Aantal 25–32 van 32 totaal

  • Zeven eeuwen Allersmaborg

    Zeven eeuwen Allersmaborg

    Annette van der Post, Henk Th. van Veen
     32,50

    Zeven eeuwen Allersmaborg

    Zeven eeuwen Allersmaborg
    Annette van der Post en Henk Th. van Veen

    Verscholen tussen de bomen in het Reitdiepdal bij Ezinge ligt de historische borg Allersma. Een statig maar sober gebouw met een lange en rijke geschiedenis, die in dit boek voor het eerst wordt beschreven.
    Zeven eeuwen Allersmaborg schetst de levens van voorname Ommelander families die er permanent woonden en van Groninger regenten die in stadpaleizen resideerden en Allersma koesterden als hun buitenverblijf. Veel markante eigenaars en bewoners vanaf de middeleeuwen tot de twintigste eeuw passeren de revue: jonkheren, notarissen, gepensioneerde boeren en kunstenaars.
    In de tweede helft van de twintigste eeuw ontwikkelde Allersma zich tot een artistieke broedplek door de gastvrijheid van het kunstenaarsechtpaar Martin Tissing en Annie Vriezen. Nationaal en internationaal opererende kunstenaars laafden zich er aan de betoverende atmosfeer.

     32,50
  • Nedersaksisch in een notendop

    Nedersaksisch in een notendop

    Inleiding in de Nedersaksische taal en literatuur
    Harrie Scholtmeijer, Henk Bloemhoff, Henk Nijkeuter, Jan Nijen Twilhaar, Philomène Bloemhoff-de Bruijn
     22,95

    Nedersaksisch in een notendop

    Het Nedersaksisch kreeg in 2018 nationale erkenning als volwaardige en zelfstandige taal.
    In Nedersaksisch in een notendop beschrijven vijf kenners het Gronings, Drents, Stellingwerfs, Sallands, Twents, Achterhoeks en Veluws. Beknopt, maar wel in al hun facetten.
    Aan de orde komen: de klanken, woordvormen, zinsbouwkenmerken en de grote woordenboekprojecten. Daarnaast is er veel aandacht voor de maatschappelijke positie, de beheersing en het gebruik van het Nedersaksisch.

    Kennisontwikkeling, aanmoediging tot gebruik en ook de zorg voor de taal zijn zaken die vooral in de verschillende regio’s plaatsvinden. Daarover biedt dit boek eveneens de nodige informatie, evenals over instituten en organisaties die zich met het Nedersaksisch bezighouden.
    De Nedersaksische literatuur is overzichtelijk gepresenteerd naar periode en regio en de bronnenlijst nodigt de lezer uit zich verder in deze mooie, eeuwenoude taal te verdiepen.

    Nedersaksisch in een notendop is bedoeld voor mensen met een brede interesse in streektalen. Studenten Nederlands, Duits en Fries kunnen met dit boek hun kennis over het Nedersaksisch naar een hoger niveau tillen. Ook voor medewerkers van (regionale) taalinstituten kan dit boek een welkome aanvulling zijn op hun kennis over het Nedersaksisch.

     22,95
  • Tied veur dieverdoatsie

    Tied veur dieverdoatsie

    Grunneger verhoalen
    Nico Torrenga
     15,00

    Tied veur dieverdoatsie

    Stap ien de wereld van Wubbe en Jannoa Tillemoa, n wereld vol van doagliekse sleur, prakkezoatsies, hilarische veurvalen en joa … ook gezoes van Jannoa aan Wubbe zien kop. In Tied veur dieverdoatsie beleven zai van alles, soamen mit aal dij heur laif binnen.
    Nico Torrenga (1971) schrift toneelstukken ien t Nederlands en t Grunnegers. Ook publiceert hai geregeld Grunneger verhoalen ien Toal & Taiken, Kreuze en Dideldom. Zien kluchten worden deur verschaaiden verainens deur hail Grunnen speuld.

     15,00
  • Terpen- en Wierdenland

    De geschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied – het land van de terpen en wierden – kent maar twee echte hoofdrolspelers: de mens en het water. De rode draad van dit boek is de interactie tussen die twee, vanaf 2500 jaar geleden toen de eerste bewoners op deze plek aankwamen tot nu, met een vooruitblik op de terp van de toekomst. Hoe hebben de bewoners van het kleigebied al die tijd geprofiteerd van, gewerkt met, en soms geleden onder het water?
    Erik Betten (historicus, journalist, schrijver) beschrijft in Terpen- en Wierdenland de dynamische ontwikkeling van tweeduizend jaar terpenland, steeds met het huidige landschap als gids. Aan de orde komen onder andere de vorming van het kustlandschap na de laatste ijstijd, de bloei van de Noordzeecultuur, en de bebouwing en het dagelijks leven op de terpen. r

     25,00
  • Wat is recht?

    Wat is recht?

    De receptie van Oudfries recht in de Groninger Ommelanden in de 15e en 16e eeuw
    Han Nijdam, Henk D. Meijering
     39,90

    Wat is recht?

    In de middeleeuwen maakten ook de Groninger Ommelanden deel uit van het Friese rechtsgebied, dat zich uitstrekte van het Vlie (nu het IJsselmeer) tot aan de Wezer in Duitsland. Vanaf de 12e eeuw is het recht daarvan op schrift gesteld, oorspronkelijk in het Oudfries. Vanaf het begin van de 15e eeuw was de schrijftaal in de Ommelanden het Nederduits (Nedersaksisch), met als gevolg dat de rechtsbronnen vertaald moesten worden. Deze vertalingen zijn in talrijke handschriften uit de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd overgeleverd. Zij zijn goed ingepast in het Groninger recht, en geven tevens een beeld van hun Oudfriese bronnen. In deze studie wordt een belangrijk tekstcorpus daaruit ontsloten.

    Henk Meijering is emeritus hoogleraar Fries en Duits aan de Vrije Universiteit en verbonden als gastonderzoeker aan de Fryske Akademy in Leeuwarden.

    Han Nijdam is onderzoeker op het terrein van het Oudfries en het Oudfriese recht aan de Fryske Akademy in Leeuwarden.

     39,90
  • Kloostermoppen

    Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00
  • nijntje op fiets in t Grunnegers

    nijntje op fiets in t grunnegers gaat over de wens van nijntje om later te gaan fietsen: ‘as ik loater groot bin, docht nijntje op n dag, goa ik n ìndje fietsen, ik hoop dat zuks din mag.’

    De vertaling van nijntje op fiets in t grunnegers is verzorgd door Olaf Vos.

     7,95
  • opa en oma pluus in t Grunnegers

    In Opa en Oma Pluus gaat Nijntje op visite bij opa en oma Pluus. ‘Opa heb veur nijn n autoped moakt’ en ‘Nijn braaide n waarme douk veur oma Pluus’. Bij de thee eten ze ‘botterkoekjes en nijn mog der twij’.

     7,95