-
Rottumeroorlog
Op een kleine stukje natuurgebied met een oppervlakte van 2.5 km2 verwachtte men eind jaren 30 van de vorige eeuw weinig dreiging van de op handen zijnde oorlog. Maar omdat Rottumeroog vlak bij het Duitse eiland Borkum ligt, was al in april 1939 de Nederlandse marine gestationeerd op het eiland en voegden in september 1939 een aantal mannen van de infanterie zich bij deze groep. Op 10 mei 1940 was dan toch zover: vanuit het eiland Borkum werd Rottumeroog met een aantal bewapende boten ingelijfd door de Duitse bezetters. Zonder geweld werd het eiland overgegeven en de 30 Nederlandse militairen zonder problemen krijgsgevangen gemaakt en via Borkum naar een kamp in Wilhelmshaven, en later Lückenwalde overgebracht.
Er werd door de Duitsers een zware luchtafweerbatterij gebouwd, ondersteund door zoeklichten en een luisterapparaat. Voor de ongeveer 100 Duitse soldaten werden barakken gebouwd op het eiland. De verveling was dodelijk en de barakken werden bedreigd door overstromingen. Na enkele maanden verhuisde men het geheel naar Schiermonnikoog en werden er verder naar het oosten toe andere stellingen gebouwd. Door de continue afkalving van het eiland moesten keer op keer de stellingen steeds verder naar het oosten verhuisd worden. Bovendien spoelden op het eiland regelmatig oorlogsslachtoffers aan en kwamen er veel vliegtuigen in de omgeving terecht.
Waarom werd er door de Duitsers zoveel moeite gedaan om de verdediging op Rottumeroog in stand te houden en hoe zag die verdediging er precies uit? Hoe was het dagelijkse leven van de soldaten en hoe werd er omgegaan met de aangespoelde lijken en welke vliegtuigen crashten er? Hoe verging het met de eilandvoogd Toxopeus en zijn familie? Door intensief onderzoek en gebruik te maken van uniek bronnenmateriaal wist auteur Ties Groenewold de geheimen van Rottumeroog te ontrafelen.
Het rijk geïllustreerde boek belicht de geschiedenis van Rottumeroog van zowel de Nederlandse als Duitse zijde, zowel militair als civiel. Het boek is voorzien van uniek beeldmateriaal o.a. afkomstig uit persoonlijke fotoalbums van de Duitse soldaten en is daarnaast voorzien van uniek kaartmateriaal. Het verhaal wordt geschreven vanuit betrouwbare bronnen, zoals Duitse oorlogsrapporten en het journaal van de toenmalige eilandvoogd Jan Toxopeus en is interessant voor een breed publiek.
Ties Groenewold (1992) uit Middelstum, thans woonachtig in Delfzijl, is werkzaam als hovenier. De uren buiten werktijd worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Ties is eigenaar van het Oorlogsmuseum Middelstum waar hij allerhande zaken uit de oorlog tentoonstelt, vooral gericht op Noord-Nederland en Ostfriesland. Verder verricht hij onderzoek naar de oorlog in de provincie Groningen en de Eems-Dollard regio en publiceert hierover in tijdschriften van verschillende verenigingen. In 2019 verscheen zijn eerste boek Flugwache Warffum.
-
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-
-
-
Vrolijke bekentenis
Heerlijke satire over de daden van de onderwereld en de misdaden van de overheid€ 22,90 -
Folkpioniers
Van roots en folk naar folkrock en singer-songwriters
De hoogtijdagen van de folkrevivals waren in de jaren ‘60 en ’70 in Amerika en Engeland. Geïnspireerd door de vroege folkpioniers Lead Belly en Woody Guthrie kregen in de V.S. singer-songwriters Bob Dylan, Joan Baez en Joni Mitchell grote populariteit.
Ook in het Verenigd Koninkrijk veroorzaakte de folkrevival een golf van folkgroepen die experimenteerden met folkrock zoals Fairport Convention en Steeleye Span. Jonge folkzangers groeiden uit tot de iconische singer-songwriters Richard Thompson, Sandy Denny en Nick Drake. De Nederlandse folkrevival volgde met groepen als Fungus, Wargaren, Irolt en Flairck.Folkpioniers schetst de ontwikkeling van roots en folk naar folkrock en singer-songwriters. Rijk geïllustreerd met meer dan 300 afbeeldingen is Folkpioniers meer dan alleen een overzicht van een periode. Het boek is een ode aan de prachtige folkmuziek en de legendarische artiesten uit de jaren ’60 en ’70 die een voorbeeld zijn voor de huidige generatie singer-songwriters.
Tom Steenbergen was ooggetuige van de opkomst van de folk, folkrock en singer-songwriters als organisator van concerten, festivals en tournees en als programmeur van poppodium De Toverbal in Maassluis en theater De Lantaren in Rotterdam. Ook was hij manager van folkgroepen Fungus en Deirdre en later platenbaas bij Polydor en Polygram International in Londen, nu Universal Music. Van zijn hand verschenen ook de boeken ‘Poppioniers’ (2017), ‘Popparadijs Nederland’ (2020) en ‘50 jaar Toppop’ (2020). Ook werkte hij mee aan de Oor Pop-Encyclopedie.
-
-
-
-
Hoeveel vakantiedagen heeft een varken?
Over nut en noodzaak van de Vakbond voor Dieren€ 19,90E-book: € 15,99