-
Baardman en boterkontje
Heet de fuut fuut omdat ie ‘fuut’ roept? Houdt de ijsvogel van ijs en kan de putter putten?
Dit soort vragen houdt vogelliefhebbers en taalliefhebbers bezig. In dit boek verklaart Toine Andernach in informatieve en soms hilarische verhalen de herkomst van raadselachtige vogelnamen voor voor vogel- en taalliefhebbers en verweeft die met zijn persoonlijke ervaringen. De verhalen zijn voorzien van prachtige 18de en 19de-eeuwse prenten en bijzondere foto’s.Toine Andernach is een enthousiaste vogelaar met passie voor taal. Of moeten we zeggen een taalkundige met passie voor vogels?
-
Onderweg naar 1832
Onderweg naar 1832 vertelt het verhaal van zes jonge mensen uit eenvoudige milieus, met ieder een bijzondere geschiedenis. Twee vrouwen en vier mannen, van wie één met Joodse migrantenwortels. Het speelt tegen de achtergrond van de schoolwereld uit de vroege negentiende eeuw en loopt vanaf hun kindertijd tot 1832. In dat jaar waren ze als dertigers aanwezig op een legendarisch jubileumfeest ter ere van hun onderwijsinspecteur. Ze hadden toen, gegeven hun afkomst en sekse, binnen het onderwijs opvallend carrière gemaakt. Op basis van historische bronnen laat het boek zien hoe dit kwam en wat ze onderweg naar 1832 meemaakten.
Samen geven de zes biografische verhalen een beeld van vroege ontwikkelingen binnen het lerarenberoep. Onderwijsvernieuwing was in deze periode het sleutelwoord. Geleidelijk nam daardoor de vakbekwaamheid toe, verbeterden de arbeidsomstandigheden en steeg het sociale aanzien van de beroepsgroep – maar alleen voor de mannen. Het boek maakt ook de onontkoombare man-vrouw verschillen van deze periode zichtbaar.
De jonge levens van de zes speelden zich grotendeels af in de stad Groningen, toen een belangrijk centrum van onderwijsvernieuwing. Ze stonden in de voorhoede van de nieuwe Nederlandse school. Het boek vertelt de nauw met elkaar verweven verhalen over deze bijzondere pioniers: een idealistische dovenonderwijzer, de ontwerper van de pabo, Nederlands eerste kleuterpedagoge, een talenvirtuoos die botste op de grenzen van de tolerantie, een heel vroege carrièrevrouw, en de wegbereider van de Algemene Onderwijsbond (AOb). Ingekleurde momentopnamen van opvallende gebeurtenissen in hun bestaan – een dramatische vergadering, een liefde, een stedentripje naar Amsterdam, een onvergetelijke les – brengen de personen tot leven. Een bijzondere combinatie van feiten en fictie.
Mineke van Essen is historisch pedagoog en emeritus hoogleraar van de Rijksuniversiteit Groningen.
-
Spegel en sonde
As toskedoktersassistinte Doutsen (echtgenoate, mem en minneres) in nije baas krijt, giet der ynienen in soad mis. Om’t se it iene nei it oare ferjit, minsken net mear werkent en regelmjittich it paad bjuster is, rekket se yn panyk. Se driget de kontrôle oer har libben te ferliezen en lit it yn har omgean har eardere berop fan byldzjend keunstner wer op te krijen. As Anniek, har suster dy’t se tsientallen jierren net troffen hat, kontakt opnimt, komt alles yn in streamfersnelling en komme dingen oan it ljocht dy’t Doutsen har hiele libben ferswijd hat. Wat is der eins bard yn it ferline?
Op meinimmende wize fertelt Jetske Bilker dit oangripende, en bytiden humoristyske, ferhaal oer geheugen, de eangst foar alzheimer en famyljebannen.
Fan Jetske Bilker (1960) ferskynde earder de roman It libben fan in oar, dy’t nominearre waard foar de Gysbert Japicxpriis.
-
Oudolf Hummelo
De tuin en voormalige kwekerij van Piet en Anja Oudolf in het Gelderse Hummelo waren een begrip, en haast een bedevaartsoord, voor de vele internationale bewonderaars van de tuin- en landschapsarchitect. De combinatie van kwekerij en tuin vormde de basis van de ongeëvenaarde plantenkennis van Oudolf en van zijn vermogen tot experimenteren en vernieuwen. Kennis en ervaring die hij toepast in zijn wereldberoemde projecten, zoals de High Line in New York, en het ‘Oudolf Field’ bij de kunstgalerie van
Hauser & Wirth in Somerset.
