lezer in de wereld van de mier. Je leeft mee tussen prinsessen en koninginnen, hofdames, de oermoeder, dauwmeisjes, kuddewachters en poppen die kunnen zingen. Al ver voor wij de landbouw ontdekten, hielden ze al vee. Ze houden bruidsvluchten, praten met geurcodes, kennen een SOS alarm, en vragen wachtwoorden. Hun succesverhaal steunt op een oerdegelijke sociale organisatie. Dan vraag je je toch wel af: hoe is het om een bosmierenvolk te zijn?
-
Landschapsbiografie van de Drentsche Aa
Op 2 juli 2015 verschijnt een bijzonder boek dat laat zien hoe het stroomdal van de Drentsche Aa door de tijd heen veranderde in het prachtige esdorpenlandschap van nu. Tijdens het congres ‘Het Experiment van de Drentsche Aa’ wordt het boek feestelijk gepresenteerd. Het boek is daarna tijdens het festival verkrijgbaar op de Brink in Zeegse!
Het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa behoort tot de meest geliefde en waardevolle landschappen. Geen enkel gebied in Noordwest-Europa kent zoveel natuurlijke beken met bijbehorende biodiversiteit als deze streek. Aardkundige sporen uit maar liefst drie verschillende ijstijden liggen hier letterlijk aan onze voeten. Ook in archeologisch opzicht behoort het gebied tot de top van Nederland. Dit uitzonderlijk gaaf bewaard gebleven esdorpenlandschap met zijn fraaie brinkdorpen, zijn oude essen, groenlanden en heidevelden kreeg in 2003 als eerste in Nederland het predikaat Nationaal Landschap.
Deze Landschapsbiografie van de Drentsche Aa beschrijft de lange levensloop van dit bijzondere landschap: van de eerste geologische processen enkele miljoenen jaren geleden, via de prehistorie en historische tijd tot aan het moderne landschap van vandaag. Een team van dertig deskundigen ontsluit in dit boek vijftig jaar wetenschappelijk onderzoek. De biografie is rijk geïllustreerd met landschapsfoto’s,kaarten en landschapsreconstructies die de verschillende levensfasen van de Drentsche Aa weerspiegelen.
Een rijk gevarieerde biografie als ode aan een uniek landschap.
Ineke Noordhoff schreef een aantal columns over de landschapsbiografie van de Drentsche Aa.
Klink op de link om haar verhalen te lezen.
Altijd anders 1 -
Vloeiend landschap
Geactualiseerde editie met extra hoofdstuk
In Nederland is er een groeiend onbehagen over de kwaliteit van het landschap. Dit geldt ook voor Friesland, volgens velen de mooiste provincie. De diversiteit en schoonheid van het Friese landschap brokkelt zienderogen af. Anonieme bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines en een verschrompelend veenweidegebied zorgen voor ‘landschapspijn’.
Kan het tij gekeerd worden? Op een rondreis door de verschillende landschapstypen van Friesland laat Peter de Ruyter zien dat het nog niet te laat is. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen als een stijgende zeespiegel en een krimpende bevolking ontstaan er kansen. Dit boek is een pleidooi voor verbetering en visie.
Peter de Ruyter is landschapsarchitect. Van 2008 tot 2012 was hij directeur van Atelier Fryslân dat gevraagde en ongevraagde adviezen over het landschap gaf.