-
Een Schricklijck Jaer
April 1672: koning Lodewijk XIV van Frankrijk verklaart de oorlog aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een dag later volgt zijn bondgenoot koning Karel II van Engeland. De bisschoppen van Keulen en Münster gaan een maand later mee in het bondgenootschap en vallen begin juni de Republiek binnen. Een Schricklijck Jaer gaat over deze oorlog, de oorlog van 1672 in het noordoostelijk deel van de Republiek.
Na de bisschoppelijke triomftocht langs de Overijsselse vestingsteden – die als rijpe appels in handen van de bisschoppen vallen – volgt de aanval op Coevorden. Ook die ‘onneembare’ vesting in het noorden valt binnen tien dagen. Maar daarna keert het tij voor de bisschoppen. De stad Groningen houdt stand, ondanks de enorme bommenregen van de bisschop van Münster, die bij dat beleg zijn bijnaam ‘Bombenberend’ verdient. Aan het einde van het jaar 1672 volgt de herovering van Coevorden, een spannend verhaal dat de geschiedenis ingaat als ‘De verrassing van Coevorden’.
Maar daarmee is de oorlog in de noordelijke gebieden nog lang niet ten einde. De bisschop van Münster heeft meer pijlen op zijn boog, waardoor Coevorden in een bizarre situatie terechtkomt.
Als dan eindelijk alle vijandelijke legers zijn vertrokken, moet het land weer opgebouwd worden. Dan komen, als vanzelf, alle eerdere politieke tegenstellingen weer opzetten die een snelle en effi ciënte wederopbouw tegenhouden. Bovendien gaat de oorlog nog steeds door, in het buitenland weliswaar, maar de kosten worden verhaald op de inwoners van de Republiek, ook op de tot op het bot verarmde bevolking van de provincies Stad en Lande (nu provincie Groningen), de Landschap Drenthe en Overijssel. De gevolgen van de oorlog, vooral voor het dagelijks leven van de gewone inwoners in die provincies, vormen de afsluiting van het boek.
-
Valsheid in Gesteente
Waarom zijn de vuistbijlen van Tjerk Vermaning vals en wie zit er achter?€ 29,95Valsheid in Gesteente
De vuistbijlen van Tjerk Vermaning binnenstebuiten gekeerd. Wie zit(ten) achter deze en andere grootschalige vervalsingen?
Tjerk Vermaning en zijn omstreden vuistbijlen staan nog altijd in de belangstelling. En dat ruim 50 jaar na zijn eerste spraakmakende ontdekking: een mammoetjagerskampement bij Hoogersmilde (Dr.) dat uit de Neanderthalertijd zou stammen, zo’n 60.000 jaar geleden. De hernieuwde focus op Tjerk Vermaning begon enkele jaren geleden met de roman ‘Tjerk’ en in 2018/2019 was in het Drents Museum een drukbezochte tentoonstelling te zien over het bewogen leven van deze beroemde Drentse amateurarcheoloog.
Echter, tot nu toe is het steeds vooral gegaan over de menselijke kant van wat de ‘affaire Vermaning’ is gaan heten. Over de meest fundamentele vraag – en vooral de gedegen beantwoording ervan – ging het nooit; een diepgaand wetenschappelijk onderzoek naar de aard van de vuistbijlen van Tjerk Vermaning – echt of vals – was er tot nu toe niet.
Daar komt in de eerste helft van 2022 verandering in als het boek Valsheid in gesteente bij Uitgeverij Van Gorcum verschijnt. Het omvat een diepgravende analyse van de Vermaning-artefacten door negen onderzoekers, elk met hun eigen specialisme, en met inzet van moderne onderzoekstechnieken.
Opvallend veel beeldmateriaal, waaronder vele hoge resolutie microscoopfoto’s, neemt de lezer mee in de boeiende zoektocht naar de waarheid over de vondsten van Vermaning. Mede dankzij een aanzienlijke toename in de archeologische kennis sinds het eind jaren ’70 van de vorige eeuw, toen de rechtszaken tegen Tjerk Vermaning speelden, komen de onderzoekers tot de slotsom dat het om niets anders dan vervalsingen gaat.