Dit boek beschrijft de veranderende kijk op beplanting van tuinen en openbare ruimtes gedurende de afgelopen vijfendertig jaar, aan de hand van de tuin en voormalige kwekerij die Piet Oudolf samen met zijn vrouw Anja heeft aangelegd. Het geeft ook een goed beeld van Oudolfs weg naar wereldfaam. Deze nieuwe editie is uitgebreid met recente projecten in Engeland, Amerika, Duitsland en Nederland.Noel Kingsbury is journalist en tuinontwerper. Hij geeft regelmatig lezingen en workshops en breekt in zijn werk een lans voor een natuurlijke en duurzame benadering van tuinontwerpen en beplanten, Hij heeft meer dan vijfentwintig boeken op zijn naam staan, waaronder vijf samen met Piet Oudolf.
-
Hout dat spreekt
Iedereen weet wat hout is en wat je ermee kan doen. Maar is dat echt zo? Na het lezen van dit boek zal u moeten bekennen dat er veel meer over hout te vertellen valt dan u denkt.
De invloed van hout op ons en onze beschaving is immens groot. Zonder hout geen vuur, geen houtskool en dus ook geen ijzertijd, geen luxueuze, zwarte stoffen, geen inkten of plakkaatverf, geen whisky of wijn. In hout dat spreekt maken we kennis met dit geweldige materiaal dat natuur ons brengt.
Wim Tavernier, Viviane Leyman, Ilse Boeren, Maaike De Ridder en Kristof Haneca brengen in dit boek hun wijsheid samen en verassen ons met boeiende inzichten.
Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met Plantentuin Meise.
-
Landgoed De Braak
Vlakbij de stad Groningen, op de provinciegrens met Drenthe, ligt het landgoed De Braak. In de zeventiende eeuw stichtte de Groningse elite een buiten, gelokt door het aantrekkelijke landschap zo dicht bij de stad. Eerst waren het de welgestelde burgers die hier hun buitenverblijf hadden, later zou De Braak een geliefd wandeloord worden voor de Stadjers.
In 1827 kocht ondernemer Abraham Hesselink het landgoed en hij gaf de bekende tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) de opdracht om de strakke lanen te transformeren naar een landschappelijke aanleg met schitterende waterpartijen. De erven Hesselink hebben in 1888 De Braak verkocht aan de bekende Groningse industrieel Jan Evert Scholten. Hij transformeerde De Braak in enkele jaren tot een aantrekkelijk en succesvol openbaar wandelpark , voorzien van de nodige attracties.In 1920 kocht het jonge Natuurmonumenten de Braak, waarmee het voor deze vereniging de eerste aankoop van een compleet landgoed was. De publieksfunctie van dit wandelpark werd daarmee voor de stad en de streek voor de verdere toekomst gegarandeerd. In de afgelopen honderd jaar zocht Natuurmonumenten naar een evenwicht tussen het aantrekkelijke wandelpark en hoge natuur- en cultuurwaarden. Het verhaal van de eigenaren en het beheer op het oude landgoed van de afgelopen tweehonderd jaar is nog altijd beleefbaar voor de wandelaars uit Groningen en Drenthe en ver daarbuiten.
-
De Gouden iuw yn Boazum
Yn de gouden Iuw yn Boazum beskriuwt Philippus Breuker de libbens fan alle húshâldingen dy’t fjouwerhûndert jier lyn mei elkoar yn ien doarp wennen. It giet oer gewoane minsken yn in karakteristyk Frysk doarp wennen. Guon wienen der berne, lykas har âlden, en soms wennen har bern der ek wer. Oaren kamen út de omkriten en in inkeling hie der gjin famylje. Sa omfiemet dizze doarpsmienskip yn 1640 twa iuwen, fan 1500 oant 1700.
Fan de 87 húshâldingen wienen in protte famylje fan elkoar, foaral yn de Buorren, wat makke dat sy it dêr foar it sizzen hienen, al wienen de boeren altyd noch machtiger. De measten waarden stadichoan reformearre, mar guon holden ek fêst oan it âlde leauwe. Dat joech spanningen dy’t net sûnder oerheidsyngripen oplost wurde koenen. De measte minsken hienen it net roem, mar nei 1650 kaam der in tiid fan oerbefolking en bittere earmoede.
Philippus Breuker (1939) wennet al mear as fyftich jier yn Boazum. Dit is syn fjirde boek oer it doarp. Dêrneist hat er skreaun oer literatuer, skiednis en lânskip fan Fryslân.
