Wat is eigen aan eigendom?

Evert-Jan Rotshuizen

 19,90

Sinds de oudheid zijn filosofen op zoek naar een werkbare definitie van het begrip ‘eigendom’. Die definitie is belangrijk omdat ze bepaalt hoe we met eigendom omgaan. Zonder eigendom geen samenleving. Toch bevat ons Burgerlijk Wetboek er nog altijd geen definitie van. Er staat alleen dat eigendom het meest omvattende recht van een persoon op een zaak is.

Op grond van theoretisch en praktisch onderzoek concludeert de auteur dat de definitie in het Burgerlijk Wetboek goed werkt voor huis-, tuin- en keukenvoorwerpen. Maar voor andere zaken is de wet volstrekt achterhaald. De wet geeft de eigenaar namelijk te veel macht, terwijl die macht ook bij de gebruiker van een object zou moeten liggen. Zo moet een projectontwikkelaar zich voegen naar de voorwaarden van omwonenden en zijn project klimaatproof maken. De invloed van de gebruiker is belangrijk bij alle dure zaken, zoals schepen, vliegtuigen, vrachtwagens.

Evert-Jan Rotshuizen (1947) studeerde in Amsterdam aan de Vrije Universiteit en aan de Universiteit van Amsterdam, en in Parijs aan de Sorbonne. Hij heeft gewerkt als advocaat en was veertien jaar actief als raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof Amsterdam.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
160
Druk:
1
ISBN:
9789464713381
Gewicht:
260 gram
Afmeting:
217x143x16 mm
Uitgiftedatum:
17-07-2025

Gerelateerde boeken

  • Andries Sternheim (1890-1944)

    Vergeten binnen de Frankfurter Schule
    Bertus Mulder
     29,90
  • Waarom de tijd (niet) stroomt

    Waarom de tijd (niet) stroomt

    Tijd bezien vanuit de natuurkunde, filosofie, psychologie en spiritualiteit
    Jos Stollman
     22,90
  • Gewist genot

    Gewist genot

    Het (ver)denken van de clitoris
    Catherine Malabou
     17,90
  • Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang

    Wie overweegt vrouwen rechten toe te kennen, kan ze net zo goed gelijk aan dieren geven, grapt Thomas Taylor vol sarcasme in 1792. Precies een eeuw later beseft de Britse emancipatiestrijder Henry Salt, dat Taylor (onbedoeld) een punt heeft: waarom zouden dieren niet eenzelfde rechtsbescherming verdienen als ieder ander wezen met belangen? Op volstrekt originele wijze werkt hij dit idee uit in dit nog altijd actuele en bijzonder goed leesbare essay.
    Henry Stephens Salt (1851-1939) was een politiek geëngageerde Britse auteur. Hij pleitte voor hervorming van het onderwijs, van het gevangeniswezen, van economische instituties en van de dierhouderij. Hij was bevriend met Gandhi en Tolstoj en oefende ook op latere schrijvers (waaronder Peter Singer) veel invloed uit.

    Vertaling en inleiding: Jabik Veenbaas.

    ~

    ‘De eerste titel in de nieuwe “Dierenrechtenbibliotheek” werd geschreven in 1892 en is om meerdere redenen
    een interessante keuze. Het is een erudiet essay, leuk geschreven. (…) Het werkt heel verfrissend om de eerste uitgesproken en weloverwogen gedachten op dit gebied tot je te laten doordringen. Salt daagt uit tot vergelijking en verduidelijking en tot bezinning op wat “vooruitgang” betekent – voor dier en mens.’ – E. Evertsen voor NDB Biblion

    ~

    ‘Een meesterwerk; het blijft een van de meest lucide en overtuigende van alle boeken geschreven ter verdediging van dieren.’ -Keith Thomas, New York Review of Books

    ~

    ‘Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang blijft relevant omdat het veel meer is dan een incidenteel pleidooi. Het boek is bijna honderddertig jaar oud, maar het is nog volstrekt niet verouderd. Wie het leest, begrijpt dat het iets wezenlijks toevoegt aan het denken over de morele verhouding tussen mens en dier: een voortreffelijk beargumenteerde filosofische grondslag.’ -Jabik Veenbaas in de inleiding

    ~

    ‘Dit boek vormt niet voor niets het begin van de dierenrechtenbibliotheek van Uitgeverij Noordboek. Het is het eerste boek dat het idee van dierenrechten consequent probeert te doordenken. Salt laat zien dat dieren niet tot hun recht komen als ze alleen ‘de nodige zorg’ krijgen. Hun belangen moeten op een faire wijze, volgens het gelijkheidsbeginsel, worden meegewogen in de democratie. Zolang onze democratie weigert om dit te doen, is ze gemankeerd.’
    -Erno Eskens, dierfilosoof en uitgever bij Noordboek

     17,90