Maar wie was de regisseur achter deze grootschalige vervalsingen? En waren en meer personen bij betrokken? Door een nieuwe aanpak, waarbij de auteurs nieuwe vervalsingen op het spoor kwamen – die los staan van de Vermaning-‘vondsten’ – is het voor het eerst mogelijk om de dader(s) te identificeren.
-
De Hondsrug
De Hondsrug trekt een zeventig kilometer lange kaarsrechte lijn door het landschap van Noord-Nederland. Zo’n 150.000 jaar geleden maakten ijs, water en wind hier een landschap dat uniek is in Europa.
Dit boek nodigt je uit om kennis te maken met de Hondsrug en om de schoonheid van dit bijzondere stukje Nederland te ontdekken. Het vertelt een verhaal dat in de ijstijden begon en laat zien hoe de effecten van de natuurkrachten van weleer in het landschap zichtbaar zijn gebleven. Het feit dat de ontstaansgeschiedenis van het Hondsruggebied nog steeds zo duidelijk zichtbaar is, heeft ervoor gezorgd dat het gebied sinds 2015 het predicaat UNESCO Global Geopark mag voeren.De Hondsrug is een van de oudst bewoonde gebieden van Nederland. Al duizenden jaren wonen en werken hier mensen. Dit boek neemt je mee naar de plekken waar ooit de eerste mensen zwierven. Het vertelt het verhaal van de hunebedbouwers, die ons de oudste monumenten schonken. De foto’s tonen de schoonheid van een eeuwenoud cultuurlandschap met zijn prachtige boerderijen en dorpen. De beelden laten je de stilte van de natuur voelen.
Dit boek brengt je naar plekken op de Hondsrug waar je anders nooit zou komen. Een machtig gebied om nooit te vergeten en om steeds weer naar terug te keren.Der Hondsrug zieht einen 70 km langen, geraden Strich durch den Nordosten der Niederlande. Eis, Wasser und Wind formten 150.000 Jahre eine Landschaft, die in Europa einzigartig ist.
Dieser Bildband lädt Sie ein, den Hondsrug näher kennenzulernen und die Schönheit dieses besonderen Naturraums zu entdecken. Es erzählt eine abwechslungsreiche Geschichte, die in den Eiszeiten begann. Die Auswirkungen sind bis heute in der Landschaft sichtbar und bescherten dem Hondsruggebiet den Status UNESCO Global Geopark (2015).Der Hondsrug ist einer der ältesten bewohnten Landstriche der Niederlande. Seit Tausenden Jahren siedeln hier Menschen. Dieses Buch führt Sie an die Orte, durch die einst die ersten Menschen zogen, und es erzählt die Geschichte der Großsteingraberbauer, die uns die ältesten Bodendenkmäler hinterließen. Die Fotos zeigen die Schönheit einer jahrhundertealten Kulturlandschaft mit ihren malerischen Höfen und Dörfern. Die Bilder lassen Sie die Stille der Natur spüren.
Mit diesem Buch bringen wir Sie an Orte, die sonst unentdeckt blieben. Ein eindrucksvolles Gebiet, das man nicht vergisst und das einen immer wieder in den Bann zieht.The Hondsrug draws a 70-kilometre perfectly straight line through the landscape of the Northern Netherlands. For some 150,000 years ice, water and wind have created a landscape here that is unique in Europe.
This book invites you to get acquainted with the Hondsrug and to discover the beauty of this special part of the Netherlands. It tells a story that began in the ice ages and it shows how the forces of nature from back then have remained visible in the landscape, which earned the region its status of UNESCO Global Geopark (2015).The Hondsrug is one of the oldest inhabited regions in the Netherlands. People have lived and worked here for thousands of years. This book takes you to the places where the first humans once roamed. It tells the story of the dolmen builders who gave us our oldest monuments. The photographs show the beauty of an ancient cultural landscape with its wonderful farms and villages. The images make you experience the silence of nature.
