-
Nijhuizum
Net ten oosten van Workum ligt verscholen in het landschap de ‘boerebuorren Nijhúzum’. In dit eeuwenoude dorpje dat omringd is door water en landerijen staat Frieslands kleinste kerk. In het Godshuis uit 1721, omringd door het oude kerkhof, lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Het eenvoudige en intieme interieur zonder elektriciteit, verwarming of stromend water is bijzonder sfeervol en puur. Toch blijkt uit bouwhistorisch onderzoek in deze publicatie dat ook dit kerkinterieur geheimen kent, en meer ontwikkelingen heeft doorgemaakt dan bij de eerste aanblik gedacht.
Onder de voorwaarde dat het een plaats van bezinning zou blijven werd het gebouw bij het opheffen van de kerkgemeente halverwege de jaren zeventig van de twintigste eeuw overgedragen aan Stichting de Nijhúzumer Tsjerke. Hoe er na ruim 700 jaar een einde kwam aan het kerkelijk leven van een kleine dorpsgemeenschap, en welke pastoors en predikanten, kosters en klokkenluiders, voorzangers, boeren en arbeiders er in de loop der tijd hun steentje bijdroegen en hun geloof beleden, wordt beschreven in dit boek.
Dr. Hidde Feenstra is freelance historicus met specialisatie (cultuur-)geschiedenis van Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland.
Drs. Albert Reinstra, afkomstig uit Oudega (SWF), is als bouwhistoricus en specialist kerkelijke bouwkunst werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort.
-
Underweis
Underweis komme jo de moaiste ferhalen tsjin, wit Bonne Speerstra nei in libben as feekeapman en fertsjintwurdiger. Yn dit boek beskriuwt er de meast bysûndere ferhalen, humoristyske foarfallen en oangripende moetings.
Tagelyk fertelt er de famyljeskiednis fan de Speerstra’s en dêrmei ek de ûntjouwing fan it boerelibben yn Fryslân.
Yn Underweis jout Speerstra mei in myld each en gefoel foar humor stal oan de ferhalen fan en oer it plattelân. -
Zuivelfabrieken in Friesland
In Friesland zijn sinds het einde van de negentiende eeuw meer dan 160 zuivelfabrieken gebouwd. Ruim een derde van de dorpen en steden had zo’n fabriek. Net als de kerk werd de zuivelfabriek een sociaal referentiepunt, een plek die de mensen in en rondom dorp of stad verenigde in een gemeenschappelijke activiteit, namelijk het maken van boter en kaas.
Van al die oude zuivelfabrieken zijn nog slechts enkele in bedrijf, en meer dan honderd zijn er – soms gedeeltelijk – afgebroken. Zuivelfabrieken in Friesland geeft voor het eerst een compleet en rijk geïllustreerd overzicht van deze fabrieken en hun geschiedenis.
In Zuivelfabrieken in Friesland plaatst historicus Marijn Molema de komst en ontwikkeling van de Friese zuivelfabrieken in een bredere, maatschappelijke context. Architectuurkenner Peter Karstkarel behandelt in het tweede deel de zuivelfabrieken alfabetisch per plaats. Hij gaat daarbij in op ontstaan, geschiedenis en architectonische kenmerken van zowel de fabriek als de directeurswoning.
De basis voor dit standaardwerk is de collectie van Robert Visser, die al zo’n dertig jaar alles verzamelt wat ook maar enigszins te maken heeft met zuivelfabrieken en industriële processen die daarin plaatsvonden. Een unieke collectie die in dit boek is vastgelegd.
-
Terpen- en Wierdenland
De geschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied – het land van de terpen en wierden – kent maar twee echte hoofdrolspelers: de mens en het water. De rode draad van dit boek is de interactie tussen die twee, vanaf 2500 jaar geleden toen de eerste bewoners op deze plek aankwamen tot nu, met een vooruitblik op de terp van de toekomst. Hoe hebben de bewoners van het kleigebied al die tijd geprofiteerd van, gewerkt met, en soms geleden onder het water?
