Natuur en economie in Nederland
€ 24,90
Natuurbescherming door de overheid wordt vooral gedreven vanuit het motief van de schoonheid. Natuur is mooi en waardevol. Maar de laatste decennia is er iets veranderd: de natuur wordt steeds vaker bekeken door een economische bril, de economisering van de natuur. Jan Veenstra onderzoekt in Natuur en economie in Nederland wat dat inhoudt en wat er gebeurt met de natuur als economische belangen steeds belangrijker worden.
In zijn analyse onderscheidt hij twee belangrijke vormen van economisering, geeft hij een historisch overzicht van de betrokkenheid van de overheid bij natuurbescherming en de dilemma’s waarmee natuurorganisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten mee worstelen. Het pleidooi van Veenstra? Natuurbehoud op lange termijn kan niet zonder economisch draagvlak. Daarom is het belangrijk de economische waarde van de natuur beter te kennen, moet de overheid blijvend investeren in natuur, en zal de economie zo ingericht moeten worden dat deze met de natuur meewerkt, niet ertegen.
Jan Veenstra is econoom en heeft 28 jaar bij Staatsbosbeheer gewerkt waarvan de laatste jaren als senior beleidsmedewerker Ecosysteemdiensten. Na zijn pensioen was hij voorzitter van de Eurosite groep ‘on Economics and Ecosystem Services’.
Gerelateerde boeken
-
De redding van het laatste grote natte heideveld van Nederland
Nederland heeft nog maar weinig natuur. Tenminste, volgens Europese begrippen. En toch – ons land had nog veel natuurarmer kunnen zijn. Rond 1900 maakte een groep landgenoten zich druk om de vele duizenden hectaren natuur, die jaarlijks werden ontgonnen en gecultiveerd voor economische activiteiten. Karakteristieke en cultuurhistorisch belangrijke landschappen gingen verloren, en de toen nog rijke flora en fauna kreeg klap na klap. Onder invloed van de honger naar grond voor onder meer landbouw en stadsuitbreiding ging Nederland op de schop, en veranderde onherkenbaar.
Dit boek beschrijft hoe de kaalslag van natuur, landschap en erfgoed voor een deel is voorkomen. Het is een eerbetoon aan de enorme inzet van natuurbeschermers zoals de in Nederland beroemde onderwijzer, schrijver en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse en vele gelijkgestemden. Dankzij hen telt Nederland nog enkele honderdduizenden hectaren natuur, karakteristiek landschap en erfgoed, voor altijd bewaakt en beheerd door diverse natuurbeschermingsorganisaties.
In dit boek wordt stilgestaan bij de moeite die het de natuurbeschermers kostte om te redden wat er te redden viel, in het hele land. Zo ook in Drenthe. Daar lukte het ruim 90 jaar geleden om – met grote moeite – heidegronden in het huidige Nationaal Park Dwingelderveld in Zuidwest-Drenthe te redden van ontginning. Zo werd het grootste aaneengesloten natte heideveld van Nederland gered, een karakteristiek landschap dat bijna verloren was gegaan
-
Werk in een natuurmuseum
Over sabeltandkatten, watervlooien, stadsreuzen, en een steenmarter op mijn bagagedrager€ 24,90 -
De kanoet
De kanoet is een reislustige vogel. In Nederland overwintert de kanoet in de Waddenzee en de Delta of hij tankt daar bij, op weg van Siberië naar West-Afrika en terug.
Door die reislust is de kanoet ook een goede verhalenverteller. De kanoet is als de kanarie in de kolenmijn, en wijst ons in dit geval genadeloos op de aantasting van het milieu. De vogel blijkt zelfs een soort thermometer te zijn: door van generatie op generatie een beetje te krimpen, waardoor hij relatief een steeds langere snavel krijgt, laat de kanoet zien dat ook het klimaat langzaam aan het veranderen is.
Al deze verhalen zijn opgetekend uit de mond van mensen die deze vogel al vele jaren onderzoeken, met schitterende foto’s van een fotograaf die deze vogels ook al bijna zijn hele leven op de hielen zit.Rob Buiter (1966) is freelance wetenschapsjournalist. Hij is verslaggever voor Trouw en Vroege Vogels en hoofdredacteur van het oudste natuurtijdschrift van Nederland, De Levende Natuur. De foto’s zijn gemaakt door Jan van de Kam.
-
Tuinieren met wilde planten
Iedere dag genieten van een weelderige bloemrijke tuin met de vele dieren die daar leven zoals vogels, salamanders, kikkers, muizen, vlinders en wilde bijen. Een tuin vol leven, een stukje natuur zelfs midden in een dorp of stad.
Juist die kleine stukjes natuur in een stedelijke omgeving zijn heel belangrijk. Dieren vinden er voedsel en plekken om te schuilen en zich voort te planten. Mensen vinden er ontspanning en verwonderen zich over de ongelooflijke verscheidenheid en vernuftigheid van de natuur.
Wil jij ook zo’n eigen stukje natuur creëren? Het kan overal. Echt niet alleen als je een flink stuk grond bezit, ook in je kleine stadstuin, op je dakterras of balkon is er veel mogelijk.
Maar hoe moet je beginnen? Wat kun je het beste doen? En welke planten zijn niet alleen leuk voor dieren, maar vooral ook voor jou? In Tuinieren met wilde planten staan alle antwoorden!Martin Stevens legde de basis voor zijn uitgebreide plantenkennis bij de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Als beheerder van een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten legde hij een heemtuin aan en bracht zijn liefde voor de natuur over op vele bezoekers. Nu kweekt hij wilde planten en is actief betrokken bij het Levend Archief en Wilde Weelde.