-
De kanoet
De kanoet is een reislustige vogel. In Nederland overwintert de kanoet in de Waddenzee en de Delta of hij tankt daar bij, op weg van Siberië naar West-Afrika en terug.
Door die reislust is de kanoet ook een goede verhalenverteller. De kanoet is als de kanarie in de kolenmijn, en wijst ons in dit geval genadeloos op de aantasting van het milieu. De vogel blijkt zelfs een soort thermometer te zijn: door van generatie op generatie een beetje te krimpen, waardoor hij relatief een steeds langere snavel krijgt, laat de kanoet zien dat ook het klimaat langzaam aan het veranderen is.
Al deze verhalen zijn opgetekend uit de mond van mensen die deze vogel al vele jaren onderzoeken, met schitterende foto’s van een fotograaf die deze vogels ook al bijna zijn hele leven op de hielen zit.Rob Buiter (1966) is freelance wetenschapsjournalist. Hij is verslaggever voor Trouw en Vroege Vogels en hoofdredacteur van het oudste natuurtijdschrift van Nederland, De Levende Natuur. De foto’s zijn gemaakt door Jan van de Kam.
-
-
-
Het haperende brein
Over de ziekte dementie, over mensen met een haperend
brein, spreekt en publiceert men doorgaans in medische
en wetenschappelijke termen. Daarbij is er veel aandacht
voor de tragiek,
de angst en het verval. Een gemiste kans, want er is veel
meer dan zwaarte en pijn alleen.
Leontine Trijber laat zien dat met nieuwe vaardigheden,
positieve aandacht én een flinke dosis creativiteit het
leven met dementie voor alle betrokkenen aangenamer
kan zijn. Door telkens weer de juiste snaar te vinden én
te raken kan er gedurende vele jaren na de diagnose nog
heel veel wél.
Het boek staat vol met handige adviezen en eye-openers
waarmee mensen met een haperend brein en iedereen
om hen heen steun, levensgeluk, plezier en contact
kunnen blijven ervaren. -
In haar voetsporen
Familiegeschiedenis wordt nog vaak geschreven
vanuit een mannelijk standpunt; vrouwen
spelen hierin meestal slechts een bijrol.
De vrouwelijke variant van een voorvader
– ‘voormoeder’ – veroverde pas sinds kort een
plaats in het woordenboek. Toch bestaan er
voldoende bronnen om het leven van onze
voormoeders te reconstrueren: familieverhalen,
archiefdocumenten, erfstukken, DNA …
Als bewijs nemen we je mee op onze zoektocht
naar enkele gewone voormoeders, die allen op
hun eigen manier juist buitengewoon blijken te
zijn. We vertrekken met enkel een foto van een
missiezuster zonder naam, een volksverhaal over
een vermeende heks, of een vage herinnering
aan een tante die kant verkocht tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Samen met hun nakomelingen
trekken we naar het archief, en reconstrueren
zo hun boeiende levensverhalen.
Wil je zelf op zoek gaan naar je eigen
voormoeders? In dit boek delen we talloze
tips voor startende en ervaren genealogen,
voor een inspirerende duik in je vrouwelijke
familiegeschiedenis.Maite De Beukeleer is historica en vooral
geïnteresseerd in de kleine geschiedenis van
alledag. Maarten Larmuseau is genetisch
genealoog en doet academisch onderzoek
naar stambomen en DNA. Voor dit boek
duiken ze samen in de archieven op zoek naar
sporen van voormoeders. Ze worden hierin
bijgestaan door historica Lise Hellemans. -
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?