In Siberië zijn geen wegen, alleen richtingen
€ 29,90
Ganzen, steltlopers… dunbekwulp! De kennis in Nederland over veel van ‘onze’ vogelsoorten in het Waddengebied was al groot in de jaren tachtig van de vorige eeuw, maar er bestond een enorme wetenschappelijke honger naar eigen onderzoek (o.a. Theunis Piersma, Bart Ebbinge) in de broedgebieden: arctisch Siberië.
In Siberië zijn geen wegen, alleen richtingen neemt de lezer mee naar het taaie werk om dat natuuronderzoek voor elkaar te krijgen. Congressen, wodka, stom toeval, vertrouwen tussen individuen, de val van de Muur en de volhardendheid van Gerard Boere hebben geleid tot een aantal belangrijke expedities in de waterrijke en bijzonder uitgestrekte toendra regio’s als Taimyr, de Lena- en Pechoradelta en de eindeloze steppe- en moerasgebieden van Zuid Siberië in de regio Novosibirsk. Gerard Boere beschrijft van binnenuit wat er nodig was om deze expedities te organiseren, hoe de expedities verliepen en wat zij opleverden.
Gerard C. Boere was van 1986 tot 2004 mede verantwoordelijk voor internationale natuurbetrekkingen bij het ministerie van LNV waaronder de Ramsar, Bonn en Bern natuurbeschermingsverdragen (inclusief bestuurlijke taken), Arctische samenwerking en de samenwerking met Rusland en Oekraïne. Voor zijn werk ontving hij verschillende onderscheidingen waaronder de hoogste Russische natuurbeschermingsonderscheiding voor zijn rol als coördinator voor de samenwerking.
Gerelateerde boeken
-
Veldgids Orchideeën
Wilde orchideeën zijn spectaculaire planten, die vaak moeilijk op naam zijn te brengen. Met deze gids, die volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten is samengesteld, is dat voor iedere natuur- en plantenliefhebber nu wel mogelijk. Deze uitgebreide fotogids, met meer dan 2000 foto’s, bevat alle 300 taxa (soorten, ondersoorten en variëteiten) plus 70 natuurlijke hybriden van Europa en het mediterrane gebied. De Veldgids Orchideeën is geschreven door de belangrijkste wetenschappers op het gebied van orchideeën in Europa. Zij hebben voor het eerst een gemakkelijk te gebruiken veldgids geschreven, die de enorme variatie in deze groep toegankelijk en hanteerbaar maakt.
-
De kanoet
De kanoet is een reislustige vogel. In Nederland overwintert de kanoet in de Waddenzee en de Delta of hij tankt daar bij, op weg van Siberië naar West-Afrika en terug.
Door die reislust is de kanoet ook een goede verhalenverteller. De kanoet is als de kanarie in de kolenmijn, en wijst ons in dit geval genadeloos op de aantasting van het milieu. De vogel blijkt zelfs een soort thermometer te zijn: door van generatie op generatie een beetje te krimpen, waardoor hij relatief een steeds langere snavel krijgt, laat de kanoet zien dat ook het klimaat langzaam aan het veranderen is.
Al deze verhalen zijn opgetekend uit de mond van mensen die deze vogel al vele jaren onderzoeken, met schitterende foto’s van een fotograaf die deze vogels ook al bijna zijn hele leven op de hielen zit.Rob Buiter (1966) is freelance wetenschapsjournalist. Hij is verslaggever voor Trouw en Vroege Vogels en hoofdredacteur van het oudste natuurtijdschrift van Nederland, De Levende Natuur. De foto’s zijn gemaakt door Jan van de Kam.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?