This book takes you to places on the Hondsrug where you would never go otherwise. A powerful area to always remember, and to return to again and again. -
Tussen Grolloo en Austin
Begin jaren zestig maakte Egbert Meijers kennis met zenders als AFN en Radio Luxembourg en de blues- en countrymuziek: Hank Williams, Jimmie Rodgers, Son House, John Lee Hooker. Het werd een ommekeer in zijn leven. De accordeon werd een gitaar en Beethovens ‘Für Elise’ werd vervangen door ‘Mean Woman Blues’ van Elvis. De in Grolloo geboren en getogen boerenzoon Meijers ging achter de muziek aan en vond daarin een liefde die zijn leven inhoud en betekenis gaf.
De liedjes die hij sinds de jaren zeventig schreef, zong hij liever tussen de coulissen dan frontaal voor het voetlicht. Desondanks brachten ze hem in Nederland, België, Duitsland, Noorwegen en Amerika op podia en in radio en tv-programma’s. Vaak met andere artiesten: Harry Muskee, Frédérique Spigt, JP den Tex, Ad Vanderveen, Ad van Meurs, Fred Eaglesmith, Peter Rowan, Walt Wilkins, Paula Nelson, Jerry Jeff Walker.
Meijers nam tevens als culturele duizendpoot talrijke initiatieven, zoals het Big Bear Festival, het Muzem! festival, De Drentse Bluesopera, symfonie Ode an de Ao en diverse radio- en tv-programma’s. Daarnaast werkte hij mee aan tal van activiteiten en publicaties op het gebied van regionale taal en cultuur.
Aan dit rijk geïllustreerde boek leverden meer dan vijftig mensen een bijdrage. Zij laten door hun ogen zien wie Egbert Meijers is en wat hij voor hen, en Drenthe, betekent. Daarmee is ‘Tussen Grolloo en Austin’ een bijzondere biografie geworden van een man die in hart en ziel artiest is.
‘Tussen Grolloo en Austin’ neemt je ook mee op een reis langs talrijke ingrijpende gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaar. Gebeurtenissen die Meijers inspireerden tot het schrijven van indringende en persoonlijke liedjes.
“Ze brengen deze in Grolloo geboren songwriter naar het absolute erebankje van de Nederlandse artiesten die zich wagen aan dit genre”. Rein van den Berg, Plato
-
Schoffies in Salland
Vanaf 1894 duiken er in het Sallandse landschap plots grote aantallen jongens op.
Deze schoffies gaan hier niet vrijwillig heen: ze worden voor een heropvoeding naar Balkbrug gestuurd. In het rijksopvoedingsgesticht Veldzicht wordt geprobeerd om deze jongens een ambacht aan te leren, in de hoop dat zij daarna een goede plek in de maatschappij zullen vinden. Op haar hoogtepunt wonen hier zo’n 240 jongens.Maar wat is een rijksopvoedingsgesticht eigenlijk? En wat doen die jongens daar dan? Hoe is Veldzicht verbonden met het omringende landschap? En wat heeft de Kolonie van Weldadigheid de Ommerschans met dit alles te maken?
Jasmijn Vervloet neemt een duik in de geschiedenis van Veldzicht. Door de ogen van een schoffie vertelt zij het verhaal van het rijksopvoedingsgesticht en haar bewoners. Leer meer over de geschiedenis van de penitentiaire jeugdzorg, bewonder de vele foto’s die het boek rijk is of maak de architectuurhistorische rondwandeling. Kom mee naar Veldzicht!
-
Gedwongen reis
In Gedwongen reis, mijn vader dominee S. Metiarij vertelt Mellie Metiarij over het leven van haar vader en wat het betekende om op te groeien als de dochter van dominee Metiarij.
In 1951 kwamen bijna 4000 – vooral Zuid-Molukse – KNIL-militairen met hun familie (in totaal ongeveer 12.500 personen) naar Nederland voor wat bedoeld was als een tijdelijk verblijf. Daartoe behoorde ook de tweede luitenant en legerpredikant Semuel Metiarij, die met zijn vrouw en vier kinderen op 7 maart 1951 vanuit de haven van Tandjung Priok vertrok en op 8 april aankwam in Rotterdam.
