-
Soa het ut weest
Leeuwarden heeft een historische stadskern om zuinig op te zijn. In de eerste naoorlogse jaren leefde dat besef nog niet zo: het motto was ‘bouwen, bouwen, bouwen’ om de woningnood te lenigen. Vervolgens werd de auto als heilige koe omarmd en dreigden grachten gedempt en terpen geslecht te worden: rijden, rijden, rijden… Tot de babyboomers in opstand kwamen: niet alles hoeft plat.
Babyboomer en oud-redacteur van de Leeuwarder Courant Pieter de Groot (1946) besloot in 1997 deze en andere gebeurtenissen uit het stadsverleden in herinnering te roepen in de zaterdagkrant, met als kapstok vaak een actueel onderwerp. Van de inmiddels meer dan duizend columns liet hij er voor zijn 75ste verjaardag 75 uitzoeken. Na ruim 25 jaar blijkt niets zo vluchtig als de actualiteit en niets zo moeilijk als het voorspellen van de toekomst. -
Een filosofie voor het onderweg-zijn
Twee Rotterdamse filosofiestudenten besluiten tot iets nutteloos: liften naar Hong Kong. Waarom ook niet? Om er te komen, moeten ze dwars door Siberië en dan rechtsaf de eindeloze Gobiwoestijn in. Op de kaart ziet het er eenvoudig uit. Maar als ze door dronken Russen worden ondervraagd over MH17, spookrijden over de niet-belijnde snelwegen, in een achterbak Mongolië binnenkomen, en door een argwanende politieagent uit Wuhan worden aangezien voor drugssmokkelaars, blijkt de praktijk weerbarstig. Onderweg naar het Oosten filosoferen de twee over vriendschap, Lada’s, vooruitgaan, onderweg zijn en hun uiteindelijke bestemming. Natuurlijk moeten ze wel eerst een lift krijgen.
Dirk-Jan Laan is langeafstandsloper, programmeur en promovendus in de filosofie. Dennis Prooi werkt in Hong Kong aan een proefschrift over Japanse filosofie.
-
Paradijsvogels in cultuur en natuur
Afbeeldingen uit Richard Bowdler Sharpe's Birds of Paradise (1891-1898)€ 39,95Paradijsvogels in cultuur en natuur
Het was zo’n mooie gedachte: paradijsvogels zweven zonder vleugels in de lucht dichtbij God. Ze hebben geen poten, omdat zij pas na hun dood op aarde neervallen. De vogel laaft zich aan de dauw of drinkt rechtstreeks uit een wolk en voedt zich met manna. De zeelui van Ferdinand Magellaan (1480-1521), die als eerste de wereld rond zeilden, bazuinden dit verhaal rond. Zo kwamen de vogels aan hun naam. De paradijsvogels vergaarden in korte tijd grote roem omdat ze er prachtig uitzagen en slechts een handvol ontdekkingsreizigers ze ook in het echt hadden gezien. Ook vandaag kunnen we ons vergapen aan de pracht en praal van deze fladderende kleurboekjes dankzij uitgever en auteur Richard Bowdler Sharpe (1847-1909). Hij realiseerde met A Monograph of the Paradiseidae or Birds of Paradise in twee volumes een meesterwerk: de tekeningen zijn van uitzonderlijke kwaliteit, de inkleuring – door zijn tien dochters – is ronduit subliem.
De verklarende inleidingen door Alexander Reeuwijk, auteur van boeken en artikelen over natuurhistorie en reizen, over wetenschapsgeschiedenis, cultuur en oude boeken in het algemeen; en Steven Van Impe, curator van de erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen, accentueren het belang van en geven de nodige achtergrond bij de publicatie van dit boek.
Inleiding door Alexander Reeuwijk en Steven van Impe -
IJzer
IJzer wordt al minstens drieduizend jaar door de mens bewerkt. In de twintigste eeuw is het klassieke handwerk steeds meer vervangen door industriële productie. In dit boek worden 21 bedrijven geportretteerd waar ijzer nog klassiek wordt bewerkt, het handwerk nog zichtbaar is en het gereedschap wordt gekoesterd. De fascinatie voor ijzer en vuur vormde de aanleiding voor dit boek.
Reyer Boxem (Hollandse Hoogte) fotografeerde de smederijen, gieterijen, slijperijen én de vakmensen. Journalist Pieter de Groot interviewde de smeden over de liefde voor hun vak.
IJZER is een hommage aan het ambacht, de mensen en het materiaal.