Oudfriese oorkonden. Vijfde deel
€ 17,50
In de periode 1370-1550 was in Friesland het Oudfries volop in gebruik als schrijftaal van oorkonden. De Oudfriese tekstoverlevering bestaat dan ook voor zo’n veertig procent uit oorkondeteksten. Eerder al verschenen er vier kloeke delen met Oudfriese oorkonden. In de bijna veertig jaar na de publicatie van het vierde deel zijn er nog meer ontdekt. De transcripties daarvan kan men nu in deze uitgave vinden. In dit veel minder omvangrijke vijfde deel zijn ook fragmenten van Oudfriese oorkonden opgenomen.
Deze uitgave is, evenals het vierde deel, bewerkt door Oebele Vries. Van zijn hand verscheen eerder onder meer Asega, is het dingtijd? De hoogtepunten van de Oudfriese tekstoverlevering.
Dit is een uitgave in samenwerking met de Fryske Akademy en uitgegeven voor it Frysk Ynstitút RU Grins FFYRUG.
Gerelateerde boeken
-
-
Nedersaksisch in een notendop
Het Nedersaksisch kreeg in 2018 nationale erkenning als volwaardige en zelfstandige taal.
In Nedersaksisch in een notendop beschrijven vijf kenners het Gronings, Drents, Stellingwerfs, Sallands, Twents, Achterhoeks en Veluws. Beknopt, maar wel in al hun facetten.
Aan de orde komen: de klanken, woordvormen, zinsbouwkenmerken en de grote woordenboekprojecten. Daarnaast is er veel aandacht voor de maatschappelijke positie, de beheersing en het gebruik van het Nedersaksisch.Kennisontwikkeling, aanmoediging tot gebruik en ook de zorg voor de taal zijn zaken die vooral in de verschillende regio’s plaatsvinden. Daarover biedt dit boek eveneens de nodige informatie, evenals over instituten en organisaties die zich met het Nedersaksisch bezighouden.
De Nedersaksische literatuur is overzichtelijk gepresenteerd naar periode en regio en de bronnenlijst nodigt de lezer uit zich verder in deze mooie, eeuwenoude taal te verdiepen.Nedersaksisch in een notendop is bedoeld voor mensen met een brede interesse in streektalen. Studenten Nederlands, Duits en Fries kunnen met dit boek hun kennis over het Nedersaksisch naar een hoger niveau tillen. Ook voor medewerkers van (regionale) taalinstituten kan dit boek een welkome aanvulling zijn op hun kennis over het Nedersaksisch.
-
Wat gebeurt er in het Nederlands?
Wat betekent het als een woord, zin of uitspraak vaak voorkomt, of juist bijna nooit? Deze ogenschijnlijk simpele vraag is het uitgangspunt voor een grote verscheidenheid aan bijdragen, die kijken naar de Nederlandse taal in al zijn rijkdom. Taal vroeger, taal nu, en de veranderingen die plaatsvonden. Over uitspraak en grammatica, over meta foren, uitdrukkingen en nog veel meer, vertellen 60 neer landici uit Nederland, Vlaanderen en Suriname. Nicoline van der Sijs is als senior-onderzoeker verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en als hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands aan de Radboud Universiteit. Lauren Fonteyn is verbonden aan de Universiteit Leiden als onderzoeker en docent (toegepaste) taalkunde. Marten van der Meulen promoveert aan de Radboud Universiteit en schrijft, spreekt en blogt over taal voor ieder publiek.
-
Baardman en boterkontje
Heet de fuut fuut omdat ie ‘fuut’ roept? Houdt de ijsvogel van ijs en kan de putter putten?
Dit soort vragen houdt vogelliefhebbers en taalliefhebbers bezig. In dit boek verklaart Toine Andernach in informatieve en soms hilarische verhalen de herkomst van raadselachtige vogelnamen voor voor vogel- en taalliefhebbers en verweeft die met zijn persoonlijke ervaringen. De verhalen zijn voorzien van prachtige 18de en 19de-eeuwse prenten en bijzondere foto’s.Toine Andernach is een enthousiaste vogelaar met passie voor taal. Of moeten we zeggen een taalkundige met passie voor vogels?