Tussen Grolloo en Austin
€ 25,00
Begin jaren zestig maakte Egbert Meijers kennis met zenders als AFN en Radio Luxembourg en de blues- en countrymuziek: Hank Williams, Jimmie Rodgers, Son House, John Lee Hooker. Het werd een ommekeer in zijn leven. De accordeon werd een gitaar en Beethovens ‘Für Elise’ werd vervangen door ‘Mean Woman Blues’ van Elvis. De in Grolloo geboren en getogen boerenzoon Meijers ging achter de muziek aan en vond daarin een liefde die zijn leven inhoud en betekenis gaf.
De liedjes die hij sinds de jaren zeventig schreef, zong hij liever tussen de coulissen dan frontaal voor het voetlicht. Desondanks brachten ze hem in Nederland, België, Duitsland, Noorwegen en Amerika op podia en in radio en tv-programma’s. Vaak met andere artiesten: Harry Muskee, Frédérique Spigt, JP den Tex, Ad Vanderveen, Ad van Meurs, Fred Eaglesmith, Peter Rowan, Walt Wilkins, Paula Nelson, Jerry Jeff Walker.
Meijers nam tevens als culturele duizendpoot talrijke initiatieven, zoals het Big Bear Festival, het Muzem! festival, De Drentse Bluesopera, symfonie Ode an de Ao en diverse radio- en tv-programma’s. Daarnaast werkte hij mee aan tal van activiteiten en publicaties op het gebied van regionale taal en cultuur.
Aan dit rijk geïllustreerde boek leverden meer dan vijftig mensen een bijdrage. Zij laten door hun ogen zien wie Egbert Meijers is en wat hij voor hen, en Drenthe, betekent. Daarmee is ‘Tussen Grolloo en Austin’ een bijzondere biografie geworden van een man die in hart en ziel artiest is.
‘Tussen Grolloo en Austin’ neemt je ook mee op een reis langs talrijke ingrijpende gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaar. Gebeurtenissen die Meijers inspireerden tot het schrijven van indringende en persoonlijke liedjes.
“Ze brengen deze in Grolloo geboren songwriter naar het absolute erebankje van de Nederlandse artiesten die zich wagen aan dit genre”. Rein van den Berg, Plato
Gerelateerde boeken
-
Kleur Veenhuizen
KLEUR VEENHUIZEN is het handboek bij de kleurenwaaier voor Veenhuizen. Het is gemaakt voor bewoners, eigenaren en beleidsmakers, maar ook voor wie nieuwsgierig is naar de ontstaansgeschiedenis van de gebouwen en het landschap.
De ‘pauperkolonie’ Veenhuizen werd in 1822 gebouwd om bedelaars, landlopers en arme gezinnen uit de grote steden een beter bestaan te geven op het platteland. Gaandeweg ontwikkelde Veenhuizen zich tot een strafkolonie. De transformatie tot gevangenisdorp bracht een enorme bouwproductie op gang. Aan het begin van de 20e eeuw was Veenhuizen een zelfvoorzienend gevangenisdorp geworden met scholen, kerken, een hospitaal, werkgebouwen, boerderijen en dienstwoningen waarin het leven tussen gevangenen en bewoners sterk met elkaar vervlochten was. Tot 1983 was Veenhuizen gesloten voor publiek. Hier woonde alleen wie er ook werkte. Met uitzondering van de kerken was heel Veenhuizen in bezit van het Rijk en werd door het Rijk collectief beheerd en onderhouden.
Veenhuizen is ondertussen veranderd van een Justitiedorp in een woonlandschap met daarin nog steeds een aantal in gebruik zijnde gevangenissen. De overgang van één grote eigenaar naar vele eigenaren betekent de overgang van collectief naar individueel uitgevoerd onderhoud en beheer. Vooral bij de woonhuizen worden de gevolgen hiervan zichtbaar. Ramen worden vervangen, luiken verdwijnen en het schilderwerk van de onderdelen krijgt andere kleuren. Daardoor vervagen de zo karakteristieke reeksen en families van gebouwen.
