-
Handboek trekvogels
Elke lente en herfst vliegen miljoenen vogels tijdens de trek over ons heen. Ze zijn vaak niet te herkennen aan hun vluchtige silhouetten maar dankzij hun roepjes en andere geluiden kunnen we de soorten toch identificeren! In het Handboek trekvogels beschrijven de auteurs nauwkeurig de ‘trekgeluiden’ en zij classificeren deze op type. Geannoteerde sonagrammen maken het mogelijk om de roep van Europese trekkende soorten te visualiseren, te identificeren en beter te onthouden.
• 450 beschreven soorten, met foto’s en sonagrammen
• De essentiële kenmerken voor een doeltreffende identificatie
• Het gedrag, de plaatsen en de perioden van passage van elke soort
• 1.000 downloadbare geluiden om thuis of op je smartphone naar te luisterenStanislas Wroza is hoofd van het team dat verantwoordelijk is voor biodiversiteitsbeoordelingen in Frankrijk en hoofd van het Nationaal Natuurhistorisch Museum. Hij werkt al jaren aan de popularisering van de bioakoestiek bij vogels.
Julien Rochefort, autodidactisch ornitholoog. Gepassioneerd door sonagrammen bestudeert hij meer in het bijzonder de geluiden van kruisbekken. -
Paradijsvogels in cultuur en natuur
Afbeeldingen uit Richard Bowdler Sharpe's Birds of Paradise (1891-1898)€ 39,95Paradijsvogels in cultuur en natuur
Het was zo’n mooie gedachte: paradijsvogels zweven zonder vleugels in de lucht dichtbij God. Ze hebben geen poten, omdat zij pas na hun dood op aarde neervallen. De vogel laaft zich aan de dauw of drinkt rechtstreeks uit een wolk en voedt zich met manna. De zeelui van Ferdinand Magellaan (1480-1521), die als eerste de wereld rond zeilden, bazuinden dit verhaal rond. Zo kwamen de vogels aan hun naam. De paradijsvogels vergaarden in korte tijd grote roem omdat ze er prachtig uitzagen en slechts een handvol ontdekkingsreizigers ze ook in het echt hadden gezien. Ook vandaag kunnen we ons vergapen aan de pracht en praal van deze fladderende kleurboekjes dankzij uitgever en auteur Richard Bowdler Sharpe (1847-1909). Hij realiseerde met A Monograph of the Paradiseidae or Birds of Paradise in twee volumes een meesterwerk: de tekeningen zijn van uitzonderlijke kwaliteit, de inkleuring – door zijn tien dochters – is ronduit subliem.
De verklarende inleidingen door Alexander Reeuwijk, auteur van boeken en artikelen over natuurhistorie en reizen, over wetenschapsgeschiedenis, cultuur en oude boeken in het algemeen; en Steven Van Impe, curator van de erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen, accentueren het belang van en geven de nodige achtergrond bij de publicatie van dit boek.
Inleiding door Alexander Reeuwijk en Steven van Impe -
Fwiet! Fwiet!
Begijn Le Bleu is een bekend cabaretier, maar zijn grote passie is vogels kijken. In Fwiet! Fwiet! verkent hij met zijn fijne pen de wonderlijke wereld van vogels en vogelaars. Je leert waarom de frêle pootjes van vogels niet bevriezen, waaraan de snip zijn naam dankt, wat takkelingen zijn of honkmannen. En er is meer. Begijn is een meester van het woord. Hij maakt je deelgenoot van zijn ervaringen én zijn passie. Wanneer hij beschrijft hoe een rietzangertje als een acrobaat zit te wiegen op een rietstengel, begrijp je zijn verwondering over zoveel eenvoudige schoonheid. Je hebt spijt dat je niet zelf de groenling ziet wegfladderen als een vliegend kleurboekje van groene en gele spatten.
In dit boek zijn QR-codes opgenomen die leiden naar de succesvolle podcast-reeks Fwiet! Fwiet! Urenlang luisterplezier voor vogelaars, natuurliefhebbers en iedereen die meer willen weten over alles wat vliegt en veren heeft.
Begijn Le Bleu won in 2005 de jury- en publieksprijs van het cabaretfestival Cameretten in Rotterdam. Het was de start van een succesvolle carrière als stand-up comedian en cabaretier. -
Zuivelfabrieken in Friesland
In Friesland zijn sinds het einde van de negentiende eeuw meer dan 160 zuivelfabrieken gebouwd. Ruim een derde van de dorpen en steden had zo’n fabriek. Net als de kerk werd de zuivelfabriek een sociaal referentiepunt, een plek die de mensen in en rondom dorp of stad verenigde in een gemeenschappelijke activiteit, namelijk het maken van boter en kaas.
Van al die oude zuivelfabrieken zijn nog slechts enkele in bedrijf, en meer dan honderd zijn er – soms gedeeltelijk – afgebroken. Zuivelfabrieken in Friesland geeft voor het eerst een compleet en rijk geïllustreerd overzicht van deze fabrieken en hun geschiedenis.
In Zuivelfabrieken in Friesland plaatst historicus Marijn Molema de komst en ontwikkeling van de Friese zuivelfabrieken in een bredere, maatschappelijke context. Architectuurkenner Peter Karstkarel behandelt in het tweede deel de zuivelfabrieken alfabetisch per plaats. Hij gaat daarbij in op ontstaan, geschiedenis en architectonische kenmerken van zowel de fabriek als de directeurswoning.
De basis voor dit standaardwerk is de collectie van Robert Visser, die al zo’n dertig jaar alles verzamelt wat ook maar enigszins te maken heeft met zuivelfabrieken en industriële processen die daarin plaatsvonden. Een unieke collectie die in dit boek is vastgelegd.