-
Een filosofie voor het onderweg-zijn
Twee Rotterdamse filosofiestudenten besluiten tot iets nutteloos: liften naar Hong Kong. Waarom ook niet? Om er te komen, moeten ze dwars door Siberië en dan rechtsaf de eindeloze Gobiwoestijn in. Op de kaart ziet het er eenvoudig uit. Maar als ze door dronken Russen worden ondervraagd over MH17, spookrijden over de niet-belijnde snelwegen, in een achterbak Mongolië binnenkomen, en door een argwanende politieagent uit Wuhan worden aangezien voor drugssmokkelaars, blijkt de praktijk weerbarstig. Onderweg naar het Oosten filosoferen de twee over vriendschap, Lada’s, vooruitgaan, onderweg zijn en hun uiteindelijke bestemming. Natuurlijk moeten ze wel eerst een lift krijgen.
Dirk-Jan Laan is langeafstandsloper, programmeur en promovendus in de filosofie. Dennis Prooi werkt in Hong Kong aan een proefschrift over Japanse filosofie.
-
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw
-
Grenzen van de gemeenschap
Standaardwerk over politiek filosofie
Wie radicaal is, heeft idealen die in steen zijn gebeiteld. Maar de mens zelf is niet van steen. We vallen nooit helemaal met onszelf samen, en dus ook niet met onze idealen. Neem geweldloosheid. Zeker iets om naar te streven, maar kun je echt altijd geweldloos zijn? Vanuit deze gedachte – streef idealen op een open manier na – ontwikkelde de Duits-Nederlandse denker Helmuth Plessner (1892-1985) een politieke filosofie.
Helmuth Plessner ontvluchtte Duitsland in 1933 en accepteerde een hoogleraarschap in Groningen. Tijdens de oorlog dook hij onder in Amsterdam om na de oorlog in Groningen terug te keren. Intussen steeg zijn roem – mede door zijn bekende boek Lachen en wenen. Na 1945 keerde hij terug naar Duitsland, waar hij als vooraanstaand denker zijn stempel op de Duitse cultuur drukte.
Jan Vorstenbosch verzorgde deze eerste vertaling van Grenzen van de gemeenschap.
-
Zelfvertrouwen
De Franse filosoof Charles Pépin laat in dit boek zien wat zelfvertrouwen in essentie is. Hij gaat hiervoor te rade bij antieke denkers als Marcus Aurelius, bij moderne filosofen, zoals Emerson en Nietzsche, en bij de denkers van nu. Hij vergelijkt de inzichten van de filosofen met die van de psychologen. Ook kijkt hij hoe topsporters, kunstenaars en anderen zelfvertrouwen interpreteren en bij zichzelf opwekken. Duidelijk wordt dat zelfvertrouwen nauw samenhangt met vertrouwen in de ander en … het blijkt leerbaar!
-
De filosoof van de liefde
De Zwitserse filosoof en psychiater Ludwig Binswanger (1881-1966) beschrijft liefde en vriendschap op een manier die zijn gelijke niet kent in het huidige filosofische landschap. Zo beschrijft hij de liefdesgroet als beginpunt van een nieuwe wijze van in de wereld zijn.
Binswanger ontwikkelt zijn ideeën in dialoog met de Duitse denker Martin Heidegger, maar heeft ook grote kritiek op diens fundamentele individualisme. Aan de hand van de twee Duitse denkers verheldert Joeri Schrijvers wat liefde is. Binswanger blijkt een voorloper van veel trends in de hedendaagse continentale filosofie. Hij loopt vooruit op het werk van mensen als Jean-Luc Nancy, Jacques Derrida en Emmanuel Levinas.
-
Het falen van de Hoge Raad
Over strategieën van de Hoge Raad om herzieningsverzoeken niet toe te wijzen
Als je onterecht wordt veroordeeld voor een moord of andere zwaar misdrijf, kun je altijd nog terecht bij de Hoge Raad. Althans, op papier. De praktijk is anders, constateert wetenschapsfilosoof Ton Derksen. De Hoge Raad herziet een oordeel zelden. De bereidheid daartoe is simpelweg afwezig. Om dit te rechtvaardigen verlaat de Raad zich op strategieën die regelrecht in strijd zijn met objectieve waarheidsvinding, met het recht en met rechtvaardigheid.