-
De juiste boom voor elke tuin
Groendeskundige Martin Hermy zag het vaak gebeuren: bomen, soms nauwelijks volgroeid, werden gerooid omdat ze niet voldeden aan de wensen van de tuineigenaar of de buren. Zijn ergernis kanaliseerde hij in een nieuw boek, ‘De juiste boom voor jouw tuin’. Je maakt kennis met ruim 570 boomsoorten die perfect kunnen groeien in onze streken: van minibomen tot zuilbomen, van groenblijvende tot droogte-tolerante bomen, van bomen met opvallende bloemen, herfstkleuren of schors tot bomen met eetbare vruchten en als toetje, een heus rariteitenkabinet. Hermy vertaalt wetenschappelijke kennis in praktische tips en hapklare informatie. Zo leer je waarom je bomen moet planten, hoe je plant, welke steun ze nodig hebben, welke bodem ze vereisen, welk leven zich onder de grond bevindt, of waarom bepaalde bomen beter aangepast zijn aan de klimaatverandering. Er is weinig plaats voor de aanplant van nieuwe bossen, maar wel voor miljoenen bomen in tuinen. Waar wachten we op? De vele figuren, tabellen en foto’s en de uitgebreide index maken van dit boek een echt standaardwerk.
Martin Hermy is emeritus professor van de KU Leuven waar hij 25 jaar de vakken groenbeheer, natuurbeheer en ecologie doceerde. Hij is een gepassioneerd tuinliefhebber.
-
De natuur op je huid
In De natuur op je huid laat Marion Naudts zien waarom natuurlijke cosmetica een goede keuze is én hoe je zelf verzorgende producten kunt maken. Stap-voor-stap leer je de basisprincipes: hoe maak je een crème, balsem, gel of schuimende shampoo? Welke producten kies je voor jouw huidtype en hoe bewaar je jouw zelfgemaakte cosmetica?
Aan de hand van meer dan 50 recepten en evenveel interessante weetjes kan je eindeloos gaan variëren: een kleimasker of shampoobar, een romige bodycrème of een spray tegen haarroos, een anti-littekenzalf of solide scheerschuim. Van top tot teen, voor elk stukje huid, voor man, vrouw en kind.
Marion is orthopedagoog en herborist. Onder de naam ‘Marion Maakt’ geeft zij workshops waarin ze enthousiast vertelt hoe je natuurlijke verzorgingsproducten kan maken.
-
Eene quaestie van vraag en aanbod
Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.
Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.
-
Fersen foar Fokje
Yn de simmer fan 1881 krige de jonge Piter Jelles Troelstra ferkearing mei de boeredochter Fokje Frânses Pasma fan Westermar. Doe’t hy studint waard yn Grins, moast dit oer wêze neffens de famylje Troelstra.
Yn njoggentjin fersen fan Piter Jelles fynt men dêrfan de delslach. De fersen foar Fokje beskriuwe syn jongfeinte lok en lijen. ‘De leafde foel as simmerrein m’yn ’t hert,’ skriuwt er. De opgong, de twifel, de hope op better as de ferkearing in jier tusken heakjes set wurdt, de ferstille wanhoop en mankelikens komme allegear werom yn dizze syklus.
Bertus Mulder ( It Hearrenfean, 1949) studearre arbeidssosjology, wie dosint sosjale skiednis en promovearre yn 1991 oan de Ryksuniversiteit Grins. Hy is auteur fan de boeken De jonge Piter Jelles, Jaap Nieuwenhuize Onstuimig en onvervaard en de Nazi’s te slim af zijn.
-
Tuinieren met wilde planten
Iedere dag genieten van een weelderige bloemrijke tuin met de vele dieren die daar leven zoals vogels, salamanders, kikkers, muizen, vlinders en wilde bijen. Een tuin vol leven, een stukje natuur zelfs midden in een dorp of stad.
Juist die kleine stukjes natuur in een stedelijke omgeving zijn heel belangrijk. Dieren vinden er voedsel en plekken om te schuilen en zich voort te planten. Mensen vinden er ontspanning en verwonderen zich over de ongelooflijke verscheidenheid en vernuftigheid van de natuur.
Wil jij ook zo’n eigen stukje natuur creëren? Het kan overal. Echt niet alleen als je een flink stuk grond bezit, ook in je kleine stadstuin, op je dakterras of balkon is er veel mogelijk.
Maar hoe moet je beginnen? Wat kun je het beste doen? En welke planten zijn niet alleen leuk voor dieren, maar vooral ook voor jou? In Tuinieren met wilde planten staan alle antwoorden!Martin Stevens legde de basis voor zijn uitgebreide plantenkennis bij de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Als beheerder van een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten legde hij een heemtuin aan en bracht zijn liefde voor de natuur over op vele bezoekers. Nu kweekt hij wilde planten en is actief betrokken bij het Levend Archief en Wilde Weelde.