Het handboek en de kleurenwaaier richten zich op de modelwoningen en -boerderijen uit de periode tussen 1884 en 1930 en op de structurerende en terugkerende onderdelen van de bebouwing en het landschap. Daar zijn een aantal praktische redenen voor. De grondtoon van Veenhuizen ligt verankerd in de herhaalbare gebouwtypes en de algemene dragers van het landschap. Het zijn met name deze woningen en boerderijen die particulier beheerd en onderhouden gaan worden en die belang hebben bij toegankelijke en hanteerbare kennis. Het handboek vult de kleurenwaaier aan met kennis van de gebouwen, hoe ze zijn gebouwd, met welke bouwmaterialen, details en kleuren. En het laat de landschappelijke onderdelen zien die het karakteristieke beeld bepalen, in de straat en op het erf.
-
Valsheid in Gesteente
Waarom zijn de vuistbijlen van Tjerk Vermaning vals en wie zit er achter?€ 29,95Valsheid in Gesteente
De vuistbijlen van Tjerk Vermaning binnenstebuiten gekeerd. Wie zit(ten) achter deze en andere grootschalige vervalsingen?
Tjerk Vermaning en zijn omstreden vuistbijlen staan nog altijd in de belangstelling. En dat ruim 50 jaar na zijn eerste spraakmakende ontdekking: een mammoetjagerskampement bij Hoogersmilde (Dr.) dat uit de Neanderthalertijd zou stammen, zo’n 60.000 jaar geleden. De hernieuwde focus op Tjerk Vermaning begon enkele jaren geleden met de roman ‘Tjerk’ en in 2018/2019 was in het Drents Museum een drukbezochte tentoonstelling te zien over het bewogen leven van deze beroemde Drentse amateurarcheoloog.
Echter, tot nu toe is het steeds vooral gegaan over de menselijke kant van wat de ‘affaire Vermaning’ is gaan heten. Over de meest fundamentele vraag – en vooral de gedegen beantwoording ervan – ging het nooit; een diepgaand wetenschappelijk onderzoek naar de aard van de vuistbijlen van Tjerk Vermaning – echt of vals – was er tot nu toe niet.
Daar komt in de eerste helft van 2022 verandering in als het boek Valsheid in gesteente bij Uitgeverij Van Gorcum verschijnt. Het omvat een diepgravende analyse van de Vermaning-artefacten door negen onderzoekers, elk met hun eigen specialisme, en met inzet van moderne onderzoekstechnieken.
Opvallend veel beeldmateriaal, waaronder vele hoge resolutie microscoopfoto’s, neemt de lezer mee in de boeiende zoektocht naar de waarheid over de vondsten van Vermaning. Mede dankzij een aanzienlijke toename in de archeologische kennis sinds het eind jaren ’70 van de vorige eeuw, toen de rechtszaken tegen Tjerk Vermaning speelden, komen de onderzoekers tot de slotsom dat het om niets anders dan vervalsingen gaat.
Maar wie was de regisseur achter deze grootschalige vervalsingen? En waren en meer personen bij betrokken? Door een nieuwe aanpak, waarbij de auteurs nieuwe vervalsingen op het spoor kwamen – die los staan van de Vermaning-‘vondsten’ – is het voor het eerst mogelijk om de dader(s) te identificeren.
-
Van Neanderthaler tot Rendierjager
‘Van neanderthaler tot rendierjager’ is het eerste deel in een toegankelijk en rijk geïllustreerde reeks over de archeologie van Drenthe. Meer dan 115.000 jaar geleden liet een neanderthaler zijn vuurstenen werktuig achter in wat wij nu Drenthe noemen. Voor zover we weten was hij of zij de allereerste mens in deze contreien. In de daaropvolgende 85.000 jaar zou deze nu uitgestorven menssoort met tussenpozen in Drenthe verblijven. Van hun aanwezigheid zijn echter niet veel sporen achtergebleven. Alleen hun stenen werktuigen herinneren ons aan deze lang vervlogen tijden. Archeologen kunnen echter veel afleiden aan deze oeroude artefacten. Waar zijn ze voor gebruikt? Hoe zijn ze gemaakt en wat vertellen ze ons over het leven van de neanderthaler in Drenthe?
