Pomologia
€ 27,50
Het baanbrekende werk van Johann Hermann Knoop, ‘tuinman’ van Maria Louise van Hessen Kassel (stammoeder van ons vorstenhuis), werd oorspronkelijk in 1758 uitgebracht. Met zijn beschrijvingen en illustraties van de ‘beste appel- en peervariëteiten die in Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en andere landen met uitsterven bedreigd waren en daarom gekweekt werden’ mag Knoop met recht de grondlegger van de pomologie worden genoemd, de tak van plantkunde die gespecialiseerd is in de studie van fruitsoorten.
Van Roomse Griet tot Paradijsappel, van syden hemdje tot Doeke Martena. Ze staan allemaal in dit boek. Net als al die perensoorten: van Engelse koningin tot sonder sieltjes.
Nog altijd is dit werk geliefd bij tuinliefhebbers en fruitkwekers over de hele wereld.
Het oorspronkelijke boek is opnieuw gedigitaliseerd en verschijnt hier in gebonden, full colour heruitgave.
Gerelateerde boeken
-
Een vlucht distelvlinders
De distelvlinder is de vlinder aller vlinders. Hij weegt anderhalve gram, heeft hersenen ter grootte van een speldenknop en vliegt elk najaar ruim 4000 kilometer van Europa naar de tropische Afrikaanse savanne. Waarom? Hoe weet hij de weg? Ontdekkingen van onderzoekers en kunstenaars door de eeuwen heen geven ons een inkijkje in het fascinerende leven van deze wereldreiziger.
-
De juiste boom voor elke tuin
Groendeskundige Martin Hermy zag het vaak gebeuren: bomen, soms nauwelijks volgroeid, werden gerooid omdat ze niet voldeden aan de wensen van de tuineigenaar of de buren. Zijn ergernis kanaliseerde hij in een nieuw boek, ‘De juiste boom voor jouw tuin’. Je maakt kennis met ruim 570 boomsoorten die perfect kunnen groeien in onze streken: van minibomen tot zuilbomen, van groenblijvende tot droogte-tolerante bomen, van bomen met opvallende bloemen, herfstkleuren of schors tot bomen met eetbare vruchten en als toetje, een heus rariteitenkabinet. Hermy vertaalt wetenschappelijke kennis in praktische tips en hapklare informatie. Zo leer je waarom je bomen moet planten, hoe je plant, welke steun ze nodig hebben, welke bodem ze vereisen, welk leven zich onder de grond bevindt, of waarom bepaalde bomen beter aangepast zijn aan de klimaatverandering. Er is weinig plaats voor de aanplant van nieuwe bossen, maar wel voor miljoenen bomen in tuinen. Waar wachten we op? De vele figuren, tabellen en foto’s en de uitgebreide index maken van dit boek een echt standaardwerk.
Martin Hermy is emeritus professor van de KU Leuven waar hij 25 jaar de vakken groenbeheer, natuurbeheer en ecologie doceerde. Hij is een gepassioneerd tuinliefhebber.
-
Eetbare bomen en struiken
Lekkers uit de natuur
In het bos, in je eigen tuin of in het park – overal groeien bomen en struiken die je lokken met hun heerlijke vruchten. En ook met hun knoppen, bloemen, bladeren en zelfs hun boomsap kan je je menu verrijken.Zeker determineren
Meer dan 350 foto’s en kleurenillustraties tonen alle belangrijke kenmerken en helpen je de verschillende boom-en struiksoorten betrouwbaar te determineren.
Correct verzamelen
Waar mag ik verzamelen? Welke onderdelen zijn eetbaar? En hoe kom ik bij die zoete vruchten bovenin? De mand is snel gevuld dankzij enkele eenvoudige tips en trucs.
Bewerken en bereiden
Soep of salade, smoothie of likeur, drogen, karameliseren of inleggen- talrijke recepten laten zien hoe de lekkernijen uit de natuur kunnen worden verwerkt.
-
Prinsentuin Leeuwarden
In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.