De wereld van de farao’s
€ 39,90
Wie Egypte zegt denkt meteen aan de schitterende dodenmaskers van Toetanchamon, de mysterieuze sfinx van Giza of de prachtige tempels van Karnak en Luxor.
Marleen Reynders schetst in overzichtelijke hoofdstukken de lange geschiedenis van dit vruchtbare land aan de Nijl. Ze start bij de Nijl, het groene lint dat het land vruchtbaar maakte. Daarna passeren farao’s de revue met focus op enkele markante figuren zoals Hatsjepsoet, de vrouwelijke farao met baard; Achnaton, de excentrieke zonnekoning; Ramses II, de grote en natuurlijk ‘femme fatale’ Kleopatra. Om de Egyptische cultuur echt te begrijpen is inzicht nodig in de wereld
van goden en tempels maar ook in de dodencultus en het diepe verlangen naar onsterfelijkheid. De dood als centraal thema meandert door alle hoofdstukken. Een dodencultus die prachtige kunst voortbracht, gerealiseerd door duizenden werklieden, schrijvers, steenhouwers. Tot op vandaag vergapen we ons aan al die archeologische vondsten.
Marleen Reynders studeerde Egyptologie aan de KU Leuven. Met veel kennis leidt ze al jaren reizigers langs faraonische parels en verhalen. Ze is auteur van verschillende boeken over het oude Egypte.
Gerelateerde boeken
-
Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe
In 1921 stond Zuidoost-Drenthe letterlijk en figuurlijk in brand. De dramatische gebeurtenissen van dat jaar, de aanloop en de onderliggende oorzaken worden in Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe 1860-1921 op indringende wijze beschreven.
Turfwinning was decennialang de belangrijkste bedrijfstak in Zuidoost-Drenthe. Toen in 1921 de turfwinning in het gebied instortte ontstond een sociale ramp: werkloosheid, armoede en honger. De veenarbeiders kwamen hiertegen massaal in opstand.
Deze crisis kwam echter niet uit de lucht vallen. Al vijftig jaar eerder waren er tekenen dat de turfwinning zijn langste tijd gehad had, doordat turf steeds meer door steenkool werd vervangen. De teruglopende rentabiliteit werd op de veenarbeiders afgewenteld, onder meer door het verlagen van hun lonen. In dezelfde periode kreeg het socialisme voet aan de grond en werden er vakbonden opgericht. Deze ontwikkelingen zetten de arbeidsverhoudingen verder op scherp. Juist in deze periode raakten in andere gebieden de turfvoorraden uitgeput en verschoof de turfwinning naar Zuidoost-Drenthe. Gesteund door hun vakbonden kwamen de veenarbeiders in opstand. Maar ook binnen de vakbewegingen was rivaliteit. Anders dan in de rest van Nederland speelde in Zuidoost-Drenthe binnen de vakbewegingen vooral de botsing tussen de revolutionaire socialisten en sociaaldemocraten. Het overgeleverde beeld van arme, ongeschoolde en opstandige veenarbeiders is sterk bepaald door deze laatste fase van de vervening.
Dit boek beschrijft de sociale en economische aspecten van de veenwinning, de opkomst en rivaliteit binnen de vakbewegingen en de aanloop naar de massale arbeidersopstand van 1921 in Zuidoost-Drenthe.
-
-
-