-
Dekema State Jelsum
De rijke geschiedenis van het slot Dekema State, dat in het oude Friese terpdorp Jelsum staat, gaat terug tot de late middeleeuwen. Geruime tijd bestaat er een band tussen de state en het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden. In het begin van de negentiende eeuw krijgt het huis de functie van buitenplaats. Vervolgens revitaliseren twee generaties van opvolgende landheren het complex weer tot landgoed. In deze ‘geschiedenis van de lange duur’ weerspiegelt zich de voor Friesland kenmerkende band tussen voornaam buitenleven en grootgrondbezit. Al meer dan honderd jaar ontneemt een hoge muur het zicht vanuit het dorp op tuin en huis. In dit boek kijken de auteurs op verschillende manieren achter die muur: ze brengen de geportretteerden tot leven, verhalen de band tussen state en dorp en belichten de waarde van dit bijzondere landgoed als Fries historisch erfgoed.
-
It Guozzeroer
Bavius Bouma, in âld frijfeint yn Akkrum, fertelt oan syn besiker, in sjoernalist en hertstochtlik fisker, wat er yn de oarloch meimakke hat. Oanlieding ta syn relaas is de fynst fan in Dútske motorfyts mei sydspan yn it wetter yn de Heafeart nei De Deelen. Mei in pear maten hat Bavius yn de lêste oarlochsjierren yn dat ûnlân ûnderdûkt sitten. Krekt foar de befrijing hat him dêr in singelier drama ôfspile, dat noait bekend wurden is. It guozzeroer, in antyk stik sjitark mei de útwurking fan in kanon, spilet in belangrike rol yn dizze oangripende en sober fertelde roman. Ek giet It Guozzeroer oer de leafde fan Bavius foar in Russyske faam, twangarbeidster yn Normandië.
It Guozzeroer is in werútjefte fan de lêste roman fan Rink van der Velde (1932-2001).
-
Kazematten op de Afsluitdijk
De geschiedenis van de kazemattenstelling bij Den Oever en op het Kornwerderzand, de Wonsstelling, Breezand en de Duitse en naoorlogse verdedigingswerken.
In mei 1940 was het voor de Nederlanders een grote schok dat de Duitse buren ons land binnenvielen en dat onze krijgsmacht zo snel moest capituleren. Dat onze krijgsmacht ook successen boekte, is minder bekend. Dit boek gaat over een van die successen, namelijk de verdediging van de Afsluitdijk. Een gelukkige combinatie van degelijke verdedigingswerken (de kazematten), een gemotiveerde eenheid met vertrouwen in de commandant en goed leiderschap hield bij de Afsluitdijk de Duitse aanval tegen. John Verbeek heeft de verdedigingswerken die als gevolg van het afsluiten van de Zuiderzee werden gebouwd uitgebreid onderzocht. In dit boek geeft hij inzicht in de voor die tijd moderne bouwwerken en bewapening die de vuurproef glansrijk bleken te doorstaan. Daarnaast geeft hij een gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen van de meidagen van 1940 op en rond de Afsluitdijk.
Drs. John Verbeek (1955) studeerde geschiedenis aan de RU Leiden (1981). Zijn expertise ligt vooral op het gebied van vestingwerken, militaire techniek, zeegeschiedenis, koloniale expansie en Indonesische land- en volkenkunde. Hij is actief in het museumwezen en geeft historische adviezen ten behoeve van films en documentaires.
-
Vliegers op de vlucht
De crash van de Amerikaanse bommenwerper Seattle Sleeper opzondagmorgen 26 november 1944 bij het Friese Haulerwijk staat diep in het lokale geheugen gegrift. Er zijn nog steeds ouderen die hierover kunnen vertellen. Latere generaties hebben zich via overlevering een beeld gevormd van de crash en de lotgevallen van de betrokken vliegers.