Erik Betten (historicus, journalist, schrijver) beschrijft in Terpen- en Wierdenland de dynamische ontwikkeling van tweeduizend jaar terpenland, steeds met het huidige landschap als gids. Aan de orde komen onder andere de vorming van het kustlandschap na de laatste ijstijd, de bloei van de Noordzeecultuur, en de bebouwing en het dagelijks leven op de terpen. r -
De otter
Het is nog niet zo lang geleden dat de otter in Nederland was uitgestorven. Gelukkig is dit mooie zoogdier, dat afhankelijk is van schoon water en rust, nu weer volop te bewonderen, dankzij de inspanningen van organisaties, overheden en vrijwilligers. Aan de hand van talrijke schitterende foto’s en unieke (nacht)beelden van bewegingscamera’s biedt dit boek een boeiende kennismaking met de otter, zijn verschijning, gedrag en leefgebied.
Daarnaast is het een levendig verslag van de belevenissen en waarnemingen in het veld van otterkenner Harrie Bosma, die als geen ander weet wat de otter beweegt. -
Alle Middeleeuwse kerken in Friesland
De mooiste en gaafste middeleeuwse kerken van Europa staan onder andere in het vlakke land van Friesland. Ze behoren tot de vroegste getuigenissen van de christelijke cultuur in het Noorden. Architectuurkenner Peter Karstkarel brengt in dit ambitieuze boek een overzicht van deze juweeltjes. Hij bezocht 136 monumentale kerken in de provincie Friesland. Dit leverde uitvoerige beschrijvingen op, met adembenemende foto’s van exterieur en interieur.Het geheel wordt gecompleteerd met duidelijke kaarten die de lezer in staat stellen om zelf op ontdekkingstocht te gaan. Tekst en beeld zorgen ervoor dat het een spectaculair standaardwerk is over deze mooie middeleeuwse kerken. Wegens blijvende vraag naar dit boek is er nu deze herdruk.
-
De protestantse pastorie in Noord-Nederland
In veel Noord-Nederlandse dorpen is de ambtswoning van de dominee – de ‘pastorie’ – onmiddellijk herkenbaar als een statig historisch pand naast de kerk. Deze rijk geïllustreerde bundel behandelt de pastorie niet alleen als gebouw, maar ook als werk- en leefruimte van haar bewoners: predikanten en hun gezinnen. Aan de hand van historische bijdragen en interviews met hedendaagse bewoners ontstaat een beeld van de rijke geschiedenis en de veranderende betekenis van de protestantse pastorie in het Noord-Nederlandse cultuurlandschap. In onze tijd dreigt het traditionele ‘pastorieleven’ als gevolg van de ontkerkelijking te verdwijnen. Een constante bij alle veranderingen is dat de pastorie door de eeuwen heen in een waas van geheimzinnigheid gehuld is geweest. Dit boek biedt een inkijk achter de voordeur van dit bijzondere huis – nu het nog kan.
-
Hier ligt de zee
Hier ligt de zee is in twintig essays het verslag van een levenslange zoektocht naar de verhouding tussen taal, landschap, kunst, herinnering en identiteit. Tegen de achtergrond van de spanning in Europa tussen moderne staatsverbanden en regio’s met een eigen geschiedenis, neemt Bert Looper de lezer mee naar een gebied dat zich al eeuwenlang de identiteitsvraag stelt.
Wat betekent Friese identiteit, welk perspectief biedt het, schept het ruimte of werkt het juist beklemmend?
Aan de hand van aspecten van de Friese taal, literatuur en kunst, en observaties over het Friese collectieve geheugen, biedt Looper stof tot nadenken over regionale eigenheid in een wereld van voortdurende schaalvergroting.Bert Looper studeerde middeleeuwse geschiedenis in Groningen en volgde de Rijks Archiefschool in Den Haag. Hij is sinds 2007 directeur van Tresoar, Fries historisch en letterkundig centrum. Hij publiceerde over archivistiek, stadshistorie, Hanze, twintigste-eeuws design en Friese geschiedenis.
-
Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak
J. Slauerhoff wordt algemeen gezien als een van Nederlands grootste dichters en schrijvers. Met zijn avontuurlijke en dwarse instelling is hij voor velen een inspiratiebron geweest, en hij is dat nog steeds.
