-
-
Past het dier nog op ons bord?
Past het dier nog op ons bord? Deze vraag houdt de Wageningse wetenschapper Imke de Boer al lange tijd bezig. De huidige veehouderij draagt bij aan de klimaatcrisis en het verlies van biodiversiteit. Moeten we daarom allemaal veganist worden? Misschien niet. Het is mogelijk dieren alleen nog te voeren met biomassa die wijzelf toch niet kunnen eten, zoals reststromen en gras. Dan past een beetje dierlijk voedsel wel in een duurzaam dieet. Maar is zo’n dieet nog wel gezond voor ons? En willen we überhaupt nog wel dieren houden en doden voor de productie van ons voedsel?
Dit boek neemt je mee op een persoonlijke reis langs al deze vragen, en biedt de wetenschappelijke basis die nodig is voor het formuleren van antwoorden.Imke J.M. de Boer is hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan Wageningen University & Research en heeft het bedrijf De Boer en Voedsel. Als systeemdenker wil zij bijdragen aan een duurzame voedseltoekomst. Voor haar visie daarop ontving ze, samen met haar team, de prestigieuze Rockefeller Food System Vision Prize.
-
Wat zouden dieren zeggen als we ze de juiste vragen stelden?
Een must voor iedereen die met dieren werkt en een genot voor iedereen die al grinnikend wil begrijpen hoe dieren denken.
Staan koeien de hele dag te niksen? Maken vogels kunst? Kunnen apen werkelijk na-apen? Zien dieren zichzelf zoals wij hen zien? Kunnen ze in opstand komen? En — misschien een vreemde vraag — is het wel gepast om in hun bijzijn te plassen?
In dit boek beantwoordt de Belgische filosofe Vinciane Despret zesentwintig verrassende vragen die vastgeroeste ideeën over dieren op de proef stellen. Ze laat onderzoekers, filosofen en dierverzorgers aan het woord en laat zien hoe we anders over dieren kunnen denken.
Met een voorwoord van Bruno Latour en een nawoord van Michel Vandenbosch
Vinciane Despret is filosoof aan de Universiteit van Luik. Ze schreef meerdere boeken over dieren, waaronder Bêtes et hommes (Gallimard, 2007) en Penser comme un rat (Quae, 2009). -
In haar voetsporen
Familiegeschiedenis wordt nog vaak geschreven
vanuit een mannelijk standpunt; vrouwen
spelen hierin meestal slechts een bijrol.
De vrouwelijke variant van een voorvader
– ‘voormoeder’ – veroverde pas sinds kort een
plaats in het woordenboek. Toch bestaan er
voldoende bronnen om het leven van onze
voormoeders te reconstrueren: familieverhalen,
archiefdocumenten, erfstukken, DNA …
Als bewijs nemen we je mee op onze zoektocht
naar enkele gewone voormoeders, die allen op
hun eigen manier juist buitengewoon blijken te
zijn. We vertrekken met enkel een foto van een
missiezuster zonder naam, een volksverhaal over
een vermeende heks, of een vage herinnering
aan een tante die kant verkocht tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Samen met hun nakomelingen
trekken we naar het archief, en reconstrueren
zo hun boeiende levensverhalen.
Wil je zelf op zoek gaan naar je eigen
voormoeders? In dit boek delen we talloze
tips voor startende en ervaren genealogen,
voor een inspirerende duik in je vrouwelijke
familiegeschiedenis.Maite De Beukeleer is historica en vooral
geïnteresseerd in de kleine geschiedenis van
alledag. Maarten Larmuseau is genetisch
genealoog en doet academisch onderzoek
naar stambomen en DNA. Voor dit boek
duiken ze samen in de archieven op zoek naar
sporen van voormoeders. Ze worden hierin
bijgestaan door historica Lise Hellemans.