-
-
Stabij
Tjibbe Hooghiemstra (beeldend kunstenaar) en Douwe Kootstra (schrijver en verteller) zijn gek op stabijs. Tjibbe heeft al jaren zulke honden. Die inspireerden hem tot een uitgebreide serie tekeningen.
Los van de verbeeldingen van Tjibbe schreef Douwe verhalen die één overeenkomst hebben: een stabij speelt de hoofdrol. De mix van beeld en tekst maakt Stabij tot een bijzonder boek. Geen hondenboek in de klassieke zin maar een ode aan de mens in de hond.
-
Stabij
Tjibbe Hooghiemstra (byldzjend keunstner) en Douwe Kootstra (skriuwer en ferteller) ha in soad niget oan stabijen. Tjibbe hat al jierren sokke hûnen. Dy ynspirearren him ta in grutte seary tekeningen.
Los fan Tjibbe syn ferbyldingen skreau Douwe ferhalen dy’t ien oerienkomst ha: in stabij spilet de haadrol. De miks fan byld en tekst makket Stabij ta in bysûnder boek. Gjin hûneboek yn de klassike sin mar in oade oan de minske yn it bist.
-
Mijn -Mieren- Hoop
Kijk naar de bosmieren! Achilles Cools heeft een hoge mierenterp in zijn tuin en probeert binnen te dringen in dat superorganisme: een mierenvolk dat functioneert als één brein met een collectief bewustzijn. Op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten en indrukwekkende voorbeelden introduceert hij de lezer in de wereld van de mier. Je leeft mee tussen prinsessen en koninginnen, hofdames, de oermoeder, dauwmeisjes, kuddewachters en poppen die kunnen zingen. Al ver voor wij de landbouw ontdekten, hielden ze al vee. Ze houden bruidsvluchten, praten met geurcodes, kennen een SOS alarm, en vragen wachtwoorden. Hun succesverhaal steunt op een oerdegelijke sociale organisatie. Dan vraag je je toch wel af: hoe is het om een bosmierenvolk te zijn?
-
Hannekemaaiers en Kiepkerels
Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders.