Terpen- en Wierdenland
€ 25,00
De geschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied – het land van de terpen en wierden – kent maar twee echte hoofdrolspelers: de mens en het water. De rode draad van dit boek is de interactie tussen die twee, vanaf 2500 jaar geleden toen de eerste bewoners op deze plek aankwamen tot nu, met een vooruitblik op de terp van de toekomst. Hoe hebben de bewoners van het kleigebied al die tijd geprofiteerd van, gewerkt met, en soms geleden onder het water?
Erik Betten (historicus, journalist, schrijver) beschrijft in Terpen- en Wierdenland de dynamische ontwikkeling van tweeduizend jaar terpenland, steeds met het huidige landschap als gids. Aan de orde komen onder andere de vorming van het kustlandschap na de laatste ijstijd, de bloei van de Noordzeecultuur, en de bebouwing en het dagelijks leven op de terpen. r
Gerelateerde boeken
-
Een Schricklijck Jaer
April 1672: koning Lodewijk XIV van Frankrijk verklaart de oorlog aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een dag later volgt zijn bondgenoot koning Karel II van Engeland. De bisschoppen van Keulen en Münster gaan een maand later mee in het bondgenootschap en vallen begin juni de Republiek binnen. Een Schricklijck Jaer gaat over deze oorlog, de oorlog van 1672 in het noordoostelijk deel van de Republiek.
Na de bisschoppelijke triomftocht langs de Overijsselse vestingsteden – die als rijpe appels in handen van de bisschoppen vallen – volgt de aanval op Coevorden. Ook die ‘onneembare’ vesting in het noorden valt binnen tien dagen. Maar daarna keert het tij voor de bisschoppen. De stad Groningen houdt stand, ondanks de enorme bommenregen van de bisschop van Münster, die bij dat beleg zijn bijnaam ‘Bombenberend’ verdient. Aan het einde van het jaar 1672 volgt de herovering van Coevorden, een spannend verhaal dat de geschiedenis ingaat als ‘De verrassing van Coevorden’.
Maar daarmee is de oorlog in de noordelijke gebieden nog lang niet ten einde. De bisschop van Münster heeft meer pijlen op zijn boog, waardoor Coevorden in een bizarre situatie terechtkomt.
Als dan eindelijk alle vijandelijke legers zijn vertrokken, moet het land weer opgebouwd worden. Dan komen, als vanzelf, alle eerdere politieke tegenstellingen weer opzetten die een snelle en effi ciënte wederopbouw tegenhouden. Bovendien gaat de oorlog nog steeds door, in het buitenland weliswaar, maar de kosten worden verhaald op de inwoners van de Republiek, ook op de tot op het bot verarmde bevolking van de provincies Stad en Lande (nu provincie Groningen), de Landschap Drenthe en Overijssel. De gevolgen van de oorlog, vooral voor het dagelijks leven van de gewone inwoners in die provincies, vormen de afsluiting van het boek.
-
Moed en tegenspoed
Vergeten vrouwengeschiedenissen
De Bourgondische tijd was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie. De eerste vrouw die alarm sloeg was Christine de Pisan (†1430), maar ook later bestreden vele edelvrouwen de teloorgang van hun waardigheid. Tien edelvrouwen passeren de revue: Margaretha van Brabant, Margaretha van Male, Christine de Pisan, Jeanne d’Arc, Isabella van Portugal, Guigone de Salins, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, Johanna de Waanzinnige, Margaretha van Oostenrijk. Ze waren vaak moedig maar steeds meer machteloos. De Maesschalck brengt deze vrouwen voor het voetlicht en laat hen opnieuw schitteren. Tussendoor gaat aandacht naar fenomenen als bastaards, nonnen, begijnen, zieneressen, politiek actieve vrouwen en vermeende heksen, vrouwenkleren en juwelen, en bovenal naar liefde, seks en ongepaste mannengrappen.
Edward De Maesschalck publiceerde spraakmakende boeken over de Bourgondische vorsten, de graven van Vlaanderen en de Habsburgers.
-
-