Een bijzondere en interessante kant aan de persoon en aan het werk van Slauerhoff is zijn relatie tot Friesland, waar hij is opgegroeid. Het is zonder meer waar dat een aantal van zijn mooiste verzen een Friese achtergrond heeft. Maar hoe liet hij zich over zijn geboortegrond uit? Hoe dachten belangrijke Friese auteurs over hun collega?
In Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak draait alles om de connectie tussen de ‘Rimbaud van Leeuwarden’ en het Friese vaderland.
Gerrit Jan Zwier is antropoloog en als reisauteur gespecialiseerd in noordelijke landen. Hij heeft diverse publicaties over Slauerhoff op zijn naam staan.
met illustraties
-
Het Friesland van Johann Hermann Knoop
Een selectie uit de Tegenwoordige Staat of Historische Beschryvinge van Friesland uit 1763€ 12,50Het Friesland van Johann Hermann Knoop
Als hovenier werd Johann Hermann Knoop door Maria Louise van Hessen-Kassel (Marijke Meu) naar Friesland gehaald. Maar hij ontpopte zich al snel tot een veelzijdig publicist. Zijn baanbrekende boeken over tuinen (bijvoorbeeld zijn Pomologia) zijn nog altijd populair bij tuinmensen in binnen- en buitenland. In zijn Tegenwoordige Staat of Historische Beschryvinge van Friesland uit 1763 geeft hij een interessante beschrijving van de provincie in de achttiende eeuw. Knoop behandelt een breed scala aan onderwerpen. Je kunt het zo gek niet bedenken of de grote allesweter schrijft erover. In deze uitvoerige selectie zien we hoe de aardappel werd geïntroduceerd, dat er – ook toen al – langs de elf steden werd geschaatst, maar ook dat de Friezen wel raad wisten met het nuttigen van zelfgestookte brandewijn. Daardoor is dit boekje een uniek en prachtig tijdsdocument.
-
Sprookjes uit de Friese Wouden
Dam Jaarsma van Oostermeer/Eastermar (1914-1991) was een hartstochtelijk verzamelaar van volksverhalen. Hij noteerde in veertig jaar meer dan zestienduizend verhalen die mensen uit de wijde omtrek van zijn woonplaats aan hem vertelden. Dit boek biedt een brede en representatieve selectie uit de door hem verzamelde verhalen: diersprookjes, wondersprookjes, legende- en novellesprookjes, dommeduivelverhaaltjes en grappige verhaaltjes.
Sprookjes uit de Friese Wouden is een vertaling van het boek Mearkes út ‘e Wâlden, dat in 2014 verscheen in het kader van ‘100 jaar Dam Jaarsma’. Het boek is bedoeld voor jong en oud. Het is geen wetenschappelijk uitgave (al wordt de tekst aan het eind wel verantwoord voor specialisten en geïnteresseerden) maar een prachtig lees- en voorleesboek, dat bovendien een postume hommage is aan Dam Jaarsma.
-
Oarloch yn en om Grou
Grou ûnder de Dútsers. Dat is it ferhaal dat Ulke Brolsma yn syn nijste boek fertelt. Hoe’t it moaie doarp yn wetterlân hieltyd mear mei de besetter te krijen hat. Der komme ûnderdûkers nei Grou en omkriten. It ferset stekt syn kop op. Minsken dy’t harren libben der foar oer hawwe om de Dútsers oan te pakken. En fansels de ferrieders, dy binne der ek.
Oant septimber 1944 seach men de Dútsers suver net. Dan sette se har te wenjen yn de filla fan fabryksdirekteur Halbertsma. Tweintich ‘Grünen’ giselje dan dei yn dei út troch Grou en omkriten. Se jeie op Joaden en fersetsminsken. Se witte in protte en komme, holpen troch Nederlânske ferrieders, oeral te plak. Elkenien is benaud oft se yn de nacht de learzens mei spikers derûnder op strjitte hearre. Komme se op my ta?
Op 2 en 3 maart 1945 slaan de Dútsers in slach. It grutste part fan de fersetsminsken wurdt oppakt. Wa is de ferrieder?