In de loop van de tijd is dit beeld echtervervaagd. Voor Jan Slofstra en Jaap de Boer aanleiding om de geschiedenisvan de Seattle Sleeper opnieuw te bestuderen aan de hand van nieuwegegevens afkomstig uit archieven, publicaties en interviews. Dit leidde tot de gedetailleerde reconstructie van de gebeurtenissen die is weergegeven in dit boek.
Wat het boek bijzonder maakt is de plaatsing van het onderwerp in de brede context van de luchtoorlog en de oorlogsgeschiedenis is van het Fries-Gronings-Drentse grensgebied.Bij het volgen van het spoor van de vliegers van de Seattle Sleeper raakten de auteurs onder de indruk van de moed die veel gewone mannen en vrouwen hebben getoond bij de hulp aan geallieerdevliegers. Aan hen en hun nagedachtenis dragen zij dit boek op.
-
Stinzenplanten in Fryslân
‘Stinzenplanten in Fryslân’ is een rijk geïllustreerd boek over stinzenplanten, de verwilderende voorjaarsbloeiers in het historisch groen. De bol-, knol- en wortelstokgewassen die soms al eeuwen geleden zijn aangeplant op oude (Friese) landgoederen, buitenplaatsen, boerenerven en in tuinen bij pastorieën en woningen van notabelen. De auteurs beschrijven de historie, de aanleg, het onderhoud en het beheer van de stinzenflora op belangrijkste vindplekken in Fryslân.
Veel aandacht gaat uit naar de beschrijving van meest karakteristieke stinzenplanten van Fryslân met prachtige namen
als Haarlems klokkenspel, Italiaanse aronskelk, winterakoniet en vingerhelmbloem. Dit alles ondersteund met schitterende foto’s. Fryslân neemt een belangrijke plaats in voor wat betreft de geschiedenis van de stinzenflora. Daarom komen ook de cultuurhistorische aspecten aan de orde, zoals de tuinkunst. Daarnaast is er aandacht voor de belangrijkste floristen, die veel studie hebben gemaakt van deze bijzondere groep planten. Dit boek is een voortzetting van het onderzoekswerk van de Friese florist D.T.E. van der Ploeg. -
Glans op het wad
Dick Hoekstra schetst op toegankelijke wijze de geheel eigen geschiedenis van de vijf Nederlandse Waddeneilanden en
hun bewoners. Op zoek naar een ‘eilandidentiteit’ onderzocht hij de geografische, politieke en sociale ontwikkelingen op de eilanden, die een roeriger geschiedenis achter de rug hebben dan menig toerist (en bewoner!) vermoedt. Hij besteedt, ondersteund door honderden prachtige foto’s, veel aandacht aan de historische bebouwing, markante bewoners door de eeuwen heen en het belang van zeevaart en kloosters. -
Joden van Leeuwarden
“Hartog Beem heeft de geschiedenis van de Joodse gemeenten buiten de Randstad op de kaart gezet. Daarvan is dit boek over Leeuwarden een onovertroffen hoogtepunt.” – Rabbijn Edward van Voolen
In 1974 verscheen de eerste editie van ‘Joden van Leeuwarden – Geschiedenis van een Joods Cultuurcentrum’. Als kenner van de joodse bronnen en jarenlang bestuurslid van de gemeente was Hartog Beem (1892 – 1987) als geen ander in staat Joods Leeuwarden van binnenuit te beschrijven, vanaf het prille begin in de zeventiende eeuw tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. Hij was al in 1940 gevraagd maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leidde tot uitstel van de plannen. Architectuurhistoricus J.F. van Agt (1922-2013) voegde een hoofdstuk toe over de Friese synagogen, de meeste inmiddels verdwenen.
Voor deze herziene editie schreef Chaim Caran, genealoog van de Friese Joden, een hoofdstuk met nieuwe gegevens over de oudste en de meer recente geschiedenis van de Joden in de Friese hoofdstad, terwijl Edward van Voolen Hartog Beem aan de huidige lezers voorstelt. Ook is het nu voorzien van een namenindex.