Door de grote woningnood in Nederland en omdat het om tijdelijke vestiging van een half jaar zou gaan, werden deze families ondergebracht in woonoorden zoals de voormalige concentratiekampen Vught en Westerbork. In dit laatste kamp, dat verderging als woonoord Schattenberg, was dominee Metiarij predikant. Dominee Metiarij werd landelijk bekend toen hij als bemiddelaar optrad bij de bezetting van de woning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar (1970) en bij de treinkapingen bij Wijster (1975) en De Punt (1977).
Als voorzitter van de Badan Persatuan (BP; de Molukse Eenheidspartij) onderhandelde Metiarij in de jaren 1980 met de Nederlandse overheid. Op 21 april 1986 resulteerde dat in de Gezamenlijke Verklaring van de Nederlandse regering en het Hoofdbestuur van de Badan Persatuan. De afspraken behelsden onder andere een uitkering voor de eerste generatie Molukkers in Nederland, hulp bij werkgelegenheid en huisvesting en de oprichting van een Moluks museum. De BP bleef lange tijd de gesprekspartner van de Nederlandse regering.
Mellie Metiarij heeft voor het boek vele gesprekken gevoerd met mensen die haar vader gekend hebben zodat een compleet beeld ontstaat van dominee Metiarij. Aangevuld met foto’s uit de privécollectie van de familie Metiarij zorgt dit voor een uniek portret van een bijzonder mens. Metiarij bouwde bruggen in roerige tijden en werd een boegbeeld van de Molukse gemeenschap.
-
-
Het leven van boeren die Hunebedden bouwden
Tussen 5.000 en 10.000 jaar geleden vond de Neolithische landbouwrevolutie plaats en werd de jager-verzamelaar meer en meer een boer die van een nomadisch bestaan overging naar een vaste nederzetting. Het zijn ‘vluchtige gestaltes’ waar we weinig van weten.
Zo’n ‘vluchtige gestalte’ is voor auteur Hein Klompmaker de groep boeren die meer dan 5.000 jaar geleden besloten hunebedden te bouwen. De vraag of je deze groep boeren als het ware ‘tot leven zou kunnen wekken’ heeft hem niet meer losgelaten. Hoe leefden deze mensen en waarin verschilt onze tijd wezenlijk van die van de hunebedbouwers? In dit boek gaat Klompmaker als een moderne detective op zoek naar het leven van de boeren die hunebedden bouwden.
De ontdekking van het Neolithicum wordt in de huidige tijd vooral beschreven als een ‘grand narratif’, waarbij grote lijnen en lange processen de boventoon voeren. Mede door de dominante plaats van archeologie in dit verhaal zijn het gedrag en de normen en waarden van de hunebedbouwende boeren vrijwel buiten beschouwing gebleven. Juist de cultureel-mentale ontwikkeling van de landbouwtransitie verdient nadere bestudering, onderzoek en belangstelling. Deze collectieve biografie voert niet alleen mensen van vlees en bloed op in het historische verhaal, maar laat ook monumenten, voorwerpen en landschappen als quasi-personages optreden en verbindt deze met het leven van alledag. Dat levert niet alleen een wetenschappelijk verantwoorde visie op, maar toont het Neolithicum in al zijn verscheidenheid en diversiteit als een vergane cultuur van mensen, dieren, monumenten en landschappen. Van mensen die, net als wij, een verleden hadden, keuzes maakten in het hier en nu en nadachten over de toekomst. De multidisciplinaire aanpak die Hein Klompmaker in dit boek hanteert, biedt een verrassend nieuwe kijk op het wereldbeeld van de boeren, die hunebedden bouwden.
Hein Klompmaker is historicus en publicist. Hij wilde aanvankelijk journalist worden maar besloot later zich te richten op geschiedenis. Na de havo volgde hij een lerarenopleiding en studeerde vervolgens geschiedenis aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Klompmaker was van 1988 tot 2018 directeur van het Hunebedcentrum in Borger.
-
Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe
In 1921 stond Zuidoost-Drenthe letterlijk en figuurlijk in brand. De dramatische gebeurtenissen van dat jaar, de aanloop en de onderliggende oorzaken worden in Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe 1860-1921 op indringende wijze beschreven.
