Tuinen van verwondering
€ 27,90
Een tuin kan veel betekenen voor degene die erin werkt of voor wie erin rondwandelt. Sommige mensen komen er tot rust, anderen krijgen energie, worden geraakt of vinden er troost. In De Tuinen in Demen kan het allemaal. Vele duizenden liefhebbers weten – van het voorjaar tot het najaar – de twintig siertuinen te vinden. De bezoekers verwonderen zich over de veelzijdigheid van de tuinen en genieten van de bijzondere combinaties van planten, vormen en kleuren.
In Tuinen van verwondering vertelt tuinvrouw Martje van den Bosch waar ze bij het combineren van planten op let. Ze beschrijft haar keuze voor bomen, heesters, vaste planten, bollen en eenjarige planten en inspireert tuiniers er zo toe om hun eigen keuzes te maken. Honderden prachtige tuinfoto’s illustreren haar verhaal en geven de lezer het gevoel zelf in de tuin rond te dwalen.
Deze tuinvrouw zit vol persoonlijke verhalen over ervaringen met mensen en planten in de tuin. Deze leiden soms tot overdenkingen, en er kunnen ook vele vragen worden gesteld. Wanneer is een tuin op zijn mooist? Wat heeft een tuin te maken met geluk, als je dat aan Aristoteles zou vragen? Hoe ziet de ideale tuin volgens Plato eruit?
Martje van den Bosch studeerde Filosofie en was een aantal jaren docente aan Avans Hogeschool. Zij gaf deze baan op om zich geheel toe te leggen op bezoekerstuin De Tuinen in Demen, die zij samen met haar man heeft ontworpen en aangelegd.
Gerelateerde boeken
-
Glans op het wad
Dick Hoekstra schetst op toegankelijke wijze de geheel eigen geschiedenis van de vijf Nederlandse Waddeneilanden en
hun bewoners. Op zoek naar een ‘eilandidentiteit’ onderzocht hij de geografische, politieke en sociale ontwikkelingen op de eilanden, die een roeriger geschiedenis achter de rug hebben dan menig toerist (en bewoner!) vermoedt. Hij besteedt, ondersteund door honderden prachtige foto’s, veel aandacht aan de historische bebouwing, markante bewoners door de eeuwen heen en het belang van zeevaart en kloosters. -
-
Sweltsjes fan Gaast
Theunis Piersma is heechlearaar Trekfûgelekology yn Grins en is in ynternasjonale autoriteit op dat gebied. Op syn fakgebied hat Piersma in ôfgryslik soad skreaun. Yn syn frije tiid docht er yn syn wenplak Gaast ûndersyk nei sweltsjes. Syn buorfrou frege him ‘Wêr bliuwe ús sweltsjes winterdeis, Theunis’. Dy fraach wie oanlieding foar in syktocht nei sweltsjes, nei hoe’t se libje en wêr’t se bliuwe.. Piersma ferstiet de keunst om syn wittenskiplik ynsjoch oer de bringen oan in breed publyk sûnder de kwaliteit te koart te dwaan. Dit is syn earste boek yn syn memmetaal. In oade oan sweltsjes en oan Fryslân.