De bewogen geschiedenis van de Joden van Leeuwarden krijgt een bijzonder perspectief door de vele citaten uit de notulen van de gemeente, eerst in het Jiddisch en later in het Nederlands. Het tragische lot van de joden in Leeuwarden en het moeizame naoorlogse herstel beschrijft Beem als ooggetuige met ingehouden emotie.
-
Vloeiend landschap
Geactualiseerde editie met extra hoofdstuk
In Nederland is er een groeiend onbehagen over de kwaliteit van het landschap. Dit geldt ook voor Friesland, volgens velen de mooiste provincie. De diversiteit en schoonheid van het Friese landschap brokkelt zienderogen af. Anonieme bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines en een verschrompelend veenweidegebied zorgen voor ‘landschapspijn’.
Kan het tij gekeerd worden? Op een rondreis door de verschillende landschapstypen van Friesland laat Peter de Ruyter zien dat het nog niet te laat is. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen als een stijgende zeespiegel en een krimpende bevolking ontstaan er kansen. Dit boek is een pleidooi voor verbetering en visie.
Peter de Ruyter is landschapsarchitect. Van 2008 tot 2012 was hij directeur van Atelier Fryslân dat gevraagde en ongevraagde adviezen over het landschap gaf.
-
-
De Friese Utopie
Hoe ziet Fryslân er uit in 2030? Hoe moet dit stukje wereld er idealiter uit zien?
Elf mensen met een duidelijke (utopische) visie spreken zich daarover uit in deze bundel. De bijdragen gaan over allerlei thema’s, van het Friese erfgoed tot Fryslân vrij van gif.
Wat hen bindt is betrokkenheid bij mensen, bij het landschap, bij werk, bij taal en bij cultuur. Wat hen ook bindt is verlangen. Niet romantisch of sentimenteel, maar een realistisch verlangen. De bijdragen leveren een concrete agenda op voor het goede leven in Fryslân. En wat voor Fryslân geld, geldt eigenlijk voor de hele wereld. -
Abe
‘Abe Lenstra was een sprookje, dat je
elke dag weer aan jezelf vertelde’ (Jan Mulder)‘Abe, Abe, Abe!’ Zelfs jaren na het afscheid van Abe Lenstra
(1920-1985) als international, werd die kreet nog bij wedstrijden
van het Nederlands elftal gescandeerd. Zelden werd een voetballer
zo bewierookt als het Friese fenomeen, dat lucratieve aanbiedingen
van buitenlandse clubs achteloos terzijde schoof. Zijn verbluffende
voetbalcapaciteiten in combinatie met zijn eigenzinnige karakter
maakten dat ús Abe in de jaren veertig en vijftig van de vorige
eeuw uitgroeide tot onze Abe: een nationale held van mythische
proporties, de Johan Cruijff van zijn tijd.
In dit boek wordt het hele verhaal verteld: over het kind,
de jongvolwassene tijdens de oorlogsjaren, de voetballer,
de allround sportman, de Fries, het fenomeen én de mens
achter de mythe.
Johann Mast (Donkerbroek, 1970) is sportverslaggever en
columnist bij de Leeuwarder Courant. -
Oorlog in en om Grou
In Oorlog in en om Grou beschrijft Ulke Brolsma de gebeurtenissen in dit dorp tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de loop van de oorlog kreeg Grou steeds meer last van de Duitse bezetter. Mede daardoor stak het verzet de kop op, mensen die hun leven op het spel zetten in de strijd tegen de vijand. En er waren collaborateurs, die een groot gevaar vormden voor het toenemende aantal onderduikers.
In september 1944 vestigde een afdeling van de Grenzschutzpolizei zich in de villa van fabrieksdirecteur Halbertsma. Vanaf dat moment terroriseerden de twintig Grünen die hier verbleven Grou en wijde omgeving. Ze joegen op Joden en leden van het verzet. Geholpen door Nederlandse verraders doken ze overal op. Op 2 en 3 maart 1945 sloegen de Duitsers hun slag. Het grootste deel van het Grouster verzet werd opgepakt. Maar wie was de verrader?