-
-
-
In haar voetsporen
Familiegeschiedenis wordt nog vaak geschreven
vanuit een mannelijk standpunt; vrouwen
spelen hierin meestal slechts een bijrol.
De vrouwelijke variant van een voorvader
– ‘voormoeder’ – veroverde pas sinds kort een
plaats in het woordenboek. Toch bestaan er
voldoende bronnen om het leven van onze
voormoeders te reconstrueren: familieverhalen,
archiefdocumenten, erfstukken, DNA …
Als bewijs nemen we je mee op onze zoektocht
naar enkele gewone voormoeders, die allen op
hun eigen manier juist buitengewoon blijken te
zijn. We vertrekken met enkel een foto van een
missiezuster zonder naam, een volksverhaal over
een vermeende heks, of een vage herinnering
aan een tante die kant verkocht tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Samen met hun nakomelingen
trekken we naar het archief, en reconstrueren
zo hun boeiende levensverhalen.
Wil je zelf op zoek gaan naar je eigen
voormoeders? In dit boek delen we talloze
tips voor startende en ervaren genealogen,
voor een inspirerende duik in je vrouwelijke
familiegeschiedenis.Maite De Beukeleer is historica en vooral
geïnteresseerd in de kleine geschiedenis van
alledag. Maarten Larmuseau is genetisch
genealoog en doet academisch onderzoek
naar stambomen en DNA. Voor dit boek
duiken ze samen in de archieven op zoek naar
sporen van voormoeders. Ze worden hierin
bijgestaan door historica Lise Hellemans. -
Sinagote
In dit boek vertellen we het levensverhaal van een lepelaar die we Sinagote hebben genoemd. Het gaat om een vrouwtje van Vlieland met in haar naam het woordje ‘Sina’, de Bretonse naam van het dorp waar ze ieder najaar heen trekt. Dit verhaal gaat over meer lepelaars dan alleen Sinagote. Het gaat zelfs over veel meer dan lepelaars. We vertellen over de connecties tussen lepelaars onderling, maar ook over de connecties tussen gebieden in Europa en Afrika en tussen mensen die in de gebieden wonen en werken. In een combinatie van love story en succesverhaal, vertelt Sinagote, het levensverhaal van een lepelaar over het belang om bij de bescherming van onze trekvogels verder te kijken, te denken en te doen dan onze landsgrenzen.
-
Simon Stevin (1548-1620)
Volgens Stevin is een natuurverschijnsel een wonder zolang het niet wordt doorgrond. Zodra men het natuurverschijnsel door theoretische beschouwingen of uitgevoerde of bedachte experimenten kan verklaren, is het geen wonder. Deze aanpak is de start voor een nieuwe manier om wetenschap te bedrijven. Stevin leefde in een eeuw van omwentelingen: de boekdrukkunst, de scheiding van de Nederlanden, de humanistische inzichten van Vesalius, Mercator, Dodoens … In die context ontpopte Stevin zich als een multidisciplinaire wetenschapper die bewust publiceerde in de volkstaal, het Nederduyts, om vooral de middenklasse van zijn tijd te bereiken. Hij boog zich over wiskundige problemen, maar dacht ook na over logica, legerorganisatie, omgangsvormen … Stevin publiceerde rentetabellen en verdedigde de theorie van Copernicus. Hij introduceerde in onze taal woorden zoals onder meer evenaar, omtrek, middellijn, scheikunde, evenwijdige
lijnen …