-
Vertellen is een kunst
Er is vermoedelijk geen enkele andere historische figuur die zo vaak werd gebruikt, misbruikt, vertekend en voor ideologische karren werd gespannen als Karel de Grote († 814). De vele middeleeuwse Karelverhalen bevestigen zijn bijzondere status. Karel ende Elegast, wellicht ontstaan rond 1250, was meer dan 300 jaar bijzonder populair. In tegenstelling tot andere Karelverhalen krijgt de keizer de hoofdrol. De onbekende dichter laat hem, op bevel van
God, ’s nachts anoniem door een donker bos trekken om te gaan stelen. Hij komt er zijn afvallige leenman Elegast tegen die een meesterdief blijkt te zijn … O schande, een keizer die uit stelen gaat! Jan van Boendale en Jacob van Maerlant, twee andere grootheden uit de middeleeuwse literatuur, waren verontwaardigd over zoveel roddels rond de grote Karel. De lezers en luisteraars van toen hadden lak aan deze bedenkingen en smulden van dit verhaal vol oeroude motieven, gebracht
door een geniale verteller met een boodschap. Karel ende Elegast is ook vandaag het meest gelezen verhaal uit de Middelnederlandse literatuur. Professor Jozef Janssens, specialist middeleeuwse literatuur, reconstrueert de diverse gezichten van deze vorst die tot op vandaag boeit. Prof. Jozef Janssens is emeritus hoogleraar Cultuurgeschiedenis
en Geschiedenis van de middeleeuwse, Nederlandse en Europese literatuur aan de K.U.Brussel. Hij publiceerde verschillende werken over de middeleeuwse letterkunde en geschiedenis. -
In haar voetsporen
Familiegeschiedenis wordt nog vaak geschreven
vanuit een mannelijk standpunt; vrouwen
spelen hierin meestal slechts een bijrol.
De vrouwelijke variant van een voorvader
– ‘voormoeder’ – veroverde pas sinds kort een
plaats in het woordenboek. Toch bestaan er
voldoende bronnen om het leven van onze
voormoeders te reconstrueren: familieverhalen,
archiefdocumenten, erfstukken, DNA …
Als bewijs nemen we je mee op onze zoektocht
naar enkele gewone voormoeders, die allen op
hun eigen manier juist buitengewoon blijken te
zijn. We vertrekken met enkel een foto van een
missiezuster zonder naam, een volksverhaal over
een vermeende heks, of een vage herinnering
aan een tante die kant verkocht tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Samen met hun nakomelingen
trekken we naar het archief, en reconstrueren
zo hun boeiende levensverhalen.
Wil je zelf op zoek gaan naar je eigen
voormoeders? In dit boek delen we talloze
tips voor startende en ervaren genealogen,
voor een inspirerende duik in je vrouwelijke
familiegeschiedenis.Maite De Beukeleer is historica en vooral
geïnteresseerd in de kleine geschiedenis van
alledag. Maarten Larmuseau is genetisch
genealoog en doet academisch onderzoek
naar stambomen en DNA. Voor dit boek
duiken ze samen in de archieven op zoek naar
sporen van voormoeders. Ze worden hierin
bijgestaan door historica Lise Hellemans. -
De Kleine Gids voor de niet-bestaande vogels van Europa
Kunstenaar en amateurornitholoog O.C. Hooymeijer begeeft zich met het uitgeven van deze ‘Kleine Gids voor de niet-bestaande vogels van Europa’ op een voor hem nieuw terrein. Jarenlang veldwerk en onderzoek gingen vooraf aan het uiteindelijke resultaat: de beschrijving èn gedetailleerde illustraties van zo’n kleine vijftig gevederde vrienden. De auteur heeft een en ander zo getrouw als mogelijk weergegeven, doch er kunnen verschillen met de werkelijkheid optreden.
Momenteel is Hooymeijer bezig met het organiseren van geheel verzorgde reizen door Europa naar de leefgebieden van de in deze gids beschreven niet-bestaande vogels.Recensies:
Vlaardings Dagblad: ‘Een absolute must voor elke vogel- en kunstliefhebber’
De Oosterkerker Bode: ‘Beschrijvingen raak,illustraties zeer goed getroffen’
Natuur, Vis en Vogel: ‘Hooymeijer weet de lezer èn de kijker voor zich te winnen’ -
De nieuwe gids voor de niet-bestaande vogels van Europa
Na het verschijnen in 2013 van De Kleine Gids voor de niet-bestaande Vogels van Europa is kunstenaar en amateurornitholoog O.C. Hooymeijer onverdroten doorgegaan met het speuren naar niet-bestaande vogels. Veldreizen naar het uiterste noorden van Rusland, tot in het diepe zuiden van de mediterrane landen hebben geleid tot de ontdekking van bijna vijftig nieuwe specimen, alle zeer nauwkeurig beschreven en verbeeld.
Voor het onderzoek naar de bij de ontdekte vogels behorende ‘Volkswijsheden’ heeft de schrijver vele tandeloze, zeer bejaarde bewoners van veelal het platteland geïnterviewd, teneinde de vaak bijna in vergetelheid geraakte spreuken te kunnen behouden voor het nageslacht.
Voor de in deze nieuwe Gids opgenomen ´Recepten met niet-bestande vogels’ heeft O.C. Hooymeijer bovendien vele culinair specialisten geraadpleegd en tientallen archieven en bibliotheken verspreid over heel Europa bezocht.