Turfwinning was decennialang de belangrijkste bedrijfstak in Zuidoost-Drenthe. Toen in 1921 de turfwinning in het gebied instortte ontstond een sociale ramp: werkloosheid, armoede en honger. De veenarbeiders kwamen hiertegen massaal in opstand.
Deze crisis kwam echter niet uit de lucht vallen. Al vijftig jaar eerder waren er tekenen dat de turfwinning zijn langste tijd gehad had, doordat turf steeds meer door steenkool werd vervangen. De teruglopende rentabiliteit werd op de veenarbeiders afgewenteld, onder meer door het verlagen van hun lonen. In dezelfde periode kreeg het socialisme voet aan de grond en werden er vakbonden opgericht. Deze ontwikkelingen zetten de arbeidsverhoudingen verder op scherp. Juist in deze periode raakten in andere gebieden de turfvoorraden uitgeput en verschoof de turfwinning naar Zuidoost-Drenthe. Gesteund door hun vakbonden kwamen de veenarbeiders in opstand. Maar ook binnen de vakbewegingen was rivaliteit. Anders dan in de rest van Nederland speelde in Zuidoost-Drenthe binnen de vakbewegingen vooral de botsing tussen de revolutionaire socialisten en sociaaldemocraten. Het overgeleverde beeld van arme, ongeschoolde en opstandige veenarbeiders is sterk bepaald door deze laatste fase van de vervening.
Dit boek beschrijft de sociale en economische aspecten van de veenwinning, de opkomst en rivaliteit binnen de vakbewegingen en de aanloop naar de massale arbeidersopstand van 1921 in Zuidoost-Drenthe.
-
Kamp Westerbork gefilmd
In 1944 werden in kamp Westerbork op uitgebreide schaal filmopnamen gemaakt. Dit materiaal is uniek; het zijn voor zover bekend de enige filmbeelden uit de nazi-kampen in oorlogstijd. Wereldberoemd zijn de fragmenten geworden van het angstig uit een wagon kijkende meisje of van de vertrekkende deportatietrein. Hoewel velen deze beelden kennen, was er decennialang weinig bekend over de film. Onderzoekers Koert Broersma en Gerard Rossing beschrijven in Kamp Westerbork gefilmd de resultaten van hun diepgaande research naar de achtergronden van deze film, die in 2017 werd opgenomen in het Unesco Memory of the World Register. Hiermee zijn de film en het bestaande filmscript officieel erkend als documentair werelderfgoed.
In dit boek worden eerdere conclusies tegen het licht gehouden en zijn alle recente ontwikkelingen en uitkomsten verwerkt. Bij het nieuwe onderzoek kwamen vele opmerkelijke feiten naar voren. Zo werden bijvoorbeeld tot voor kort onbekende personen op de filmbeelden geïdentificeerd. De analyse van de onlangs gerestaureerde (en gedeeltelijk ingekleurde) beelden gaf ook andere geheimen prijs. Deze leveren een boeiende reconstructie op van het hoe en waarom van de Westerbork-film en voegen een nieuwe dimensie toe aan één van de belangrijkste visuele getuigenissen uit de Tweede Wereldoorlog.
Koert Broersma (1955) schreef tot dusverre diverse boeken over uiteenlopende onderwerpen. Als vrijwillig onderzoekmedewerker was hij enkele jaren verbonden aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. In 1993 zag zijn biografie Buigen onder de storm, over de Amsterdamse journalist Philip Mechanicus het licht. In 2019 verscheen hiervan een herziene en aangevulde druk. In 1997 publiceerden Gerard Rossing en hij de eerste editie van Kamp Westerbork gefilmd, gebaseerd op het onderzoek dat zij naar deze film verrichtten. In 2016 publiceerde Broersma een interviewbundel over de Drentse bluesband Cuby & the Blizzards (Somebody will know someday), dat een jaar later de Publieksprijs van de Drentse Historische Vereniging won.
Gerard Rossing (1959) werkt als documentalist bij Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Hij hielp Broersma bij de herziene versie van de Mechanicus-biografie Buigen onder de storm en was in de jaren negentig van de vorige eeuw intensief betrokken bij het oorspronkelijke onderzoek naar de Westerbork-films. Voor deze nieuwe, herziene uitgave werkten Rossing en Broersma wederom samen.
