Verzinnen doen wij niets
€ 19,90
‘Verzinnen doen wij niets,’ schreef Eli Heimans begin vorige eeuw in een van zijn natuurcolumns in De Groene Amsterdammer. In diezelfde tijd trok Jac.P. Thijsse de aandacht met zijn stukjes in het Algemeen Handelsblad en andere bladen. Heimans en Thijsse maakten het genre natuurcolumns populair.
In Verzinnen doen wij niets belicht Marga Coesèl de natuurcolumns van 100 jaar geleden tot nu, van Geertruida Carelsen tot Koos van Zomeren en Jean-Pierre Geelen. Aan de hand van goedgekozen citaten laat zij zien hoe columnisten elk op hun eigen wijze invulling gaven aan het genre en hoe dit in de loop der jaren veranderde.
Marga Coesèl (1942) is ‘la grande dame’ van de geschiedschrijving van de natuurbescherming in Nederland en de wereld van Heimans en Thijsse. Met verschillende titels haalde ze de shortlist van de Jan Wolkers Prijs.
Gerelateerde boeken
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
Mijn grauwe ganzen
Iedereen kent de grauwe gans. In enkele decennia is hij uitgegroeid van een zeldzame tot een massaal voorkomende vogel. Hij is geliefd en verguisd, en regelmatig onderwerp van verhitte debatten tussen natuurbeschermers en boeren. Wat maakt deze vogel bijzonder?
Berend Voslamber deed veertig jaar onderzoek naar grauwe ganzen en kent deze vogel als geen ander. In Mijn grauwe ganzen beschrijft hij het hele leven van de vogel, van ei tot volwassen dier. Hij toont aan hoe succesvol de grauwe gans als broedvogel was (bijvoorbeeld in de Ooijpolder) en hoe in de loop van de tijd de biotoop veranderde, zoals tijdens hun verblijf in de Dollard. Veel informatie geeft de auteur aan de hand van opmerkelijke individuen.
Naast de vogels komen ook de ontwikkelingen in zijn onderzoek en de mensen die de auteur tijdens zijn werk ontmoette aan bod. Daarbij gaat hij met name diepgaand in op het tellen en het ringen van de vogels en wat dat oplevert aan kennis.Berend Voslamber is in Nederland dé deskundige op het gebied van grauwe ganzen. Hij werkte ruim twintig jaar als bioloog bij Sovon – vogelonderzoek Nederland en werd al op jonge leeftijd geboeid door het fenomeen gans.
-
De Naturalis Historia
Welke plantensoorten dienden om bier te brouwen, leer te looien, inkt, touwen en kleren te fabriceren, papier te maken, om ongedierte te verjagen, vlekken te verwijderen of te gebruiken als tabak-, thee- en -koffiesurrogaat, poetsmiddel, stalstrooisel? Alle planten die in de velden, in bossen en weiden groeiden dienden wel ergens voor en onze voorouders wisten precies waarvoor ze deze planten met sprookjesachtige namen als grote wederik, vlasbekje, koningskaars, wilde bertram, zilverschoon en rapunzelklokje voor konden gebruiken.
Dit boek, gebaseerd op bronnen van ca. 2000 jaar geleden tot en met de twintigste eeuw, brengt de vergeten toepassingen van zo’n 250 plantensoorten opnieuw voor het voetlicht.
Em. prof. dr. Marcel De Cleene is plantenfysioloog. Hij was werkzaam aan de UGent. Bij uitgeverij Sterck & De Vreese verscheen eerder het veelgeprezen boek De historia naturalis. De geschiedenis van de kruidengeneeskunde. -
Natuurgids knoppen en twijgen
Met deze handzame gids kunnen aan de hand van knoppen en twijgen meer dan 150 soorten bomen en struiken herkend worden, wanneer deze geen bladeren of bloemen hebben. Een eenvoudige tabel met veel foto’s maakt het makkelijk de soorten op naam te brengen. Daarnaast beschrijft de auteur alle bomen en struiken uitvoerig; deze soortbeschrijvingen bevatten vier tot acht foto’s van de knoppen en twijgen voor een trefzekere determinatie. De boomportretten geven extra informatie over verspreiding en biotoop.
Jean-Denis Godet studeerde biologie en was jarenlang biologieleraar. Hij schreef verschillende boeken over planten. Vooral dankzij zijn bijzondere plantenfotografie staat hij in hoog aanzien.