Zo’n 40.000 jaar geleden stierf de neanderthaler uit en bleef de nieuwkomer Homo sapiens alleen achter. Omdat het noorden van Europa gevangen was in de ijskoude greep van de ijstijd leefden onze verre voorouders in eerste instantie alleen in meer zuidelijkere regio’s. Maar toen de temperatuur steeg, trokken ook deze jagers op den duur naar Drenthe. Omdat zij voornamelijk leefden van de jacht op rendieren, noemen wij hen ‘rendierjagers’. In een tijd van zeer snelle klimaatwisselingen aan het einde van de laatste ijstijd volgden verschillende rendierjagersculturen elkaar snel op. Ook van deze mensen zijn de meeste sporen volledig verdwenen, maar dankzij resten van hun kampementen, haardplaatsen en wederom stenen werktuigen vangen we een glimp op van hun dagelijks leven.
In ’Van neanderthaler tot rendierjager’ vertellen wij het verhaal van deze prehistorische mensen die leefden in wat archeologen de Oude Steentijd noemen. In een voor ons onherkenbaar Drenthe, volkomen afhankelijk van het klimaat en van wat de natuur hen bood, hadden zij allen hun eigen manier om hier een bestaan op te bouwen. Maar of dit altijd even succesvol was….
De reeks ‘Archeologie in Drenthe’ is een samenwerking van Stichting Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.
-
Oldengaerde
De eerste oplage van het boek ‘Oldengaerde, het verhaal van een havezate en zijn bewoners’ wordt uitgevoerd met een luxe omslag. Het bijzondere behang dat in Oldengaerde is aangetroffen wordt op het omslag met goudfolie en in reliëf geproduceerd. Verzeker je van een uniek exemplaar en reserveer op tijd, deze luxe editie is verkrijgbaar zolang de voorraad strekt.
Even buiten Dwingeloo ligt havezate Oldengaerde verscholen in het groen van het landgoed. Een statig huis met een prachtig geornamenteerde gevel. Het is gebouwd in dezelfde stijl als de herenhuizen die in de zeventiende eeuw langs de Amsterdamse grachtengordel verrezen.
Oldengaerde is beslist een boek waard, vond Het Drentse Landschap. Ze mag zich sinds een aantal jaren eigenaar van het landgoed noemen en heeft het huis inmiddels geheel in oude glorie hersteld.
Tot nu toe nog is er nog nooit een boek geweest dat het verhaal van Oldengaerde uitgebreid en terdege vertelt. Dit prachtig geïllustreerde boek doet recht aan het belang en de schoonheid van een waardevol Drents monument.
Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners begint diep in de middeleeuwen. Op initiatief van de bisschop van Utrecht ontwikkelde zich in Zuidwest-Drenthe een uniek cultuurlandschap. Belangrijke families als de Van Echtens speelden er een belangrijke rol bij. In de vijftiende eeuw vestigde Reynolt van Echten zich op het familiebezit in Dwingeloo. Zoon Volker was de eerste die zich Van Echten tot Oldengaerde ging noemen.
Vier eeuwen lang woonden de families Van Echten en Van Dongen op Oldengaerde. Zij maakten in de zeventiende en achttiende eeuw van Oldengaerde het voorname huis dat het tot op de dag van vandaag gebleven is. In de negentiende eeuw kwam Oldengaerde via Aalt Willem van Holthe in eigendom van de familie Westra van Holthe.
Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners is het gezamenlijk product van een groep auteurs die de verschillende hoofdstukken steeds vanuit hun eigen expertise benaderen. Samen brengen ze de markante eigenaren van Oldengaerde voor het voetlicht en nemen de lezer mee naar de tijd waarin ze leefden.
Deze bijzondere invalshoek geeft het boek een veel breder perspectief en kan het verhaal van Oldengaerde laten zien hoe de Drentse samenleving zich de afgelopen eeuwen ontwikkelde.Rijk geïllustreerd en toegankelijk geschreven is OIdengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners een boek voor een breed publiek met interesse in de prachtige geschiedenis van de landgoederen van Drenthe en Nederland.
Het boek is een samenwerkingsproject van Het Drentse Landschap en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. Het plan is dat het boek in mei 2023 zal verschijnen.