Derksen trekt deze verregaande conclusie na grondige bestudering van elf herzieningsaanvragen in vijf grote moordzaken – de Butlermoord, de zaak Baybasin, de zaak Olaf Hamers, de zaak Hagemann en de Arnhemse villamoord. In alle zaken blijkt sprake van willekeur, onbegrip en kennelijke onwil. Omdat de Hoge Raad geen eerlijk oordeel over herzieningsaanvragen lijkt te willen vellen, is het volgens Derksen beter om een onafhankelijke Herzieningsraad op te tuigen, die de taak van de Hoge Raad overneemt.
Een schokkend boek over het falen van ons hoogste rechtsorgaan.
Het Financieele Dagblad
Recensie‘Willekeur, onbegrip en kennelijke onwil.
Na bestudering van elf herzieningsaanvragen in vijf grote moordzaken stelt Ton Derksen in Het falen van de Hoge Raad vast dat een onafhankelijke Herzieningsraad de taak van het huidige hoogste rechtscollege moet overnemen.’ -
Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang
Wie overweegt vrouwen rechten toe te kennen, kan ze net zo goed gelijk aan dieren geven, grapt Thomas Taylor vol sarcasme in 1792. Precies een eeuw later beseft de Britse emancipatiestrijder Henry Salt, dat Taylor (onbedoeld) een punt heeft: waarom zouden dieren niet eenzelfde rechtsbescherming verdienen als ieder ander wezen met belangen? Op volstrekt originele wijze werkt hij dit idee uit in dit nog altijd actuele en bijzonder goed leesbare essay.
Henry Stephens Salt (1851-1939) was een politiek geëngageerde Britse auteur. Hij pleitte voor hervorming van het onderwijs, van het gevangeniswezen, van economische instituties en van de dierhouderij. Hij was bevriend met Gandhi en Tolstoj en oefende ook op latere schrijvers (waaronder Peter Singer) veel invloed uit.Vertaling en inleiding: Jabik Veenbaas.
~
‘De eerste titel in de nieuwe “Dierenrechtenbibliotheek” werd geschreven in 1892 en is om meerdere redenen
een interessante keuze. Het is een erudiet essay, leuk geschreven. (…) Het werkt heel verfrissend om de eerste uitgesproken en weloverwogen gedachten op dit gebied tot je te laten doordringen. Salt daagt uit tot vergelijking en verduidelijking en tot bezinning op wat “vooruitgang” betekent – voor dier en mens.’ – E. Evertsen voor NDB Biblion~
‘Een meesterwerk; het blijft een van de meest lucide en overtuigende van alle boeken geschreven ter verdediging van dieren.’ -Keith Thomas, New York Review of Books
~
‘Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang blijft relevant omdat het veel meer is dan een incidenteel pleidooi. Het boek is bijna honderddertig jaar oud, maar het is nog volstrekt niet verouderd. Wie het leest, begrijpt dat het iets wezenlijks toevoegt aan het denken over de morele verhouding tussen mens en dier: een voortreffelijk beargumenteerde filosofische grondslag.’ -Jabik Veenbaas in de inleiding
~
‘Dit boek vormt niet voor niets het begin van de dierenrechtenbibliotheek van Uitgeverij Noordboek. Het is het eerste boek dat het idee van dierenrechten consequent probeert te doordenken. Salt laat zien dat dieren niet tot hun recht komen als ze alleen ‘de nodige zorg’ krijgen. Hun belangen moeten op een faire wijze, volgens het gelijkheidsbeginsel, worden meegewogen in de democratie. Zolang onze democratie weigert om dit te doen, is ze gemankeerd.’
-Erno Eskens, dierfilosoof en uitgever bij Noordboek -
Waarom we van honden houden, varkens eten en koe dragen
Een introductie in carnisme, met een voorwoord door Yuval Noah Harari
Het meest gangbare dieet in onze cultuur had tot nu toe geen naam. Dit boek brengt daar verandering in. Het heet ‘carnisme’. Het is de culturele gewoonte om vlees te eten; een gewoonte die velen van ons is aangeleerd en die ideologische trekjes vertoont. In dit spraakmakende en bekroonde boek bespreekt bestsellerauteur Melanie Joy de carnistische ideologie waarmee we geweld tegen dieren goedpraten. Als ideologie blijkt het carnisme zo sterk dat we zelfs de impact van de vee-industrie op het milieu wegwuiven.
Een uitdagend boek dat je ideeën over vlees en zuivel voor altijd zal veranderen.