-
Tales of Veenhuizen
Voor iedere niet Nederlands sprekende bezoeker blijft Veenhuizen met haar bijzondere geschiedenis een gesloten boek. Daar kwam de uit Zuid-Korea afkomstige ontwerper Minsung Wang achter toen hij een bezoek bracht aan het dorp. Ondanks de internationale ambities is alles, van folder tot bijschriften op museumbordjes, in het Nederlands.
Speciaal voor buitenlandse bezoekers maakte Minsung het Engelstalige boek, Tales of Veenhuizen. Tales of Veenhuizen is een geïllustreerd boek over de unieke historie van het erfgoed en de cultivering van elk aspect van Veenhuizen. In zeventien korte verhalen, wordt de geschiedenis verteld aan de hand van de moralistische gevelteksten uit de periode van de Maatschappij van Weldadigheid, zoals Orde en Tucht, Werk en Bid en Rust Roest, die overal in Veenhuizen te zien zijn.Veenhuizen and its specific history can easily remain a closed book to the non-Dutch speaking visitor. This became clear to the South-Korean Minseong Wang when he visited the village. Despite the international ambitions of village, almost everything from brochure to the explanatory texts in the museum, is written in Dutch.
So in order to cater to the foreign visitors, Minseong created the book Tales of Veenhuizen, written in English. Tales of Veenhuizen is an illustrated book about the unique history of the heritage and cultivation of every aspect of Veenhuizen. In seventeen short stories, the history becomes more apparent on the basis of the moralist texts originating from the age of the Maatschappij van Weldadigheid (the Benevolent Society). Examples of these texts are Orde en Tucht (Order and Discipline), Werk en Bid (Work and Pray), and Rust Roest (Rest makes Rusty), that can be found everywhere on the house façades in Veenhuizen. -
Meent van der Sluis
Meent van der Sluis was een markante Drent. Een klokkenluider die vooral bekend is geworden door zijn niet aflatende, solistische strijd tegen de NAM. Hij wordt geprezen vanwege zijn moed en doorzettingsvermogen, maar ook vernederd, weggezet als een charlatan en belachelijk gemaakt. Jarenlang heeft hij geprobeerd aan te tonen dat de aardbevingen in Groningen en Drenthe zijn veroorzaakt door de gaswinning. Uiteindelijk krijgt hij gelijk. De NAM biedt excuses aan.
De strijd tegen onrecht loopt als een rode draad door zijn leven. Hij komt op voor de ‘gewone man’. Dompelt zich onder in het leven van de veenarbeiders en wil niet dat hun armoede wordt gebagatelliseerd. Het levert nieuwe conflicten op.
Hij is bijna twaalf jaar voor de PvdA actief in de Provinciale Staten van Drenthe, maar staat ook in zijn eigen fractie geregeld alleen. Zo stemt hij als enige tegen de komst van de vuilverbrander in Wijster. Hij verzet zich ook tot het uiterste tegen de gasopslag in Langelo. Ook met het Van Gogh Huis in Veenoord/Nieuw-Amsterdam heeft hij zich nadrukkelijk bemoeid.
Meent van der Sluis heeft een boeiend en strijdbaar leven geleid. Hij houdt vol in zijn strijd tegen wat hij als onrecht ervaart, ook al is het verzet tegen hem nog zo massief. Hij overlijdt op 13 juli 2000, nog maar 56 jaar oud. In dit boek vraagt auteur Lukas Koops zich af waar de sterke betrokkenheid van Meent van der Sluis op is gebaseerd. Waarom bijt hij zich zo vast in deze thema’s? Welke rol speelt zijn eigen achtergrond daarbij en wat doet dit alles met hemzelf en zijn gezin?
Lukas Koops (1952) werkte als leraar Nederlands en Frans in het voortgezet onderwijs en daarna in verschillende functies bij RTV-Drenthe. Tussen 1987 en 1995 was hij voor GroenLinks actief in de Provinciale Staten van Drenthe. Hij publiceert fictie en non-fictie in het Drents en in het Nederlands. De laatste jaren schreef hij onder meer biografieën van Relus ter Beek en Gerard Nijenhuis.