-
Opa en oma pluus in ‘t sallands
In opa en oma pluus in ’t Sallands gaat nijntje op ‘bezuuk’ bij opa en oma. ‘opa heb ’n step emäk veur nijn’ en nijntje ‘hef ’n umslagdoek veur oma pluus ebreid’ Bij een ‘köppie’ thee eten ze een ‘botterkukies’, ‘nijntje hef t’r twee egettn’
Nijntje is al meer dan 65 jaar onverminderd populair onder peuters en kleuters. Uitgeverij Bornmeer verzorgde al tientallen vertalingen van nijntje in streektalen. Na het succes van nijntje op de fietse in ’t Sallands is het nu de beurt aan opa en oma pluus in ’t Sallands. De vertaling is gemaakt door Gerard Oosterlaar, een van de leden van cabaretgroep Höllenboer. Hij werd bijgestaan door streektaaldeskundige Herman Koerhuis en Annet Ellenbroek, eigenaar van Bruna Ellenbroek Raalte en initiatiefneemster van de Sallandse vertaling van nijntje.
-
het feest van nijntje Oud Grieks
ἡμέρᾳ τινὶ μίφα κυνίκλου
ἤδη ἅμα ὄρθῳ ἀνέστη
ἐλούσατο ἐκ κεφαλῆς εἰς πόδας
καλῶς τοῦτ᾽ ἐπέπρακτο
-
Houtstromen
In Houtstromen ontrafelt Paul Borghaerts de herkomst van hout waarmee boerderijen gebouwd werden in Noord-Nederland in de periode van 1550 tot 1950. Hij stelt vast dat de herkomst van het hout in de loop van de jaren verschoof. Zo werd er aanvankelijk hout uit West-Duitsland en Zuid-Noorwegen geïmporteerd, maar later uit de Baltische staten en zelfs Wit-Rusland.
Om tot dit inzicht te komen heeft de auteur verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd. Zo bestudeerde hij duizenden archiefstukken, heeft hij van meer dan 200 boerderijen de draagconstructie ingemeten, en heeft hij dendrochronologische dateringen gedaan. Dit laatste maakte het mogelijk om elke onderzochte boerderij tot op het jaar nauwkeurig te dateren. Daarmee heeft hij de ontwikkeling van de greidschuur of greidboerderij, die in het brandpunt van de economische ontwikkeling van het rurale gebied in Nederland stonden, tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft inzicht in de internationale netwerken van de (hout)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar oude gebouwen in Nederland en naar schepen van bijvoorbeeld de VOC.
-
Praktijkgids fossielen
De geheel hernieuwde Praktijkgids fossielen is een echte aanrader voor iedere liefhebber en fossielenverzamelaar die op serieus niveau in zijn vrije tijd of professioneel te maken krijgt met fossielen. Op toegankelijke en vakkundige wijze beschrijft Anne Schulp, een van de meest ervaren paleontologen van Nederland, hoe en waar je fossielen kunt zoeken, preparen en bewaren. Hij geeft een actueel overzicht van de nieuwste methodes en technieken die van pas komen bij het opzetten én beheren van een fossielenverzameling.
-
-
nijntje den parke di bestia na Papiamentu
Nijntje, tata di rib’un dia
mi a pensa un kos
nos ta ban parke di bestia
ami ku bo, nos dos
-
Van landschap naar tuin
Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.
Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.
-
Het fees van nijntje in ut utregs
sei soch un heul moai jurkie uit
ut moaiste uit de kâs
en weet je wervoar nijn da dee
omdât sei jarig wâs -
nijntje hef feest in twente
zee zochen zich ’n kleedken oet
’t schierste oet de kas
en road es woarum zee dat deu
umdat zee jöarig was -
nijntje in ut franekers
midden in un groate tún
stôn un leuk wit hús
dêr woanden twee kenyntsys in
menear en mefrou plús -
nijntje hep een feisie op se mokums
Nijntje is jarig en trekt haar mooiste jurk aan. Er komt visite en ze trekt haar mooiste jurk aan. Opa en oma Pluis nemen wel een heel speciaal cadeau mee.
-
het feessie van nijntje opse rotjeknors
Nijntje is jarig en trekt haar mooiste jurk aan. Er komt visite en ze trekt haar mooiste jurk aan. Opa en oma Pluis nemen wel een heel speciaal cadeau mee.