Aesopus
€ 27,90
In de eerste of tweede eeuw schreef een anonieme auteur Het Leven van Aesopus: een schalkse schelmenroman over het leven van een Griekse slaaf, antiheld en fabelschrijver. Zijn tekst behoort tot de meest bijzondere en sprankelende producten van de Oudgriekse literatuur, maar bleef tot nu grotendeels onbekend.
Met deze roman als vertrekpunt neemt Christian Laes de lezers mee naar het dagelijks leven in die tijd. Er komen slaven aan het woord die zich beklagen over hun lot en creatief op zoek gaan naar manieren om een beter bestaan te kunnen leiden. Lijf en lust, lichamelijkheid en seks, zijn ook opvallende thema’s, net als voeding en culinaire genoegens. Intellectuelen en hun eigendunk passeren ongegeneerd de revue. De man-vrouwrelatie in een vooraanstaand huishouden mag natuurlijk niet ontbreken.
Christian Laes brengt in dit boek als eerste een Nederlandse vertaling van de roman, en laat aan de hand daarvan zien hoe het slavenleven in de oudheid er werkelijk uitzag. Een les in mentaliteitsgeschiedenis die boeit en beklijft.
— Christian Laes, classicus en oudhistoricus, is gewoon hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Universiteit van Manchester en tevens verbonden aan de Universiteit Antwerpen.
Gerelateerde boeken
-
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-