De wereld van de farao’s
€ 39,90
Wie Egypte zegt denkt meteen aan de schitterende dodenmaskers van Toetanchamon, de mysterieuze sfinx van Giza of de prachtige tempels van Karnak en Luxor.
Marleen Reynders schetst in overzichtelijke hoofdstukken de lange geschiedenis van dit vruchtbare land aan de Nijl. Ze start bij de Nijl, het groene lint dat het land vruchtbaar maakte. Daarna passeren farao’s de revue met focus op enkele markante figuren zoals Hatsjepsoet, de vrouwelijke farao met baard; Achnaton, de excentrieke zonnekoning; Ramses II, de grote en natuurlijk ‘femme fatale’ Kleopatra. Om de Egyptische cultuur echt te begrijpen is inzicht nodig in de wereld
van goden en tempels maar ook in de dodencultus en het diepe verlangen naar onsterfelijkheid. De dood als centraal thema meandert door alle hoofdstukken. Een dodencultus die prachtige kunst voortbracht, gerealiseerd door duizenden werklieden, schrijvers, steenhouwers. Tot op vandaag vergapen we ons aan al die archeologische vondsten.
Marleen Reynders studeerde Egyptologie aan de KU Leuven. Met veel kennis leidt ze al jaren reizigers langs faraonische parels en verhalen. Ze is auteur van verschillende boeken over het oude Egypte.
Gerelateerde boeken
-
-
Al Andalus 711-1494
In de achtste eeuw veroveren de moslims het Iberisch schiereiland Spanje. Al-Andalus (Arabisch Spanje) groeit uit tot een zelfstandig kalifaat met een grote welvaart. Drie eeuwen later heroveren de christenen het gebied in een strijd die bekend staat als de ‘reconquista’. Toledo, Cordoba en Sevilla worden één voor één ingenomen. Na ca. achthonderd jaar valt in 1492 het doek definitief voor Al-Andalus als de katholieke koningen Ferdinand en Isabella het emiraat Granada inlijven bij de rest van Spanje.
Tijdens die acht eeuwen leefden moslims, joden en christenen samen. Vreedzaam en tolerant, zoals sommigen graag geloven. Maar klopt dit met de historische werkelijkheid? Luk Corluy sloopt in dit boek deze mythe. Er was een constante spanning door wederzijdse achterdocht, burgeroorlogen tussen rivaliserende islamitische clans en achterstelling van joden en christenen. Na de herovering van Al-Andalus door de christenen gedoogden de christelijke vorsten de achtergebleven moslims en de islam, maar onder christelijk gezag. Dat was voor de meeste moslims onaanvaardbaar. Moslims en joden kregen de keuze: zich bekeren of het land verlaten. De tolerantie en vreedzaamheid verdampten.
Luk Corluy studeerde filosofie, sociologie en economie en was verbonden aan het departement Economie van de KU Leuven.
-
Van Neanderthaler tot Rendierjager
‘Van neanderthaler tot rendierjager’ is het eerste deel in een toegankelijk en rijk geïllustreerde reeks over de archeologie van Drenthe. Meer dan 115.000 jaar geleden liet een neanderthaler zijn vuurstenen werktuig achter in wat wij nu Drenthe noemen. Voor zover we weten was hij of zij de allereerste mens in deze contreien. In de daaropvolgende 85.000 jaar zou deze nu uitgestorven menssoort met tussenpozen in Drenthe verblijven. Van hun aanwezigheid zijn echter niet veel sporen achtergebleven. Alleen hun stenen werktuigen herinneren ons aan deze lang vervlogen tijden. Archeologen kunnen echter veel afleiden aan deze oeroude artefacten. Waar zijn ze voor gebruikt? Hoe zijn ze gemaakt en wat vertellen ze ons over het leven van de neanderthaler in Drenthe?
Zo’n 40.000 jaar geleden stierf de neanderthaler uit en bleef de nieuwkomer Homo sapiens alleen achter. Omdat het noorden van Europa gevangen was in de ijskoude greep van de ijstijd leefden onze verre voorouders in eerste instantie alleen in meer zuidelijkere regio’s. Maar toen de temperatuur steeg, trokken ook deze jagers op den duur naar Drenthe. Omdat zij voornamelijk leefden van de jacht op rendieren, noemen wij hen ‘rendierjagers’. In een tijd van zeer snelle klimaatwisselingen aan het einde van de laatste ijstijd volgden verschillende rendierjagersculturen elkaar snel op. Ook van deze mensen zijn de meeste sporen volledig verdwenen, maar dankzij resten van hun kampementen, haardplaatsen en wederom stenen werktuigen vangen we een glimp op van hun dagelijks leven.
In ’Van neanderthaler tot rendierjager’ vertellen wij het verhaal van deze prehistorische mensen die leefden in wat archeologen de Oude Steentijd noemen. In een voor ons onherkenbaar Drenthe, volkomen afhankelijk van het klimaat en van wat de natuur hen bood, hadden zij allen hun eigen manier om hier een bestaan op te bouwen. Maar of dit altijd even succesvol was….
De reeks ‘Archeologie in Drenthe’ is een samenwerking van Stichting Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.
-
De opgejaagden
Direct na de Tweede Wereldoorlog zette de joodse onderduiker Alfred ‘Ab’ van Dien zijn herinneringen over zijn onderduikperiode op papier. Deze herinneringen raakte hij jarenlang kwijt. Een medeonderduiker, die inmiddels in Israël woonde, bleek ze in bezit te hebben en stuurde ze aan hem terug. In 1982, bijna veertig jaar na de bevrijding, werden de herinneringen in een eenvoudig uitgevoerd boekje uitgegeven onder de titel: De Opgejaagden, herinneringen van een joodse onderduiker in het Valtherbos”.
Met zorgvuldig gekozen en indringende bewoordingen geeft Van Dien in De Opgejaagden een kijkje in het gevoelsleven van een onderduiker, niet schuwend om ook de gevaren waaraan ze vrijwel continue blootstonden te beschrijven. De titel geeft exact de lading van het boek aan. Zestien joodse onderduikers blijken, ondanks hun goed verscholen onderduikplaatsen, hun leven niet zeker en worden (door verraad) meermalen opgejaagd. Tijdens hun ondergrondse leven in kleine zolderkamertjes, een kippenhok en twee in taaie bosgrond uitgegraven bosholen, werden ze ondersteund door een aantal zeer sterke Drenten. Het verhaal leest als een waargebeurd, spannend jongensboek, maar wel één met een gitzwarte achtergrond. Wie begint met lezen, kan niet stoppen. De lezer wil weten hoe het verder gaat en hoe het afloopt.
Schrijver Johan Withaar heeft naar aanleiding van De Opgejaagden ruim tien jaar onderzoek gedaan naar de onbekend gebleven achtergronden, de vreselijke niet te bevatten historische feiten en het leven van de betrokkenen na de oorlog. Dit nieuwe boek, inclusief de herinneringen van Ab van Dien, bevat de resultaten van dit onderzoek in binnen- en buitenlandse (oorlogs)archieven, locatiebezoeken en interviews met de kinderen van direct betrokkenen, die Johan Withaar tot in de USA en Israël heeft weten te traceren.
Daarnaast heeft het onderzoek een drietal niet eerder gepubliceerde op schrift gestelde herinneringen van direct betrokkenen opgeleverd. Deze geven soms een verrassende wending aan hetgeen Van Dien zich in De Opgejaagden herinnerde.