——————
‘Dit boek helpt ons uit ‘de box van het ‘carnisme’ te stappen, zodat we in staat zijn kritisch naar het systeem te kijken en te zien hoe we zelf onderdeel van de oplossing kunnen zijn en kunnen bijdragen aan een duurzamere wereld met meer compassie.’ – Yuval Noah Harari in de inleiding
——————
‘Er zit genoeg informatie in dit boek, en inzicht en argumentatie. Maar de ware prestatie van Waarom we van honden houden, varkens eten en koe dragen is dat het ons herinnert aan wat we al weten. Met welsprekendheid doet Melanie Joy een beroep op de waarden die we allemaal al hebben en altijd al gehad hebben. Ze herinnert ons aan wie we zijn.’
– Jonathan Safran Foer -
Verdwaald in de werkelijkheid
De mens stond eeuwenlang in het centrum van een behapbaar en geborgen universum, tot Copernicus de mens uit het centrum van de kosmos verjoeg, en we uiteindelijk zelfs verbannen werden naar een uithoek van de Melkweg, een onbeduidend stipje in een onpeilbaar groot universum. Hoe meer we weten, hoe raadselachtiger de wereld blijkt. Een kosmos geregeerd door toeval, zonder plan, zonder doel. Vandaag zijn we nog steeds op zoek naar het ultieme inzicht in de fundamenten van de werkelijkheid en onze verhouding tot de kosmos. Is onze eindbestemming wel bereikbaar? Zijn we niet stilaan hopeloos verdwaald?
Hans Plets is fysicus, sterrenkundige en filosoof. In dit boek combineert hij deze drie domeinen bij zijn zoektocht naar onze kennis over de werkelijkheid en komt tot unieke inzichten op het gebied van de wetenschap, filosofie en geschiedenis.
-
Hek
Het stormt in het Nederlandse landschap. De maatschappij is verzeild geraakt in een verhitte discussie over de manier waarop we ons landschap moeten gebruiken. De actuele discussie over de wijze waarop wij in Nederland ons voedsel produceren, wordt gevoed door de stikstofdiscussie en bijvoorbeeld de komst van de wolf. Het produceren van voedsel is een gerechtvaardigd doel, maar waar ligt dan de grens? De verschillende posities in het debat over natuur versus veehouderij worden ondersteund vanuit verschillende morele opvattingen en ethische theorieën. Wat is belangrijker? Het actief waarborgen van het welzijn van onze fauna of moeten we de natuur zoveel mogelijk met rust laten? De Nederlandse
boeren mengen zich fel in het debat, met een eigen pakket aan ethische overwegingen die deels overlappen met, maar deels ook tegengesteld zijn aan die van de natuurbeschermers. Martin Drenthen ontrafelt van beide partijen de argumenten en plaatst deze in een ethisch kader, zodat de discussie met alle voors en tegens in ieder geval helder gevoerd kan worden. -
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen
-
De vrije wil
Kan ik doen wat ik wil? En kan ik willen wat ik wil? Wie zichzelf
kent, weet het antwoord. Natuurlijk heb ik een vrije wil en kan
ik doen wat ik wil zolang niets of niemand mij dwingt.
Toch ontkennen tal van hedendaagse wetenschappers het
bestaan van een vrije wil omdat zij menen dat de natuurwetten
het menselijk gedrag determineren. Aan die ontkenning zijn
dramatische consequenties verbonden. Welke verantwoordelijkheid
draag ik nog als mijn handelingen alleen maar de effecten
van blinde moleculaire processen zijn? Hoe zouden we de
misdadiger nog iets kunnen verwijten? Hij handelde immers
onvrijwillig. Een humane samenleving op deze basis inrichten
is onmogelijk. In het dagelijks leven blijven we hoe dan ook
kiezen en beslissen.
Over deze kwestie woedt al eeuwenlang een discussie.
Gerard Bodifee verkent de cruciale momenten die het debat
blijvend inspireerden. Zo komen onder meer de opvattingen
van Spinoza, Kant, Schopenhauer en de moderne natuurkunde
aan bod.
Ondanks al deze wijsheid en wetenschap is het wonderlijk dat
het debat nog steeds niet is beëindigd. Hebben we een vrije wil?
Het antwoord vinden we in ons dagelijks leven.Gerard Bodifee is astrofysicus, filosoof en essayist. Hij richtte het
Huis voor Filosofi e op en organiseert cursussen en lezingen in
binnen- en buitenland.