-
groòf en oòtje pluĆ»s in āt Spaokeburgs
In Groòf en oòtje pluĆ»s in ‘t spaokeburgs (Opa en Oma Pluis in het Spakenburgs) gaat Nijntje op visite bij opa en oma PluĆ»s. ‘Groòfie het vur nijn ‘n stĆŖp emaokt’ en ‘Nijn breide ‘n wĆ¢rreme doek vur oòtje PluĆ»s’. Bij de thee eten ze ‘botterkoekies en nijn moch t’r twee’.
Groòf en oòtje pluûs is vertaald uit het Nederlands door Mennes Nagel.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinaviƫ, West-Europa of Siberiƫ, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
opoa en omoa pluis in ut Utregs
In Opoa en omoa pluis in ut utregs (Opa en Oma Pluis in het Utrechts) gaat Nijntje op visite bij opa en oma Pluis. ‘Opoa hĆ¢ voar nijn een step gemoak’ en ‘Nijn bree un wĆ¢rreme doek voar omoa Pluis’. Bij de thee eten ze ‘boaterkoĆŖkjus en nijn moch ur twee’.
Opoa en omoa pluis is vertaald uit het Nederlands door Jeroen Wielaert.
-
opoa en opoe pluisie op se Mokums
In Opoa en opoe pluisie op se mokums (Opa en Oma Pluis in het Amsterdams) gaat Nijntje op visite bij opa en oma Pluisie. ‘Opoa hep foor nijn een steppie gemoakt’ en ‘Nijn bree een omslegdoek foor opoe Pluisie’. Bij de thee eten ze ‘bauterkoekies en nijn mog-ur twei’.
Opoa en opoe pluissie is vertaald uit het Nederlands door Mieke Unterhorst.
-
nijntje ien de speultuin ien āt GruusbĆØks
In nijntje ien de speultuin ien ‘t gruusbĆØks (nijntje in de speeltuin in het Groesbeeks) gaat Nijntje met haar vader en moeder naar de speeltuin. ‘nijn zwaaide hin Ć©n weer aon de ringe’ en ‘de roetsbaon was lĆ©kker stik’. Voordat ze naar huis toe gaan drinken ze nog ‘en lĆ©kker glƶƶske bĆØ.zesap’.
Nijntje ien de speultuin is vertaald uit het Nederlands door Wilma Giesbers-Müskens.
-
Orchideeƫn in Noord-Nederland
Deze tweede druk is uitgevoerd met een luxe, glanzende hardcover.
Dat er in Noord-Nederland wilde orchideeƫn voorkomen is niet algemeen bekend. In dit boek beschrijft Hans Dekker alle hier voorkomende soorten Ʃn de landschappen waarin deze prachtplanten leven.
Het boek bevat tientallen foto’s van orchideeĆ«n, waardoor het herkennen in het veld makkelijker wordt. Bovendien zijn er veel foto’s opgenomen van Noord-Nederlandse natuurgebieden waarin orchideeĆ«n voorkomen. Ook is er aandacht voor soorten die helaas zijn uitgestorven, soorten zijn die aangeplant en zelfs voor orchideeĆ«nsoorten die een stukje over de grens groeien. Bescherming en beheer
krijgen eveneens de nodige aandacht. Om het u gemakkelijk te maken staan achter in het boek tips om er zelf op uit te gaan en heerlijk te genieten van onze orchideeƫnrijke natuur.Hans Dekker (1957) werkt vanaf zijn achttiende in de wereld van natuur en landschap.
Hij heeft diverse publicaties over natuur op zijn naam staan. Op zoek naar wilde orchideeƫn reist hij door heel Europa, maar de orchideeƫn van Noord-Nederland hebben zijn grootste interesse. -
Tussen landweer & Friese waterlinie
Oost- en Weststellingwerf vormen al eeuwenlang een eigenzinnige Saksische enclave in Friesland, met een eigen dialect en karakter. Bij uitstek geschikt voor voetreizen. Een schilderachtig palet van loofbos en naaldwoud, heidevelden, bouwland, zompig moeras, zandverstuivingen en karakteristieke boerendorpen. Een verademing voor de lanterfant.
Tussen landweer & Friese waterlinie verbindt de oude geschiedenis met het ontstaan van het landschap en de mooie hedendaagse natuur en cultuur. De dertien thematische verhalen verweven de rijke historie van de streek met de prachtige flora en fauna.
Landschapsjournalist Fokko Bosker verkent verrassende wandelroutes vanaf de toppen van het Friese land tot aan de waterrijke delta.
De Friese Saksen zijn trots op hun gebied, eigenheid en cultuur en delen die graag met gasten.
-
Pomologia
Het baanbrekende werk van Johann Hermann Knoop, ‘tuinman’ van Maria Louise van Hessen Kassel (stammoeder van ons vorstenhuis), werd oorspronkelijk in 1758 uitgebracht. Met zijn beschrijvingen en illustraties van de ‘beste appel- en peervariĆ«teiten die in Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en andere landen met uitsterven bedreigd waren en daarom gekweekt werden’ mag Knoop met recht de grondlegger van de pomologie worden genoemd, de tak van plantkunde die gespecialiseerd is in de studie van fruitsoorten.
Van Roomse Griet tot Paradijsappel, van syden hemdje tot Doeke Martena. Ze staan allemaal in dit boek. Net als al die perensoorten: van Engelse koningin tot sonder sieltjes.
Nog altijd is dit werk geliefd bij tuinliefhebbers en fruitkwekers over de hele wereld.Het oorspronkelijke boek is opnieuw gedigitaliseerd en verschijnt hier in gebonden, full colour heruitgave.