Natuur in eigen tuin
€ 19,90
In elke tuin leven dieren, planten en paddenstoelen waarvan je misschien niet eens wist dat ze bestaan. En het fascinerende is: elke soort heeft z’n eigen verhaal. Wist je bijvoorbeeld dat oorwurmen tot de beste moeders van de insectenwereld behoren? En dat kauwtjes altijd met z’n tweeën zijn omdat ze een paar voor het leven vormen? Dat vuurwantsen een liefdesleven hebben wat ons voorstellingsvermogen te boven gaat? En dat pissebedden eigenlijk kleine waterkreeftjes zijn die in staat zijn om hun hele leven op het land te slijten? Zomaar vier voorbeelden van wonderlijke soorten die – letterlijk – in vrijwel elke tuin te vinden zijn.
Luc Hoogenstein weet met aanstekelijk enthousiasme deze soorten een gezicht te geven, en geeft tips hoe en wanneer je de soorten zelf kan vinden. Maar hij begint met een Top 10 van tips om meer natuur in je tuin te krijgen. Na het lezen van dit boek zal de wijze waarop je naar de natuur in je tuin of op je balkon kijkt nooit meer hetzelfde zijn!
Luc Hoogenstein (1970) is de bekendste tuindierenexpert van Nederland. Hij was werkzaam bij grote natuurorganisaties. Daarnaast is hij natuurfotograaf, auteur van vele boeken, presentator, en hij verzorgt jaarlijks tientallen lezingen en workshops over het belang van natuur in de tuin.
Gerelateerde boeken
-
-
Natuurgids knoppen en twijgen
Met deze handzame gids kunnen aan de hand van knoppen en twijgen meer dan 150 soorten bomen en struiken herkend worden, wanneer deze geen bladeren of bloemen hebben. Een eenvoudige tabel met veel foto’s maakt het makkelijk de soorten op naam te brengen. Daarnaast beschrijft de auteur alle bomen en struiken uitvoerig; deze soortbeschrijvingen bevatten vier tot acht foto’s van de knoppen en twijgen voor een trefzekere determinatie. De boomportretten geven extra informatie over verspreiding en biotoop.
Jean-Denis Godet studeerde biologie en was jarenlang biologieleraar. Hij schreef verschillende boeken over planten. Vooral dankzij zijn bijzondere plantenfotografie staat hij in hoog aanzien.
-
In het wild geplukt
De groenten en fruit die we in de winkel kopen hebben weinig smaak en bieden een fractie aan mineralen en andere voedingsstoffen in vergelijking met de uiterst voedzame wilde varianten. Wilde planten zijn dé missing link in ons voedingspatroon. De 36 planten in dit boek komen stuk voor stuk vrij algemeen voor in Nederland en België. Je vindt ze vaak op verrassende plekken: in je tuin, tussen de straatstenen, in de berm of onder je voeten. Ze bieden een nieuwe smaakervaring en hebben verschillende onderdelen die eetbaar zijn. Maar planten in de natuur plukken betekent zoveel meer dan enkel een smaakbom boordevol voedingsstoffen verzamelen. Het is een zintuiglijk avontuur. Je brengt meer tijd door in de buitenlucht, voelt de zon op je huid, je hoort de vogels zingen, je ruikt de aarde en de bloemen. Je voelt je verbonden, deel van het grote geheel. De lekkere recepten nodigen uit om het verzamelde plantaardig wild te bereiden tot heerlijke smoothies, lekkere salades, dips, pesto’s of kruidenazijntjes …
Lieve Galle is herboriste en wildplukexperte. Ze geeft lezingen, verzorgt excursies, kruidenworkshops en jaaropleidingen wildpluk.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?