Mijn grauwe ganzen
€ 27,90
Rebel en krachtpatser: iedereen kent de Grauwe gans. In enkele decennia is hij uitgegroeid van een zeldzame tot een massaal voorkomende vogel in Nederland. Hij is geliefd en verguisd, en regelmatig onderwerp van verhitte debatten tussen natuurbeschermers en boeren. Wat maakt deze vogel bijzonder? Elke grauwe gans heeft zijn eigen karakter. Deze slimme herbivoren herkennen elkaar aan de roep en hun kenmerkende gezichten. Ze kunnen met rugwind meer dan 100 kilometer per uur vliegen en herkennen niet alleen een zeearend van twee kilometer afstand, maar ook wat hij in zijn snavel draagt.
Berend Voslamber deed veertig jaar onderzoek naar grauwe ganzen en kent deze vogel als geen ander. Hij beschrijft het leven van de grauwe gans van ei tot volwassen dier. Aan de hand van opmerkelijke individuen toont hij aan hoe succesvol of juist niet de grauwe gans als broedvogel is, hij beschrijft de gevolgen van veranderende biotopen en laat zien dat het tellen en het ringen van de vogels diepgaande kennis oplevert. Naast de vogels komen ook de ontwikkelingen in zijn onderzoek en de mensen die de auteur tijdens zijn werk ontmoette aan bod.
Berend Voslamber is in Nederland dé grauwe ganzen deskundige. Hij werkte ruim twintig jaar als bioloog bij Sovon – Vogelonderzoek Nederland.
Gerelateerde boeken
-
De scharrelaar – 2019/2
Herfst, een nieuwe Scharrelaar! De herfsteditie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
De scharrelaar is een tijdschrift voor alle vogelaars met liefde voor lezen en alle lezers met liefde voor vogels. Het knetterende en tetterende eerste nummer werd met liefde en jubelzang ontvangen. Wat een goed nieuws daarom, dat het tweede nummer er nu is! In de herfsteditie van De scharrelaar staan onder meer korte verhalen van Ellen de Bruin en Hedda Martens, een stuk van Marja Vuijsje over de vogels in het leven van communiste en activiste Rosa Luxemburg, Stefan Brijs over kraanvogels in Spanje, Kester Freriks over ooievaars en, in prachtig zwart-wit, illustraties van kunstenares Roos Holleman.
Managementboek Magazine
Recensie‘Editie 2019/2 is opnieuw een prachtbundel, gevuld met pareltjes van proza en poëzie, van fictie en non-fictie, van grappige, spannende en serieuze bijdragen van verschillende meer of minder bekende Nederlandse auteurs en publicisten.‘ – Marjan Maandag via Managementboek.nl
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-